Toch maar weer herhalen: het is stuitend dat we zo weinig horen over de westelijke helft van Nieuw-Guinea, waar we eeuwen lang de koloniale baas waren, tot we het gebied in 1962 overdroegen aan de Verenigde Naties, waarna het onder Indonesische bewind kwam.
Er zijn wel wat redenen aan te voeren voor dit grote zwijgen, maar ze bevredigen niet.
Ten eerste was onze aftocht in 1962 ietwat smadelijk. Onder grote internationale druk vanwege de koude oorlog moesten we ons verzet tegen de aanspraken van Indonesië (zelf tot 1945 Nederlands Indië) op het gebied opgeven. Nederland had zich (zij het nogal laat) sterk gemaakt voor een fatsoenlijke dekolonisatie, waarbij de lokale bevolking (de papua’s) zelfbeschikking zou krijgen. Er was al een vlag, een volkslied en een proto-parlement. Nederland faalde (vanwege die internationale druk) daarin en wordt daar liever niet aan herinnerd.
Bij die aftocht van Nederland onder auspiciën van de Verenigde Naties was bepaald dat de papua’s zich in een referendum zouden kunnen uitspreken voor zelfstandigheid of voor aansluiting bij Indonesië. Indonesië zou in de tussentijd het bewind voeren over het gebied, wat het land de ruimte gaf de volksstemming geheel naar eigen hand te zetten. De uitslag stond daardoor bij voorbaat vast: aansluiting bij Indonesië. De VN en Nederland accepteerden de uitslag, ondanks het feit dat de fraude bekend was. Dit volkenrechtelijk schandaal is een tweede reden om niet aan die periode herinnerd te willen worden. (Zie Een daad van vrije keuze door P.J. Drooglever.)
Een derde reden waarom de Nederlandse regering niet meer wil weten van West Papua, zoals het gebied nu bekend staat (al splitste Indonesië het weer op), is de Nederlandse koopmansgeest. We doen liever zaken met bedenkelijke regimes dan het aanspreken op mensenrechten. Laat staan dat we zo’n regime zouden boycotten. De Nederlandse belangen in Indonesië zijn groot en daarom verschuilt de Nederlandse overheid zich graag achter de immer weer loze beloftes van de Indonesische regering om de situatie in West Papua te verbeteren.
De omstandigheden van de papua’s daar zijn beroerd. Op vreedzame demonstraties voor meer autonomie wordt met scherp geschoten, opposanten van het regime worden vermoord, de winning van grondstoffen gaat gepaard met onteigeningen en milieuvervuiling en de papua’s worden verdrongen door immigranten uit de rest van Indonesië. (Zie hier en hier.)
Opvallend is dat ook de Nederlandse media zich over het algemeen nauwelijks meer iets gelegen laten liggen aan het voormalige Nederlandse gebied. (Hier een goede, maar helaas zeldzame uitzondering.) Media volgen in deze blijkbaar slaafs de regering in plaats van te berichten over de misstanden, waar onze voormalige rijksgenoten mee te kampen hebben. Een verzachtende omstandigheid is dat de Indonesische autoriteiten geen buitenlandse journalisten toelaten in het gebied en lokale journalisten intimideren en erger. Desondanks is er meer dan genoeg bekend over de situatie van de papua’s. (Zie de verwijzingen hierboven en hier, hier, hier en hier.)
Een excuus voor het negeren van onze voormalige rijksgenoten door Nederland en Nederlandse media is er niet. De demonstrant op de foto vreesde indertijd al dat Nederland de papua’s zou vergeten. Hetgeen geschiedde.
Mijn broer was arts in Manokwari tot begin 1963 en heeft nog meegemaakt hoe Indonesie toen de gezondheidszorg in Nieuw-Guinea heeft vernield. Met hem en zijn ervaring schaam ook ik me over de blijvende Nederlandse vergeetachtigheid en politieke verlamdheid..
joost tibosch sr
3 jan 13 at 18:24 edit_comment_link(__('Edit', 'sandbox'), ' ', ''); ?>