De Grieken zitten in het verdomhoekje. Aangevuurd door simplistische politici als Wilders, media als de Telegraaf en roeptoeterende websites als Geenstijl.nl krijgen de Grieken het ervan langs. Ze zouden niet werken, geen belasting betalen en hun schulden niet willen ophoesten.
De gesel van deze tijd is dat voor buitengewoon ingewikkelde en complexe problemen steeds meer simplistische oplossingen worden geformuleerd, in neoliberale jip-en-janneketaal. De werkelijkheid van globalisering en extreme verwevenheid van financiële instellingen is anders en schreeuwt om meer inzicht, bezinning en goed bestuur. Niemand heeft overzicht. ‘Simpele oplossingen’ bestaan niet. Brussel weet het niet meer. De Nederlandse politiek ook niet. In een solidair Europa moet de vraag niet zijn: hoe krijg ik met zoveel mogelijk winst mijn geld terug? Maar: hoe help ik een land uit het slop waarvoor ik mede verantwoordelijk ben en wie gaat daar de rekening voor betalen? Een deel van het geld zou in de eerste plaats moeten worden gehaald bij de mensen die verantwoordelijk zijn voor deze rotzooi – bij de elite. Grieken die jarenlang hebben gefraudeerd, belasting hebben ontdoken, geld hebben verdoezeld en onverantwoordelijk hebben gespeculeerd gaan vrijuit, onder meer dankzij de recente wet op parlementaire immuniteit. Het is de Grieken een doorn in het oog dat Papandreou nog niet één corrupte politicus heeft weten aan te klagen, niet één ondernemer of scheepsreder heeft gestraft en dat er nog geen eurocent is teruggevonden van de miljarden euro’s die in diverse zakken zijn verdwenen. Daarop stuurt Brussel ook geenszins aan. Sterker nog – Brussel zwijgt als het graf.
Dat schreef Ingeborg Beugel, die jarenlang in Griekenland werkte, in NRC Handelsblad. Lees vooral het hele artikel van Beugel als broodnodig tegenwicht tegen het simpele beeld dat nu van Griekenland en de Grieken wordt geschapen.
Het zou al verhelderend zijn als politici en media duidelijk zouden maken wat ze bedoelen met ‘de Grieken’ en ‘Griekenland’. Geen onderscheid maken tussen de rijke elite, de bestuurlijke elite, het bedrijfsleven (en daarin weer tussen productiebedrijven en financiële instellingen, grote en kleine) en de ‘gewone’ Grieken (ook nog een grote categorie) en zo voort en zo voort werkt zeer vertroebelend.