In Brazilië zijn aanstaande zondag presidentsverkiezingen. President Lula is na twee ambtsperiodes niet herkiesbaar. Wie de balans opmaakt van acht jaar regering Lula, komt tot een gemengd beeld.
Economisch gezien is Brazilië sterk gegroeid onder Lula. Grote aantallen Brazilianen zijn vanuit de onderklasse toegetreden tot de middenklasse en hebben nu een goed inkomen, huisvesting en een auto. Dat was zeker ten dele te danken aan de regering Lula, die een (niet zo links) economisch beleid voerde, gericht op stabiliteit. Ook de sociale programma’s van de Arbeiderspartij, zoals de Bolsa Família droegen bij aan de armoedebestrijding.
Wat uitbleef waren de zeer noodzakelijke hervormingen van het onderwijs, de gezondheidszorg en het (groot)grondbezit. Sommige commentatoren zeggen dat president Lula zijn populariteit beter had moeten uitbuiten om ook op deze terreinen vooruitgang te boeken, maar de harde werkelijkheid was dat Lula’s partij maar een kleine minderheid in het parlement had. Voor elke maatregel moesten coalities gesloten worden, wat in Brazilië gepaard gaat met het vergeven van baantjes en regelrechte omkoping. Ook Lula’s arbeiderspartij maakte zich daar volop aan schuldig, ondanks haar ethische houding in de oppositie. Veel Brazilianen vinden dat normaal: “nu is het onze beurt!”.
Opvallend is dat ook in Brazilië een fel revanchisme leeft in de stijl van aanhangers van Fortuyn en Wilders, die menen (wellicht terecht) dat de elites hen niet vertegenwoordigen. Ook in Brazilië heerst er een sterk wij/zij-gevoel, niet tussen buitenlanders en autochtonen, maar tussen (voormalige) armen en (in hun ogen) rijken. Zorgwekkend.
Alles bij elkaar is het Brazilië tijdens het bewind van president Lula economisch zo goed gegaan dat de verwachting is dat de kandidaat van de Arbeiderspartij, Dilma Rousseff, zondag (of in de tweede ronde) de presidentsverkiezing zal winnen. Zal zij wel de structurele hervormingen willen en durven aanpakken?
Uitgebreide balans regering Lula
September 2010