Toen de Europeanen voet aan wal zetten in Brazilië, kregen ze te maken met de indianen. Sterker, anders dan nu de indianen een zeer kleine minderheid zijn, moesten ze volop zaken doen met de inheemse bevolking. Om hun voorraden aan te vullen, om de weg te vinden en niet te vergeten voor de seks. Veel kolonisten woonden samen met indiaanse vrouwen. De roman Rouge Brésil van Jean-Christophe Rufin (vertaald als Rood Brazilië) geeft een spannend beeld van die eerste contacten, in dit geval van de Fransen, die voet aan wal probeerden te krijgen waar nu Rio de Janeiro is.
Lange tijd werd er in wat nu de staat São Paulo is dan ook geen Portugees gesproken, maar tupí, de taal van de lokale indianen. Gedurende twee eeuwen lang bleef tupí de basis van de lokale taal, al ontwikkelde die zich wel naar mate er meer kolonisten kwamen. De lingua franca, die zo ontstond, kreeg de naam lingua geral Paulista. In de tweede helft van de 19e eeuw raakte deze in onbruik en kreeg het Portugees de overhand.
Terug naar de pakkende kop boven dit stukje. De indiaanse invloed zie je nog steeds in heel veel plaatsnamen in de staat São Paulo terug. Itaquaquecetuba maakt deel uit van groot São Paulo, het enorme stedelijke gebied rond São Paulo stad. Metrostations in São Paulo hebben namen als Jabaquara, Anhangabaú, Itaquera, Butantã, een park heet Ibirapuera en ga zo maar door.
Aan de kust van São Paulo kom je namen tegen als Caraguatatuba, Guarujá, Ubatuba, Mongaguá, Itanhaém, allemaal van indiaanse oorsprong. Ook het internationale vliegveld Guarulhos dankt zijn naam aan een lokale indianenstam.
Denk je net de Portugese uitspraak onder de knie te hebben, krijg je dergelijke namen om je oren. Echte tongbrekers.
Een collega schreef vandaag toevallig ook over indiaanse invloeden op Braziliaanse plaatsnamen. Meer precies over ita (steen) in vele Braziliaanse plaatsnamen.
Bert Ernste
9 dec 11 at 19:42 edit_comment_link(__('Edit', 'sandbox'), ' ', ''); ?>