Bert Ernste – Utrecht | São Paulo • weblog

Brazilië, West-Papua, media en meer

Archive for the ‘fado’ tag

Correio | Post

leave a comment

Foto van brievenbus in bruine deur

Lissabon (Portugal) 2023

Ook in Lissabon viel mijn oog vaak op brievenbussen, die in deze tijd van e-mail en berichtendiensten zo weinig meer gebruikt worden.

Daarbij moest ik denken aan een fado, die een postbode (carteiro) in Lissabon (Lisboa) bezingt. Omdat die verder moet met zijn postbestelling, kan hij niet kan wachten of de brief die hij heeft afgeleverd goed of slecht nieuws bevat: “o carteiro de Lisboa (…) não tem tempo de esperar se a notícia é mã ou boa” (hieronder te beluisteren).

> Meer brievenbussen op dit weblog

Written by Bert Ernste

maart 14th, 2024 at 6:23 am

Mijn eerste smartlap

one comment

Foto uitzicht over zee bij Den HelderDe eerste ‘smartlap’, die ik in mijn leven hoorde, was In een hutje in de duinen (Ik ga pappie tegemoet) gezongen door een klasgenoot in de derde klas lagere school. Tjonge, wat maakte dat toen indruk! Wat een treurnis, hoe zielig! Het zieke jongetje dat sterft: “Want het kleine levenslampje / Is die nacht stil uitgegaan”, terwijl hij, uitkijkend over zee, vergeefs wacht op de terugkeer van zijn vader die op zee is verongelukt.

“Mammie durfde niet te zeggen
Dat z’n Pappie nooit meer kwam
Dat een storm z’n schip deed zinken
en de wrede dood hem nam”

Het levenslied, in die tijd onder meer bekend door de Zangeres zonder naam, was toen niet helemaal ‘cultureel correct’. Dat wil zeggen dat de hogere kringen er wat op neerkeken als zijnde een wat goedkoop, sentimenteel volksvermaak. Dat het tranentrekkers waren met het nodige effectbejag is natuurlijk een feit.

Vele jaren later leerde ik de fado kennen, smartelijke liederen uit Portugal. Die mochten dan weer wel in ‘culturele kringen’, althans in Nederland waar we de fado typisch Portugees vonden. In Portugal vond de elite de fado te volks net als bij ons de smartlap.

Inmiddels is dat onderscheid tussen hogere en lagere kunst in beide landen goeddeels verdwenen. Er wordt niet meer zo op het levenslied neergekeken.

In het Museum van Speelklok tot Pierement (nu kortweg Museum Speelklok geheten) had ik begrepen dat het woord smartlap komt van een roldoek met een soort beeldverhaal dat straatmuzikanten meevoerden om nog meer emotie bij hun publiek los te maken dan de levensliederen al deden. Geëmotioneerde mensen geven meer geld. Volgens dit artikel is dat echter onjuist en komt het woord oorspronkelijk uit de Rooms-Katholieke liturgie.

Zie ook Friese en Braziliaanse fado.

Written by Bert Ernste

juni 23rd, 2012 at 8:55 am

Friese en Braziliaanse fado

leave a comment

CD Nynke LavermanFriese fado, bestaat dat? Nu wel. Een aantal jaren geleden nam Nynke Laverman de CD Sielesâlt op met een aantal fados met teksten van J. Slauerhoff, die Cristina Branco eerder op de plaat had gezet (Cristina Branco canta Slauerhoff).

Voegt dat iets toe, zo’n overzetting naar een andere taal? Nynke Lavermans stem verschilt in mijn (niet zo muzikaal geschoolde) gehoor niet zo heel erg van de stem van Cristina Branco. Wie Liebeth List Jacques Brel hoort zingen, krijgt een duidelijk andere Brel te horen dan in de versie van de grote meester zelf. Rod MacKuen zingt met zijn hese stem ook een heel andere Brel dan Brel zelf. In die zin voegt Lavermans CD misschien niet heel veel toe aan de muziek van Cristina Branco.

Toch is het als niet-Fries wel interessant om in het Fries te horen zingen. Je vangt met enige regelmaat verstaanbare zinnen op, maar het is duidelijk niet je eigen taal. Zo is het ook mooi om de Zuid-Afrikaanse versie van Brels Ne me quitte pas te horen. In het Nederlands werd dat Laat me niet alleen, in het Zuidafrikaans Moe nie weggaan nie. Schitterend die culturele uitwisseling.

CD Cristina BrancoDe muzikale begeleiding van de CD van Cristian Branco en Nynke Laverman is overigens wel verschillend. Cristina Branco zingt met de traditionele begeleiding van (bas)gitaar en Portugese gitaar, bij een nummer komt daar een viool bij. Nynke Laverman wordt begeleid door gitaar, Portugese gitaar, cello, contrabas en slagwerk.

Hoe dan ook, beide CD’s zijn gewoon heel erg mooi en zeer de moeite waard.

Braziliaanse fado?
Bestaat Braziliaanse fado? Sterker, er zijn wetenschappers, die beweren dat de fado oorspronkelijk uit Brazilië komt.* Dat idee levert onder Portugezen felle reacties op. Portugezen kijken toch al wat scheef naar Brazilië, dat grote land en opkomende economische macht, dat ooit onderdeel was van Portugals wereldrijk. Dat de Portugezen zich verzetten tegen dat idee is dus wel te begrijpen. De fado, zoals wij die kennen, is ongetwijfeld een zeer Portugees fenomeen en een onderdeel van het Portugese erfgoed en de nationale identiteit. Dat de wortels elders liggen, waar dan ook, is misschien interessant, maar uiteindelijk natuurlijk helemaal niet belangrijk.

Sommigen beweren dat de wortels van de fado in de Arabische overheersing van het Iberische schiereiland zitten. Inderdaad klinkt de weemoed van de fado wel een beetje als Arabische klaagzangen. Het is dan echter vreemd dat juist in de Algarve waar de Arabische invloeden groot zijn, geen fadotraditie bestaat. Anderen beweren dat de fado een maritieme oorsprong heeft. De heimwee van de zeelieden naar huis en het ritme van de golven zouden de fado hebben doen ontstaan. Via de Braziliaanse connectie lijken ook Afrikaanse elementen in de fado een rol te spelen. Met name de de lundum en de fofa droegen bij aan de fado. De lundum was een dans van Afrikaanse oorsprong, die rond 1740 door een mulat, Domingos Caldas Barbosa, naar Portugal werd gebracht. Rond Lissabon werd deze dans al fado genoemd. Ook de door Italiaanse invloeden ontstane modinhas hadden hun invloed. Toch is volgens Dirk Lambrechts de fado in zijn huidige vorm qua poëzie en melodie puur Europees.**

CD Paula RibasCD
Terug naar de CD’s. Geheel toevallig vond ik ooit de CD Fados Brasileiros van Paula Ribas. Een fraaie verzameling van muziek van bekende Braziliaanse componisten en tekstdichters gezongen als fado met begeleiding van gitaar en Portugese gitaar. Onder andere het heel erg mooie Fado tropical van Chico Buarque de Holanda, Saudade do Brasil em Portugal van Vinícius de Moraes en Francisca Santos das Flores van Dorival Caymmi. Goede CD, al heeft Paula Ribas niet zo’n mooie stem als Cristina Branco en Nynke Laverman. De Fado tropical gezongen door Chico Buarque zelf is veel mooier dan Ribas’ versie.

* Zie bijvoorbeeld: Kimberly DaCosta Holton Fado historiography: old myths and new frontiers in: Portuguese Cultural Studies, winter 2006.

** Dirk Lambrechts Fado, De tranen van de Taag

Januari 2010

Meer Portugal

Written by Bert Ernste

januari 15th, 2011 at 8:37 pm

Fado en culturele elite

leave a comment

Foto van Amália Rodrigues. Bron wikipedia: https://pt.wikipedia.org/wiki/Am%C3%A1lia_RodriguesToen ik begin jaren 1980 naar Portugal ging, kwam ik als progressieve jongeling en later als journalist als vanzelf in aanraking met de ‘culturele elite’. Het was nog geen tien jaar na de Anjerrevolutie en Portugal was nog bezig met het afrekenen met het verleden. Op een gezellige avond met Portugese kennissen vroeg iemand mij wat ik van fado vond. Ik vond fado mooi. Ik houd wel van wat drama en nostalgie, de fado met die aparte Portugese gitaar in de begeleiding sprak mij wel aan. Dat zei ik dus ook. Het gelaat van mijn kennis betrok een beetje, waarna hij iets mompelde als “nou ja, het is wel iets typisch van Portugal”. Hij was duidelijk geen fan van de fado. De fado was voor hem het oude Portugal van de dictatuur en nu was Portugal bezig een modern land te worden.

Op dezelfde manier mocht je vroeger, als je meende tot de Nederlandse ‘welingelichte’ en ‘verlichte’ kringen te behoren, in Nederland niet houden van de smartlap. Op de vaak goedkope emoties en simpele teksten van het levenslied hoorde je als ‘culturele elite’ een beetje neer te kijken. Dat was voor het klootjesvolk. In de jaren 1970-’80 veranderde dat. De yuppie kwam op (yup = young urban professional): jonge, hippe mensen met een baan, die bij wijze van spreken in hun Porsche bij de Hema langs reden om zo’n ordinaire worst te halen. De reclamemensen hadden het er maar moeilijk mee, want het was ineens niet goed meer mogelijk om mensen in stijlgroepen in te delen.

Ook het levenslied mocht ineens weer. Intellectuelen gingen zingen in een smartlappenkoor of een koor dat zeemansliedjes zong. Toen André Hazes enkele jaren geleden overleed, waren er nog maar weinigen, die neerbuigend deden over het levenslied.

Fado van Lissabon
Maar terug naar de fado. Ik was dus niet echt ‘cultureel correct’ volgens die Portugese kennis, maar als buitenlander mocht ik dan wel van die typisch Portugese muziek houden. Ik was vergeven. Sindsdien is echter ook in Portugal de fado weer helemaal terug gekomen. Jonge fadistas brengen zowel het klassieke repertoire als vernieuwingen in de fado. Ik volg de ontwikkelingen in de fado niet meer op de voet, maar wie ooit dacht dat de fado zijn beste tijd gehad had, kwam bedrogen uit. Zoals zo vaak is de volkse cultuur veel krachtiger dan de elite denkt.

Maar is fado nu mooi? Uiteindelijk is dat natuurlijk een kwestie van smaak. Veel mensen vinden de fado (we hebben het hier over de fado van Lissabon) veel te zwaar aangezet, te somber, te veel zwelgen in leed. Sommige fados zijn ook wel heel zwaar, maar er zijn ook veel fados die een vrolijk en opzwepend ritme hebben en een lichte tekst.

Een willekeurige greep uit mijn platenkast: Carlos do Carmo heeft ooit een vrij luchtige plaat gemaakt, Um homen no país, waarop hij lichte fados zingt over diverse provincies van Portugal. Het is eerlijk gezegd niet echt mijn soort fado, maar ik noem het als voorbeeld van het feit dat de fado niet alleen maar langgerekt ach en wee is. Dat geldt ook voor Nuno de Aguiar, die op een naamloze LP onder meer in een vrolijk tempo zingt over de postbode van Lisboa, die niet kan wachten of de brief die hij heeft afgeleverd goed of slecht nieuws bevat: “o carteiro de Lisboa (…) não tem tempo de esperar se a notícia é mã ou boa”. Een mooie plaat! Toen ik hem gekocht had, luisterde een van die ‘cultureel correcte’ vrienden er kritisch naar, waarna hij hem goedkeurde: het was ‘echte’ (scherpe) fado (fado agudo).

Foto van Alfredo Marceneiro. Bron: https://www.alfredomarceneiro.com/Zelf mag ik ook graag de hese stem van de beroemde Alfredo Marceneiro (foto links, bron) horen. Hij was zonder enige twijfel een van de groten van de fado, ook als componist.

Van de nieuwe lichting ben ik een fan van Camané (bijvoorbeeld de CD Esta coisa da alma), minder van Mísia (bijv. Garras dos sentidos en Ritual), maar het is natuurlijk erg persoonlijk.

De Portugese culturele elite, die ik in de jaren 1980 kende, moest ook niet zo veel hebben van de grande dame van de Portugese fado Amália Rodrigues (foto rechstboven, bron). Ook ik dacht indertijd dat zij misschien door haar internationale succes te commercieel was geworden, maar zij heeft prachtige fados opgenomen. De culturele elite heeft lang niet altijd gelijk!

Cristina Branco, die haar carrière in Nederland begon vind ik ook een hele goede. Een heel bijzondere plaat is Fado bailado van Rão Kyao. Hierop is de stem vervangen door een saxofoon. Zeer de moeite waard. Van de diverse verzamel-CD’s is The story of fado een erg goede selectie.

Maart 2010

Written by Bert Ernste

januari 14th, 2011 at 9:42 am