Bert Ernste – Utrecht | São Paulo • weblog

Brazilië, West-Papua, media en meer

Archive for the ‘emigreren’ tag

Vrouw alleen in Portugal

leave a comment

Omslag boekGetrouwd met Portugal van Ella Molen is een boek over de ervaringen van de schrijfster, die na jaren in Afrika te hebben gewoond met een auto’tje naar Portugal trekt om zich daar te vestigen. In Nederland kon ze na zo’n lange tijd niet meer aarden. “Maar hoe kan ik ooit weer aan Nederland wennen? Aan het klimaat en de gejaagde manier van leven? Vluchten wil ik!” Ze rijdt in februari de Spaans-Portugese grens over en merkt dat Portugal lang niet zo tropisch is als ze zich had voorgesteld.

Na een korte tijd op een koude, regenachtige camping van een Hollandse eigenaar, werkt Molen in een bar als musicus en zangeres en woont in een flat zonder ramen. De centrale verwarming geeft bitter weinig warmte, waardoor ze zich ook binnenshuis dik moet kleden. Haar huisbaas en restauranteigenaar vraagt haar: “‘Bent u echt nooit getrouwd geweest?’ Op mijn ontkennend antwoord voel ik dat hij onder tafel zijn hand met een troostend gebaar op mijn knie legt. Gelukkig wordt hij weggeroepen door het jagersvolkje en even later staat hij bij hun tafel uit te leggen dat ik een Nederlandse mevrouw ben die problemen heeft met de Portugese taal …”

Ella Molen geeft hem gelijk en gaat een cursus Portugees doen in Lissabon, waar ze in een huis verblijft met Chinese studenten uit Macau (van 1557 tot 1999 een Portugese kolonie, nu deel van China). Vanuit Lissabon bezoekt ze de Algarve en meer speciaal Olhão, waar ze zich in Mombasa (Kenia) waant. De oude mannen op het plein zijn erg netjes gekleed. “Het valt mij trouwens toch op hoe netjes de Portugezen gekleed gaan; dit in tegenstelling tot de toeristen. Al is het dan geen hoogseizoen, het is wel overwinteringsseizoen. De komende dagen zie ik veel kreukelige shortjes met afgetrapte sandalen eronder en door overmatige omvang uitgerekte T-shirts.”

Molen besluit om een eigen huis te gaan zoeken. Als ze een huisje naar haar smaak vindt, leeft het hele dorp mee met de onderhandelingen. Zelfs het herderinnetje dat ze in de omgeving tegen komt, vraagt haar of ze al zaken heeft gedaan. Ze koopt het huis en dan beginnen de voor velen bekende toestanden met aannemers, klusjesmannen en behulpzame dan wel bemoeizuchtige buren.

Sommige werklieden hebben uitgesproken ideeën over hoe ze de reparaties en verbouwing willen doen en luisteren nauwelijks naar de wensen van de opdrachtgever. Een groot probleem vormen de bijen, die zich in de holtes van het huis vestigen. De Portugese buren raden aan om ze dood te spuiten, maar dat gaat Molen wat ver. Ze probeert ze uit te roken, waarbij ze bijna haar huis in brand steekt. Het uitroken heeft weinig succes, maar zorgt wel voor een fel brandende composthoop, waar ze de resten van het vuur op gegooid heeft. Snel blussen.

Het feit dat Ella Molen een vrouw alleen is, wekt veel verwarring in het Portugese dorp. Elke man waar ze mee gezien wordt, leidt tot de vraag of dat dan haar man is. Alleen dona Palmira reageert anders. “‘Bent u getrouwd?’ vroeg ze mij. ‘Nee? Gelijk hebt u!’ Ze keek even steels om zich heen en vervolgde: ‘In het begin, wanneer je nog verliefd bent, is het leuk, maar dan …’”

Zo vertelt Ella Molen op smakelijke en humoristische wijze over haar leven en integreren in Portugal, om dat woord maar te gebruiken. Ze krijgt uitnodigingen om bij buren het slachten van een varken mee te maken, doet mee aan het dorpsleven en zo vergroeit ze langzaam met Portugal. Ze heeft geen man, maar is “getrouwd met Portugal”.

Dat levert een aardig boek op, waarin veel mensen die in Portugal zijn gaan wonen, het nodige zullen herkennen. Molen schrijft met humor en zelfspot, zodat lezing regelmatig tot een glimlach leidt. Portugalgangers zullen het met plezier lezen.

Toch is Getrouwd met Portugal ook wat onbevredigend, want het blijft een beetje op dat vlak doorkabbelen: dagelijkse belevenissen in een vreemd land, aardig, maar heel veel dieper komt het niet. De lezer krijgt maar een beperkte inkijk in de zielenroerselen van de schrijfster. Waarom gaat ze nou eigenlijk naar Portugal? Ze zegt dat ze in Nederland niet kan wennen en daar kan deze lezer zich het nodige bij voorstellen, maar het boek zou aan kracht winnen, als dat wat werd uitgediept. Waarom wil ze geen partner? Misschien vindt Ella Molen dat het de lezer niet aangaat (haar goed recht), maar daardoor blijft dat gegeven, omdat het vaak terugkomt in het boek, een wat loos element in het verhaal. Ook het Portugese leven, waar de schrijfster in op gaat, zien we voornamelijk van buiten, er zijn geen bespiegelingen over de culturele verschillen tussen Nederland, Afrika (waar de schrijfster werkte) en Portugal. Het is daardoor een aardig, maar ook ietwat oppervlakkig boek.

Ella Molen Getrouwd met Portugal
Verkrijgbaar rechtstreeks bij de auteur (vraag om haar e-mail). Hier en daar ook nog tweedehands verkrijgbaar, bijvoorbeeld via Boekwinkeltjes.nl.

Blik op Portugal oktober 2012

Meer boeken Portugal | Meer Portugal

Written by Bert Ernste

november 1st, 2012 at 9:11 am

Komrij: Over de bergen

leave a comment

Omslag boekVoor Portugalgangers is Gerrit Komrij vast geen onbekende. Zijn boek Over de bergen is waarschijnlijk bij veel mensen bekend, maar mag toch niet ontbreken in deze serie. De titel Over de bergen heeft meteen al iets mysterieus, zeker voor vlakkelanders uit Nederland. Je kijkt in je gedachten naar de bergen en vraagt je af wat daar achter zal zijn. Het is opvallend dat Portugal een provincie heeft die Achter de bergen (Trás os Montes) heet. Die naam heeft al een stuk isolement in zich.

Dat is dan ook precies waar Komrij over schrijft. In Over de bergen trekt Pedro Sousa e Silva, die genoeg heeft van het societyleven in Lissabon, naar die verre provincie, waar zijn voorouders een landhuis hadden. De reis duurt negen uur en als Pedro in een boemeltrein het laatste stuk aflegt van Porto naar het oosten, kan hij aan de passagiers zien dat hij in een andere wereld terecht komt. Pedro heeft de indruk dat hij vanaf een zeker moment alles voor het eerst meemaakt.

Het landhuis is verpacht aan een stichting onder leiding van een pater en Pedro werpt zich met verve op het opknappen van het huis en het helpen van de stichting. Hij voelt zich thuis in het oude landhuis en vindt ook zijn plaats in de lokale samenleving.

Zo’n driekwart van het boek gaat over hoe Pedro het huis, het personeel, het dorp, de mensen en de streek leert kennen. Komrij beschrijft mooi hoe de traditionele samenleving in het binnenland van Portugal ook na de Anjerrevolutie van 1974 grotendeels bleef bestaan. Hij weet ook de mist en nevel, en de ruigte van de bergen goed te treffen.

Zo neemt de schrijver de lezer mee op een bijna idyllische reis. Iets van die idylle is het, die veel Nederlanders in Portugal aantrekt: het gevoel van eenvoud, authenticiteit, geen jachtige moderniteit, maar traditie, gemeenschapszin. Dat is ook wat Pedro naar het binnenland brengt.

In het laatste deel van het boek verandert het beeld van de dorpssamenleving in Sampaio totaal. Pedro ontdekt dat in de wereld, waar hij zich zo in thuis voelde, zo’n beetje iedereen ieder ander wantrouwt en een loer probeert te draaien. De stichting van de pater blijkt frauduleus te zijn en het geld van Pedro is op vele manieren misbruikt. Zo stak de pater het overgrote deel van het loon van het dienstmeisje, die hij voor Pedro zou betalen, in eigen zak. De stichting huurde zigeuners in voor het werk op het land in plaats van de dorpelingen, omdat zigeuners goedkoper zijn. Als Pedro daar tegenin gaat en orde op zaken wil stellen, stoot hij hard, heel hard zijn hoofd.

Alles bij elkaar is het geen opwekkend verhaal, maar misschien wel een goede correctie op het soms wat al te zonnige beeld dat Nederlanders hebben van het traditionele Portugese leven. Iemand met familie op het Groningse platteland vertelde mij dat ook daar onder de plattelanders de onderlinge haat en nijd vaak heel sterk zijn.

Ondanks de domper van het ineenstorten van het idyllische beeld van Pedro, is Over de bergen een mooi, sfeervol boek. Ik herlas het voor deze recensie na twintig jaar en vond het nog steeds een boeiend boek. Je leeft mee met Pedro en wenst hem alle goeds in zijn project met het oude huis, de stichting en, zeg maar, zijn inburgering. Pedro’s teleurstelling en ontgoocheling zijn ook die van de lezer.

Komrij verhuisde in de jaren ’80 van vorige eeuw naar Portugal, dat toen nog geen lid was van de Europese Gemeenschap (later Unie). Ik deed mijn gang door de bureaucratie ongeveer gelijk met hem. Komrij schreef daar zeer vermakelijke stukjes over op de achterpagina van NRC Handelsblad. Daarin deed hij de werkelijkheid nogal eens geweld aan, waardoor hij Portugal soms onterecht wegzette als een dom en provinciaals land. Er waren, zeker toen, wel argumenten om Portugal op sommige punten wat primitief te vinden, maar vaak niet vanwege de argumenten van Komrij. Die stukjes zijn gebundeld in Een zakenlunch in Sintra. Komrij schrijft nu in NRC Handelsblad een column over internetzaken. Zijn blog vindt u hier.

Gerrit Komrij, Over de bergen, € 12,50

Blik op Portugal, januari 2012

Meer Portugal | Meer boeken Portugal

Written by Bert Ernste

januari 11th, 2012 at 9:39 am

Gods toorn over Nederland

leave a comment

Omslag boek Gods toorn over NederlandAls emigrant krijg je een scherpere kijk op de wereld en zeker op het land dat je gevormd heeft. Je kunt immers vergelijken. Niet iedereen kan die stap maken, maar de meeste emigranten gaan uiteindelijk meer nuances zien in zowel hun moederland als hun nieuwe woonland. Dat is overigens geen lineair proces. Als je net in je nieuwe woonland bent en probeert in te burgeren, heb je te maken met de verwarring over dingen die anders zijn dan in je moederland en dan zet je je allicht af tegen de samenleving, waar je terecht bent gekomen. Iedereen zit wel enigszins vast in wat hij of zij van huis uit heeft meegekregen en dan kost aanpassen moeite.

Ben je eenmaal ingeburgerd, dan kan het echte vergelijken beginnen. Veel Nederlandse emigranten zijn vrij kritisch over Nederland. Dat wordt ze vaak niet in dank afgenomen door de thuisblijvers. In zijn algemeenheid geldt dat Nederlanders niet zo goed tegen kritiek van buiten kunnen. Dat geldt zowel voor kritiek van Nederlandse emigranten als van buitenlanders.

In die context besteed ik graag aandacht aan het boek Gods toorn over Nederland van J. Rentes de Carvalho, Portugees schrijver (onder andere van Ernestina) en immigrant in Nederland. ‘Gods toorn in Nederland’ laat zien hoe hij aanvankelijk tegen Nederland aankeek (ook beschreven in Waar die andere God woont) en hoe zijn mening in de meer dan vijftig jaar die hij nu in Nederland woont, veranderde. Voor de goede verstaander een zeer interessant boek, omdat Rentes de Carvalho mooi beschrijft waar zijn mening in de loop der jaren veranderde en waar niet, en hoe zijn eigen persoonlijkheid (aartsindividualistisch) en eigen ontwikkeling daar weer invloed op hadden.

De schrijver geeft meteen in het eerste hoofdstuk aan dat hij wedergeboren zou willen worden als Nederlander, maar dan wel als doorsneeburger. Dan laat Rentes de Carvalho zien hoe hij aanvankelijk de Nederlandse samenleving benaderde als Portugees. Aan verzekeringen deed hij bijvoorbeeld niet. Hij snapte niets van de Nederlandse neiging om alles te willen verzekeren. Belasting betalen was voor hem ook wezensvreemd. In de jaren zeventig van vorige eeuw ging hij evenwel om. Volgens de schrijver een van de bewijzen van zijn “bijna volmaakte assimilatie”. “Van de ene op de andere dag liet ik me in beslag nemen door alle vrezen die dit volk kwellen, vanaf het gevaar van overstroming tot dat van brand, van het breken van een arm of been tot het annuleren van een reis.”

Waar Gods toorn over Nederland zo’n vijftig jaar bestrijkt is het ook interessant om te lezen hoe Rentes de Carvalho de veranderingen in Nederland ervaart. De paternalistische samenleving van de jaren vijftig, die een maatschappelijk werkster stuurt om te inspecteren of zijn baby “goed behandeld werd en of de hygiënische omstandigheden in orde waren. ‘En waarom zou die niet goed worden behandeld?’ ‘Nou, aangezien meneer een buitenlander is …’”

Rentes de Carvalho beschrijft hoe hij de eerste twee, drie jaren van de jaren zestig in een staat van permanente oorlog met Nederland en de Nederlanders leefde, “waarin weinig van land en volk aan de bitterheid van mijn kritiek ontsnapte”. Met een nieuwe functie (aan de universiteit) en de veranderingen van de jaren zestig verandert zijn visie op Nederland. De beschrijving van de veranderingen in Nederland (onder andere in De Bijlmer, waar hij woont) is amusant en soms scherp. De schrijver komt tot de ontdekking dat Nederland hem heeft gemaakt tot wie hij is. “En men mag weten dat ik het land er dankbaar voor ben.”

Uiteraard betekent dat niet dat hij zijn Portugese wortels kwijt raakt. Een deel van het boek gaat over hoe hij Portugal ziet in de Europese context. Hij was indertijd uiterst kritisch over Portugal.

Rentes de Carvalho vervolgt zijn boek met de opkomst van Pim Fortuyn en de moord op Theo van Gogh en wat dat deed met Nederland. Ayaan Hirsi Ali en de vulgarisering van de televisie komen langs, beschreven op een scherpe, maar tegelijk ook milde toon. Rentes de Carvalho is genaturaliseerd Nederlander en die keuze licht hij aan het einde van het boek toe.

Gods toorn over Nederland is zeer lezenswaardig. De eerlijkheid van de schrijver over dingen die hij als kersverse immigrant fout zag, zijn milde verbazing over Nederland en de beschrijving hoe hij zijn denkbeelden bijstelt en nu overtuigd Nederlander is, ondanks nog steeds bestaande kritiek, maken het samen tot een mooi boek, al is het soms wat springerig van onderwerp naar onderwerp.

Blik op Portugal, juni 2011

Meer boeken Portugal | Meer Portugal

Written by Bert Ernste

juli 13th, 2011 at 1:37 pm

Emigreren op zijn luxe

leave a comment

Foto koffersDe emigratiebeurs, die deze maand in Houten is gehouden, laat zien dat veel mensen denken over vertrek uit Nederland. De beurs had 11.000 bezoekers. Op zo’n getal valt natuurlijk wel wat af te dingen, want je kunt op je vingers natellen dat een deel van de bezoekers alleen ging voor het dagje uit en dat een andere groep wel over emigreren denkt, maar dan alleen als een illusie, een optie die nooit werkelijkheid gaat worden. Desalniettemin is emigreren iets waar veel mensen serieus over nadenken. Dat blijkt ook uit televisieprogramma’s als Ik vertrek en Het roer om. In 2010 telde Nederland 118.000 landverlaters. Dat zijn er zo veel dat de PVV zich zorgen maakt.

Emigreren is een groot besluit, waar heel wat moeilijke keuzes aan verbonden zijn. Wil je echt? Streef je niet een droombeeld na dat in het echt niet bestaat? Durf je het aan? Hoe voorzie je in je inkomsten? Ga je iets totaal anders doen, dan je in Nederland deed? Durf je dat aan? Zul je heimwee krijgen? Zul je je aan kunnen passen? Je hoeft maar naar buurland België te gaan, of er wordt al veel gevraagd van je aanpassingsvermogen. Zijn er scholen voor de kinderen? Ga je familie en vrienden niet missen? En ga zo maar door. De moeilijkheden van het moderne emigreren zijn niet onderschatten. De Wereldomroep heeft een speciaal dossier voor vertrekkende Nederlanders, net als de overheid. Er is ook een apart dossier over geld en zekerheid als je in het buitenland woont. De Wereldomroep heeft trouwens ook een dossier voor terugkeer, voor de spijtoptanten dus.

Desondanks gaat het voor de meeste Nederlanders natuurlijk om een betrekkelijk luxe vorm van emigreren. Er is voorlichting, je hebt als relatief rijke Nederlanders wat reserves en meestal kun je terug. Het moderne emigreren heeft weinig te maken met de emigratie van de eerste helft van vorige eeuw, toen Nederlanders vanwege de slechte omstandigheden in Nederland emigreerden naar vooral Canada en Australië. Of met de Afrikanen, die vandaag de dag in wrakke bootjes naar Europa komen om geld te verdienen voor zichzelf en (meestal) een uitgebreide familie. Of de Zeeuwen, die in de negentiende eeuw naar Brazilië trokken en daar een zeer zwaar bestaan hadden. Voor al die emigranten gold dat ze een zeer onzekere toekomst tegemoet gingen en dat er -meestal- geen weg terug was. Het lukte, of mislukte. Er was geen vangnet.

De meeste Nederlandse emigranten hebben het vandaag de dag vergelijkenderwijs heel wat gemakkelijker. Dat wil niet zeggen dat emigreren nu heel eenvoudig is, dat is het allerminst, maar het is soms goed te beseffen hoe bevoorrecht de meesten van ons zijn. Dat zet problemen in perspectief.

Zie ook Starten in São Paulo.

Meer commentaren

Written by Bert Ernste

februari 16th, 2011 at 3:12 pm

Wereldomroep verspilt miljoenen

leave a comment

Radio Nederland Wereldomroep, meestal kortweg Wereldomroep genoemd, heeft volgens het jaarverslag drie taken:
– het informeren van Nederlandstaligen in het buitenland
– het voorzien in onafhankelijke informatie in landen met een informatieachterstand
– het verspreiden van een realistisch beeld van Nederland in het buitenland

Ook toen ik nog bij de Wereldomroep werkte, vroeg ik mij al af waarom de Nederlandse overheid Nederlanders in het buitenland naloopt met radio-, en tegenwoordig ook televisieprogramma’s. Dat kost miljoenen. Waarom zouden vakantiegangers niet een paar weken zonder radionieuws uit Nederland kunnen? Dat geldt zeker nu bijna iedereen met een mobieltje op reis gaat en je bijna overal internetcafé’s kunt vinden. Maar los daarvan: wat is er mis met een paar weken niets uit Nederland horen?

Wie langer reist dan een paar weken wil misschien weten wat er in Nederland speelt, maar ook dan geldt dat je dank zij de moderne communicatiemiddelen niet meer afhankelijk bent van radio of televisie vanuit Nederland. De zogenoemde expats, die door een bedrijf zijn uitgestuurd, beschikken meestal over een uitstekende ondersteuning, dus die hebben de Wereldomroep al helemaal niet nodig. Blijven over de ‘gewone’ emigranten, die niet over die ondersteuning beschikken.

De klemmende vraag blijft evenwel waarom de Nederlandse overheid miljoenen uitgeeft om hen radio- en televisie in het Nederlands te bieden. Die emigranten hebben toch zelf gekozen voor emigreren? Ze kunnen toch zelf beslissen of ze zich abonneren op Nederlandse bladen, of internet nemen om Nederlands wel en wee te volgen? Er is dus geen enkele goede reden te bedenken waarom de Nederlandse overheid in deze tijd miljoenen besteedt aan Nederlandstalige uitzendingen in het buitenland. Deze doelgroep heeft het niet nodig. Verspilling dus.

Ondertussen bestaan er in heel veel landen geen kwalitatief goede, onafhankelijke, kritische media. De doelstelling ‘het voorzien in onafhankelijke informatie in landen met een informatieachterstand’ van de Wereldomroep is daarom uiterst relevant. Het is niet meer dan logisch om de Nederlandstalige uitzendingen van de Wereldomroep zo snel mogelijk te stoppen en het vrijkomende geld te besteden aan die onafhankelijke informatievoorziening gericht op landen, waar dat zinvol is.

Overigens moeten er dan om die doelstelling goed uit te voeren twee dingen gebeuren bij de Wereldomroep: de kwaliteit moet omhoog en de doelstelling ‘verspreiden van een realistisch beeld van Nederland in het buitenland’ moet van tafel. Een overheid, die zich daar mee bezig houdt, bedrijft propaganda.

Februari 2010

Meer mediacommentaren

Written by Bert Ernste

januari 11th, 2011 at 9:37 am

Wennen aan de wereld

leave a comment

Ik ben wel eens jaloers op mensen die sterke wortels hebben. Mensen die in de streek wonen, waar ze geboren zijn, en geen enkele drang voelen om daar weg te gaan, behalve op vakantie. Ze kennen hun omgeving, ze lopen blindelings naar huis, ook als ze beschonken uit de kroeg komen. Ze kennen de lokale gewoontes. Als iemand ze wat al te joviaal aanspreekt, weten ze dat feilloos te interpreteren. Ze weten hoe ze moeten reageren, zonder aarzelen. Ze kennen de producten in de supermarkt en hebben geen moeite om hun keuze te maken. Ze kopen met het grootste gemak in de ijzerhandel dat piefje, waarmee ze dat dingetje aan dat palletje vast kunnen zetten.

Dat raak je allemaal kwijt als je langere tijd in een vreemd land gaat wonen. Ik hoor u zeggen: “Maar na verloop van tijd weet je die dingen wel. Afgezien van wat gehakkel in de vreemde taal, lost zich dat wel op.” Dat is waar, maar niet helemaal. Denk je net “nu ben ik wel gewend en aangepast”, gaat er een kraan kapot en blijk je het woord voor ‘leertje’ niet te weten. Mensen die al dertig jaar of meer in het buitenland wonen en uitstekend geïntegreerd zijn, hebben het ineens weer moeilijk als ze met een of andere klacht naar een buitenlandse dokter moeten. Dan wil je toch liever in je moedertaal praten.

Zoenen
Maar wat je echt kwijt raakt door het wonen in een vreemd land is die geruststellende vanzelfsprekendheid. Je merkt het al bij terugkeer op Schiphol, als je je familie maar twee keer zoent, omdat je daar in Brazilië net aan gewend bent. Tante Toos staat daar ineens met het hoofd uitgestoken op een derde zoen te wachten. Je merkt het als je zwager je even vreemd aankijkt, wanneer je hem als man op Braziliaanse wijze bij het handen schudden ook even bij de schouder pakt, of op zijn schouder klopt in die halve of zelfs maar kwart omhelzing, die in Brazilië gewoonte is.

Je bent iets van je ‘vanzelfsprekend Nederlander zijn’ kwijt geraakt. Je moet – een heel klein beetje – wennen aan je eigen land, iedere keer opnieuw. Ook blijf je, als je in het buitenland woont of hebt gewoond, altijd vergelijken. Je neemt je eigen wereld niet meer als vanzelfsprekend aan.

“Dat zou je in Brazilië niet meemaken”, denk je, als je weer eens een botte Nederlandse ober meemaakt in een restaurant met te weinig personeel. “In Nederland houden ze zich tenminste aan hun afspraken”, gaat door je heen, als je te maken krijgt met de soms wat losse omgang met afspraken in Brazilië. Na vijf jaar Portugal, heb ik een aantal jaren in Nederland gewoond en gewerkt. Aanvankelijk was ik daar zeer gelukkig mee. Ik was blij dat ik een aantal nadelen van Portugal niet meer had. Ik zat te vergelijken. Maar na verloop van tijd begon Nederland mij steeds meer te ergeren. Ik begon weer te verlangen naar een verandering van omgeving en de leuke dingen van Portugal. Ik zat weer te vergelijken. (Het werd Rio.)

Nederlandse hufterigheid
“Wat zijn Nederlanders toch hufterig in de dagelijkse omgang”, denk ik iedere keer weer, wanneer ik terug kom in Nederland. Ik ben daarin trouwens niet de enige, want door de eeuwen heen, schreven vele reizigers in hun verslagen over de slechte manieren van de Hollanders. Wie een aardig overzicht wil lezen van de vele manieren, waarop de Nederlandse horkerigheid zich uit, leze De lompe leeuw. Waarom Nederlanders zo onbeschoft zijn van Binnert de Beaufort.

Die botheid is trouwens voor een deel uiterlijk, het is vaak niet zo slecht bedoeld. Wie de codes echter niet kent, zoals buitenlanders, vindt (terecht) dat Nederlanders hem of haar respectloos behandelen. Ook ik, volbloed Nederlander, geef veruit de voorkeur aan de dagelijkse hoffelijkheid van Brazilianen, hoe oppervlakkig die misschien ook is. Tegelijkertijd kan ik heel boos worden, als ze diezelfde vriendelijkheid gebruiken om me de meest onlogische smoesjes op de mouw te spelden en mij uitleggen waarom de telefoon is afgesloten door hún fout, maar dat ík nu toch echt dat ene papier moet gaan laten zien op hun kantoor aan de andere kant van de stad. Dat is het Nederlandse call center in het kwadraat. Daar zit ik al wéér te vergelijken! Niets is meer vanzelfsprekend. Ik moet voortdurend wennen aan de wereld.

Mei 2006

Meer commentaren

Written by Bert Ernste

januari 7th, 2011 at 1:46 pm

Posted in Wereld

Tagged with , ,