De veiligheidsproblemen van Brazilië worden in de media en aan de borreltafel meestal overdreven. Zo wordt er bij de criminaliteitscijfers meestal niet bijverteld dat de meeste criminaliteit en met name de geweldsmisdrijven in de favelas (sloppenwijken) plaats vinden, als onderdeel van bendeoorlogen. Verder zijn we als verwende westerlingen steeds banger geworden en verwachten we vaak dat het leven zonder risico’s is.
Toch heeft Brazilië wel degelijke een veiligheidsprobleem, zoals ik eerder schreef. Dat blijkt onder meer uit het feit dat de meeste flatgebouwen hoge hekken, portiers (24 uur per dag) en bewakers hebben.
Op de foto hierboven een bewaakte parkeerplaats bij een shopping center, zoals dat in Brazilië heet. In het gele wachthuisje zit een bewaker. Ook in de shopping centers zelf lopen altijd bewakers rond.
Shopping centers zijn in Brazilië veelal grote winkelcomplexen met meerdere verdiepingen met talloze winkels en (onmisbaar!) een zogenoemde praça de alimentação, oftewel een eetplein. Op de tweede foto een vestiging van Bob’s, Braziliës eigen hamburgerketen.
In een reactie op deze foto uit Rio de Janeiro (hiernaast klein) stelde een reageerder dat je in sommige landen geen telelens kunt gebruiken. De foto is duidelijk met groothoek genomen zoals de vallende lijnen van de gebouwen laten zien. De opmerking zette me aan het denken. Hoe is het eigenlijk om te fotograferen in Brazilië?
De eerste regel in Brazilië is dat je niet met dure spullen ‘te koop’ moet lopen. Nou is dat wat betrekkelijk, want je ziet met enige regelmaat Brazilianen lopen met een dikke spiegelreflex en met grote regelmaat met compactere fotocamera’s, iPhones en wat dies meer zij. Het valt misschien wel mee met de diefstal- | overvalrisico’s in Brazilië, vooral op drukkere plekken. Toch laat ik mijn grotere superzoomcamera (ik heb geen spiegelreflex) meestal thuis in Brazilië. Uitgaande van het feit dat veel mensen tegenwoordig een compactcamera en|of slimfoon hebben, gebruik ik op straat meestal ook een compactcamera (met nog altijd een respectabel zoombereik van 20x). Zo’n camera valt tegenwoordig niet meer zo op.
Ik heb me wel aangewend om even om mij heen te kijken, voordat ik de camera uit mijn broekzak trek, want laten we wel wezen: er is ondanks de toegenomen welvaart in Brazilië nog steeds een grote groep die zijn geld verdient met de misdaad. Een straatjochie dat ons een tijdje min of meer volgde in Rio, hield ik scherp in de gaten en ik wachtte voor de zekerheid even met het maken van foto’s. Overdreven? Misschien wel, als je om je heen Brazilianen vrolijk foto’s ziet knippen, maar ik blijf voorzichtig. (Ik ben in Brazilië twee keer overvallen, overigens verspreid over een periode van meer dan twintig jaar. Meer over veiligheid in Brazilië.)
Nog even over het fotograferen zelf. In de Tropen kun je, zeker hartje zomer (winter in Nederland), beter niet in vol zonlicht fotograferen tussen ruwweg 11 en 15 uur. Het licht is dan erg hard (contrastrijk), al kunnen digitale camera’s mede door de vele mogelijkheden van bewerking achteraf daar wel beter mee overweg dan de ouderwetse fototoestellen met film. Overigens houd ik mij zelf niet zo erg aan die regel, want vaak kom je niet terug op die plek en dan heb ik liever die harde foto van wat ik mooi vond dan helemaal geen foto. En zoals gezegd, vaak valt het resultaat na bewerking nog wel wat mee.
Voor het overige is fotograferen natuurlijk overal hetzelfde. Goed kijken, de tijd nemen om een goede compositie te vinden en dan pas afdrukken. Bij digitale fotografie is de verleiding groot om maar te blijven knippen, maar even de tijd nemen geeft betere foto’s en dan hoef je minder foto’s van hetzelfde te maken. Dat scheelt thuis bij het kiezen en bewerken heel veel tijd. Hoe veel mensen hebben inmiddels virtuele schoenendozen vol met talloze onuitgezochte digitale foto’s?
De film O som ao redor (Neighbouring sounds | Het geluid van de omgeving) (2012) van Kleber Mendonça Filho is zoals de site van de film zegt een ‘Braziliaanse kroniek’ of een ‘stuk Braziliana’. De verleiding is groot om de titel te vertalen met Burengerucht, maar de naam van de film is neutraler en abstracter dan het wat negatieve Burengerucht. Overlast van de buren speelt overigens wel een rol in de film.
O som ao redor speelt in een middenklassewijk in Recife, de hoofdstad van de deelstaat Penambuco. De kijker ziet de bewoners van een straat, ieder met zijn of haar eigen, dagelijkse beslommeringen. De vriendin van een van hen merkt ‘s ochtends na de nacht bij hem doorgebracht te hebben dat er is ingebroken in haar auto. De CD-speler is weg. Hij vermoedt dat de kleinzoon van mijnheer Francisco er achter zit. Die Francisco is een rijkaard, die een grote, inmiddels vervallen suikerplantage heeft.
Een moeder van twee kinderen worstelt met het janken van de hond van de buren. Een particuliere bewakingsdienst biedt aan om van ’s avonds 7 tot ’s ochtends 7 de straat te bewaken. Dat brengt rust voor de meesten, maar onrust voor anderen, zoals de genoemde kleinzoon die in vuige zaakjes zit.
De film toont het leven van de bewoners van de straat, zoals dat voortkabbelt. Zonder ondersteunende muziek en met zeer geloofwaardige acteurs, zodat je bijna zou gaan geloven dat je een realityshow bekijkt, ware het niet dat de camerastandpunten en close-ups die van een speelfilm zijn.
Mijnheer Francisco, die een groot aantal panden in de straat heeft, gedraagt zich als een machtig man, zoals hij voeger de scepter zwaaide op zijn suikerplantage. Hij maant de bewakingsdienst om zich niet te bemoeien met zijn kleinzoon, wat de bewakingsdienst trouwens niet opvolgt. Via een anoniem telefoontje waarschuwen ze hem te stoppen met zijn louche zaakjes. Een van de bewakers vrijt met een dienstmeisje in een huis waarvan hij de sleutel heeft. Als hij het witte bed ziet vraagt hij bezorgd aan haar: “je menstrueert toch niet?”.
De strijd tegen de jankende honden gaat moeizaam. Vlees met een slaappil, een apparaatje uit het buitenland dat zo piept dat de hond het op zijn heupen krijgt (dat het dienstmeisje laat doorbranden) en tenslotte vuurwerk worden ingezet.
Een fraai inkijkje in de Braziliaanse samenleving levert ook de vergadering van de bewoners van een flatgebouw op, waar besloten moet worden of ze de nachtportier, die vaak slaapt op zijn post, willen ontslaan en zo ja met of zonder pensioen. Ze hebben de slapende portier zelfs gefilmd. Mét pensioen zou betekenen dat de bewoners een extra bijdrage aan servicekosten moeten betalen. Wie Brazilië kent, weet dat deze bewonersvergaderingen vaak weinig verheffende gebeurtenissen zijn.
Alles bij elkaar een zeer sterke film over het gewone (stads)leven in Brazilië. Overwegend zonder grote dramatiek, maar juist daarom aangrijpend. Je voelt de spanning tussen de wat arrogante mijnheer Francisco (die geconfronteerd wordt met zijn veleden) en de anderen, tussen het huishoudelijke personeel en hun bazen en tussen de lagere en iets hogere middenklasse (jaloezie omdat de ander een grotere platte televisie heeft). De bewakingsdienst zorgt ook voor spanningen.
Een uitstekende film dus, al vroeg ik mij wel af of de vele nuances van de Braziliaanse samenleving in de film wel allemaal over zullen komen bij filmkijkers die Brazilië niet, of alleen van vakantie kennen. Wellicht gaat een deel van de film aan hen voorbij, maar misschien is dat helemaal niet zo. Ga hem kijken en laat het me weten.
Noch de drugshandel, noch de favelabewoners zijn volgens Freixo interessant voor de overheid. ‘Het UPP-beleid (pacificatiepolitie stationeren in de krottenwijken, BE) is niets anders dan de militaire reconquista van gebieden die van belang zijn voor de stad. Als je de kaart erbij haalt en ziet waar de UPP’s gestationeerd zijn, kun je de eigenlijke doelstelling onmogelijk ontkennen: de zones die van belang zijn voor de Olympische Spelen beveiligen. De pacificatiepolitie is er niet voor de bewoners van de favela, ze is er enkel om wille van de plaats waar die favela ligt.’
Na incidenten is de pavlovreactie van wetgevers om met nieuwe wetten het probleem te bestrijden. Soms is dat nuttig, maar meestal zit het probleem bij de toepassing van wet en regelgeving: goede controle en pakkans.
In São Paulo maken de wetgevers het wel erg bont. Omdat overvallen op auto’s vaak gepleegd worden door twee bandieten op een motor, waarbij de passagier het wapen hanteert, hebben de wetgevers een verbod uitgevaardigd om een passagier mee te nemen op de motor. De wet wacht alleen nog op de handtekening van de gouverneur van de staat São Paulo.
Volgens de commentaren zijn de wetgevers als de man, die ontdekt dat zijn vrouw op de bank in de woonkamer vreemd gaat met de buurman. Om het overspel tegen te gaan, verwijdert de bedrogen man de bank.
Een andere regel, die in dit schema past, is het verbod om in São Paulo stad in een bank je mobiele telefoon te gebruiken. Dit omdat er een aantal overvallen zijn gepleegd op mensen, die geld hadden gepind, waarbij een waarnemer in de bank naar zijn kompanen belde met een mobiel om door te geven wie geld had opgenomen.
Voor de tweede keer in mijn leven ben ik overvallen in Brazilië. De eerste keer ruim twintig jaar geleden met mijn ouders, die er erg gringo uitzagen, nabij de Praia do Flamengo in Rio de Janeiro, nu in een rustige kustplaats in de staat São Paulo. We waren al gewaarschuwd dat de criminaliteit daar sterk was toegenomen.
Omdat je niet helemaal in functie van de gevaren wilt leven, had ik toch mijn fototoestel meegenomen naar het strand. In een onopvallende, oude tas, dat wel. Aan de boulevard maakte ik een foto en toen zag ik twee verdachte jongens langs fietsen. Verdacht, omdat we gewaarschuwd waren voor boefjes op de fiets.
Ze leken door te rijden en waren snel verdwenen. Toen we even later in een rustig straatje liepen, waren ze er ineens weer. Met de hand op de buik deden ze of ze een pistool in de broekband hadden en kondigden de overval aan. Waarschijnlijk waren ze ongewapend, maar je neemt geen risico. Spullen afgegeven, de knapen snel weggefietst. Wij bleven ietwat verdwaasd achter. Het gaat allemaal heel snel.
Aangifte gedaan. De politie is zo vriendelijk om ons terug te brengen – met loeiende sirene en hoge snelheid.
Je weet dat het kan gebeuren, je bent vaak gewaarschuwd (te vaak, daar word je ook wat iebel van), maar als je dan echt overvallen wordt, is het een rotervaring, zelfs als de bandieten niet eerst meppen en dan de spullen pakken, wat helaas ook voor komt.
Desondanks blijf ik zeggen: ja, Brazilië heeft een probleem met misdaad, absoluut, maar je moet dat niet overdrijven, zoals de media en borrelpraters vaak doen.
In de diverse opmerkingen, die ik maakte over veiligheid in Brazilië, probeerde ik steeds om het probleem in perspectief te zien, want er wordt vaak overdreven. Ondertussen heeft Brazilië wel degelijk een veiligheidsprobleem, zoals ik ook steeds aangaf.
Ik was er zelf niet, maar nu kwam het toch echt dicht bij: er was een schietpartij in de straat waar ik vaak verblijf. Een buurvrouw stond met een overbuurvrouw te praten, toen twee opgeschoten knapen langs kwamen, hun fiets neergooiden en een pistool trokken. Uiteindelijk hebben ze naar zeggen iets van acht schoten gelost, gelukkig zonder iemand te raken. Gisteren braken inbrekers op klaarlichte dag in in een huis aan de overkant.
Nog steeds geldt dat de borrelpraat van “Brazilië is zo vréselijk gevaarlijk” overdreven is, maar ik moest na het verhaal van de buurvrouw toch wel even slikken.
Veel landen, waaronder Brazilië, hebben een veiligheidsprobleem, al wordt dat ook altijd overdreven. Huizen zijn in Brazilië standaard dan ook meestal voorzien van hoge hekken en hebben vrijwel altijd tralies voor de ramen.
Dat leidt tot de wat bittere constatering dat de boeven vrij op straat lopen en de gewone burger in een gevangenis zit. Nou ja, je kunt er wel uit natuurlijk.