In Nederland heeft cricket een slechte naam. Het spel zou sloom zijn (gedeeltelijk waar) en onbegrijpelijk (onzin, een kwestie van ‘wat de boer niet kent dat lust hij niet’).
Er zijn verschillende wedstrijdvormen van cricket. Van de eendaagse wedstrijd, die (in ieder geval toen ik het speelde) maximaal zes-en-een-half uur kon duren tot snelle korte wedstrijden en enkele tussenvormen. Britse counties spelen driedaagse wedstrijden en internationale testmatches kunnen vijf dagen duren. Het is waar dat de langere wedstrijden vaak saaie perioden kennen, waarin er ogenschijnlijk erg weinig gebeurt.
Velen beweren dat het spel onbegrijpelijk is, maar het is niet ingewikkelder dan honkbal. Er is wel veel over cricket te zeggen, maar de basis van het spel is simpel. Uitleg: Nederlands | Engels (uitgebreider).
Toevalligerwijs ben ik ooit cricket gaan spelen. Ik was als tiener keeper bij hockey en hoorde op een dag twee meneren (zo voelt dat als tiener) achter mij zeggen: “hij is in ieder geval niet bang voor de bal”. Vervolgens werd ik uitgenodigd om te komen cricketen. Ze zochten met name een wicketkeeper. Bij honkbal is dat de achtervanger.
Ik vond het een fascinerende sport, juist ook door de langere duur. Soms dacht je na een periode dat het maar niet lukte om de slagman uit te krijgen dat er geen doorkomen aan was, en even later waren ineens alle batsmen in een kwartiertje uit. Als wicketkeeper had ik natuurlijk het voordeel dat, als we de veldpartij waren, alle ballen in mijn richting kwamen. Ik had een van de actiefste rollen in het veld. Ook de sfeer van de lunch- en theepauzes met de tegenstander was heel apart. Overigens ben ik nooit een ster in het cricket geworden, zeker niet met het slaghout.
In Portugal had ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw de eer om mee te spelen in de honderdste geregistreerde wedstrijd tussen de Engelse cricketclub in Lissabon en die in Porto. Dat was de enige tweedaagse wedstrijd, die ik mocht meemaken. In het team uit Porto zaten enkele klinkende namen uit de portwijn, waar de Britten altijd een grote rol in hebben gespeeld. (Denk aan portmerken als Cockburn, Croft, Dow, Gould, Graham, Osborne, Offley, Sandeman en Taylor. Er is trouwens ook een portmerk van Nederlandse oorsprong: Niepoort.)
In Engeland is op dit moment een serie testmatches tussen Engeland en Australië aan de gang om de zogenoemde Ashes. Dat is een historische titanenstrijd in het cricket. Zie BBC. Cricket wordt voornamelijk gespeeld in landen van het vroegere Britse wereldrijk, zoals India, Pakistan, Bangla Desh, Sri Lanka, West Indies, Zimbabwe, Australië, Zuid-Afrika.
Het Engels uit Groot-Brittannië kent diverse uitdrukkingen, die uit het cricket komen. Bijvoorbeeld ‘being caught on the back foot’. Bij een verdedigende slag (het stoppen van de bal) maakt een batsman bij cricket een stap achterwaarts. ‘Being caught on the back foot’ betekent dus: in de verdediging gedwongen zijn. ‘That’s not cricket’ betekent dat iets niet sportief | fair is.
Wie een gevoel wil krijgen voor de grote rol, die cricket vroeger speelde in Engelse dorpen, moet The cricket match van Hugh de Selincourt uit 1924 lezen. Een boeiend boek over de dorpssamenleving, klassenmaatschappij, onderlinge rivaliteit (wie mag meedoen in het team?) en de spanning van sport. Een ‘remake’ uit 1977 van John Parker met de titel The village cricket match is minder geslaagd. Ook in de schilderkunst is cricket terug te vinden.
Aanvulling 2018: Get Inspired: How to get into cricket