Veteranen die in Nederlands Nieuw-Guinea vochten tegen Indonesische invallen in het gebied, mogen de door Nederland ingestelde vlag waarvoor zij streden en sommigen sneuvelden, niet meevoeren op de veteranendag van 28 juni. Een knieval voor Indonesische onderdrukking.
In de jaren ’50-’60 van vorige eeuw vochten Nederlandse militairen in Nederlands Nieuw-Guinea tegen Indonesische infiltranten. Indonesië vond dat Nederlands Nieuw-Guinea bij Nederlands Indië hoorde en bij de onafhankelijkheid van Indonesië (1945-’49) ook overgedragen had moeten worden.
Nederland beloofde de lokale bevolking van Nederlands Nieuw-Guinea (later bekend als West Papua), de papua’s, juist onafhankelijkheid (op termijn) en in 1961 kreeg het gebied formeel souvereiniteit (nog geen onafhankelijkheid) met een vlag, de zogenoemde Morgenster, een volkslied en het begin van een parlement (Nieuw-Guinea Raad). Zie 1 december 1961, de Morgenster wappert in Hollandia.
Onder militaire dreiging en daadwerkelijke militaire infiltraties (ons laatste koloniale oorlogje) en onder grote internationale politieke druk werd Nederlands Nieuw-Guinea in 1963 alsnog overgedragen aan Indonesië. Dat land voert sindsdien een onderdrukkend bewind in het gebied. Zie ook The neglected genocide.
Samengevat: Nederlandse militairen vochten in Nederlands Nieuw-Guinea tegen Indonesië en vóór onafhankelijkheid van het gebied – met die officiële vlag, de Morgenster.
De veteranen uit die tijd mogen nu die vlag niet meedragen op de veteranendag van 28 juni 2014. U leest het goed: Nederlandse soldaten vochten en sneuvelden voor de door Nederland beloofde onafhankelijkheid van Nederlands Nieuw-Guinea, maar mogen de daarbij behorende vlag niet meer gebruiken.
Indonesische bemoeienis
Het meest waarschijnlijk is dat Indonesië aan de Nederlandse regering heeft laten weten het gebruik van de Morgenster tijdens het veteranendefilé niet op prijs te stellen. Dat deed Indonesië in het verleden ook, maar naar verluidt heeft de toenmalige minister van Defensie Hans Hillen toen korte metten gemaakt met de bemoeienis van dat land. Hillen zou de Indonesische ambassadeur hebben verteld dat veteranen niet onder de krijgstucht vallen, dat oude mannen niet van plan zijn een oproer in West-Papoea te organiseren, dat de Morgenstervlag wordt meegevoerd door NNG-veteranen vanwege emotionele redenen en als blijk van trouw aan de papua’s van toen en dat er geen middelen zijn om de veteranen wat dan ook te verbieden. Volstrekt terechte argumenten natuurlijk.
De huidige Nederlandse regering (premier Rutte zou zich persoonlijk bemoeid hebben met de vlaggenkwestie) heeft echter – klaarblijkelijk – slappe knieën en heeft daarom een seintje gegeven aan de organisatie van de veteranendag om de vlag niet te gebruiken. De organisatie van de veteranendag krijgt steun van het ministerie van Defensie en heeft de (nogmaals: door Nederland ingestelde, officiële) vlag van een onafhankelijk Westelijk Nieuw-Guinea in wording tijdens het defilé verboden.
Overigens ontkent de huidige minister van Defensie dat er vanuit de regering invloed is uitgeoefend. In een e-mail over de kwestie schreef de organisatie van de Veteranendag echter: “Verder is dit een zaak die voor een belangrijk deel afkomstig is vanuit Defensie en Buitenlandse Zaken, reden om extra zorgvuldig te zijn.” Dat is niet voor tweeërlei uitleg vatbaar.
Onze soldaten mochten (of moesten – velen waren dienstplichtig) vechten en sneuvelen voor de Morgenster, maar nu is die vlag op de veteranendag in Den Haag verboden. Hoe cynisch kan macht zijn, zelfs in een zogenaamde democratie en rechtstaat.
Vandaag in De Telegraaf:
Verboden vlag overschaduwt Veteranendag
Geen melding van de bemoeienis van de regering.
Bert Ernste
24 jun 14 at 08:42 edit_comment_link(__('Edit', 'sandbox'), ' ', ''); ?>