Poster met de Dempo van de Rotterdamsche Lloyd
Eerder op dit weblog besteedde ik aandacht aan de passagiersvaart: vanwege mijn eigen reis met de Kaloekoe in de wateren van Nederlands Nieuw-Guinea, en de reis naar Indië, die mijn vader maakte als kleine jongen. Op die reis is ook de kerstfoto van eergisteren gemaakt. Mijn vader keerde terug op de Dempo van de poster hierboven (ook op de foto, bron).
De passagiersvaart heeft vandaag de dag een romantisch imago, maar in Naar de Oost!, een boek onder redactie van Peter van Zonneveld, blijkt dat er op de Indiëreizen veel geklaagd werd. Naar de Oost! begint met de zeilvaart uit de tijd van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en eindigt met de luchtreizen naar Indië / Indonesië van de na de oorlog. Zie ook Kerstpost in recordtijd naar Indië, gisteren op dit blog.
Over de tijd dat mijn vader de reis maakte schrijft Coen van ’t Veer in Naar de Oost! op basis van fragmenten uit de literatuur dat zo’n zeereis niet altijd een pretje was. Verveling was een groot probleem op zo’n wekenlange reis. Vandaar dat er veel dekspelletjes werden gedaan. In Zoutwaterliefde van Melis Stoke is de inlandse hutbediende Siamin daar nogal verbaasd over:
Op een schip kan men rusten en slapen. Maar Europeanen willen bewegen. Ze gooien met ringen en ballen, en duwen houten schijven over het dek, van den eenen krijtring naar den anderen, die men later weer moet afvegen.
Een probleem is ook het gezelschap, waar men drie weken lang dicht opzit en welhaast mee om móet gaan. E. du Perron schrijft daarover in Scheepsjournaal van Arthur Ducroo:
Wat kunnen ons die mensen schelen? Maar je merkt tot je vernedering, dat je op stukken na niet zo los van ze bent als je dacht te zijn. Van alle kanten gespannen draden. (…) De collectiviteit van al deze onbekenden: zij tegenover wij. Maar dit is volkomen denkbeeldig, want ‘zij’ bestaat alleen voor ons; onder elkaar zijn zij ook verdeeld, wantrouwig, schichtig, vijandig. Geen vlucht mogelijk zodra je uit je hut bent, en driemaal per dag gedwongen samenzijn, promiscuïteit; je hebt elkaar niet gekozen, je hébt elkaar. Eén blik op de eetzaal was genoeg om te weten dat opgeprikte kleinburgerij overal zichzelf blijft; maar wat men in een hotel verfoeien zou, tracht men hier uit eigenbelang te zien met minzaamheid.
De spanningen komen op de heenweg naar Indië vaak in de Indische Oceaan tot een uitbarsting. Men is dan te lang samen en de hitte draagt dan ook bij tot de spanning aan boord, zo valt op te maken uit de door Van ’t Veer aangehaalde literatuur.
Tot besluit Melis Stoke:
Wat is een schip anders dan een weggedreven stuk trottoir …? Het is de ontmoetingsplaats voor menschen zonder relaties met menschen die hen straks weer voorbij zullen loopen.
In Javapost is meer te lezen over de reis naar Indië door de eeuwen heen: