Het Latijns Amerikaans Film Festival (LAFF) sloot af met een film over Bob Marley, de te jong gestorven reggaemusicus uit Jamaica. Reggae, Jamaica? Maar dat is toch helemaal niet Latijns-Amerikaans? Inderdaad vreemd dat deze film de officiële slotfilm was van het LAFF.
Als de documentaire over Bob Marley een knaller was geweest, dan zou je je er nog wat bij kunnen voorstellen, maar helaas viel Marley erg tegen.
De documentaire is uiterst traditioneel, in de zin dat die chronologisch het leven en ontwikkeling van Bob Marley volgt. ‘Traditioneel’ is natuurlijk helemaal niet verkeerd. De juryleden van het LAFF roepen elk jaar weer dat ze vernieuwende films willen, maar er is vanzelfsprekend helemaal niets mis met een traditioneel opgezette film, als de inhoud en uitvoering prima zijn. Vernieuwen om het vernieuwen is onzinnig.
De documentaire Marley is qua inhoud evenwel nogal mager. We horen iets over Marleys moeilijke jeugd, zijn blanke vader, die hij nauwelijks gekend heeft, over het leven in de krottenwijk van Kingston, de eerste stappen op het gebied van de muziek. Het is allemaal echter te oppervlakkig om een beeld te krijgen van de mens Bob Marley.
We horen wat over het originele van de muziekvorm reggae, maar het blijft bij een korte uitleg over het ritme van de reggae (of ska, zoals het in het begin heette). We horen niets over de acceptatie van de reggae en weinig over de invloeden van andere muziekstijlen op de nieuwe muziekstijl. Er worden wat invloeden opgesomd, maar op welke manier die in de reggae doorklinken blijft ongewis.
De documentaire gaat in op het bereiken van zwarten en waarom het in Europa en de Verenigde Staten vooral blanken zijn, die naar de concerten van Marley komen, maar het blijft onduidelijk waar dat vandaan komt.
Die oppervlakkigheid komt voort uit het feit dat de documentaire zich vrijwel uitsluitend baseert op interviews met mensen uit de directe omgeving van Bob Marley. Je hebt uiteindelijk het idee dat je met Bob Marley op een eiland leeft. Een perspectief van wat verder weg, wat je zo veel jaren na de dood van Marley zou verwachten, ontbreekt en helaas kan de omgeving van Marley dat gemis niet compenseren, misschien door de aard van de interviews.
Kortom: het is het steeds net niet in deze (lange) documentaire, die bovendien voor een muziekdocumentaire maar weinig muziek laat horen.
Blijft de vraag waarom het Latijns Amerikaans Film Festival een niet-Latijns-Amerikaanse film, die ook nog eens zeer matig is, tot officiële slotfilm bombardeerde. Festivalkenners, die ik sprak zeiden meteen: “oh, die hebben een deal gemaakt, die krijgen er geld of het vertoonrecht van een andere film voor”. Zou kunnen. Inhoudelijk is het in ieder geval een vreemde keuze.