De formatie van een nieuwe regering neemt bizarre vormen aan. Zou dat nu de vermeende kloof tussen politiek en burger helpen dichten?
Natuurlijk, de verkiezingsuitslag is lastig. Overigens wordt die niet gemakkelijker door het schermen met winnaars en verliezers. Welke partij won en welke verloor is voor de formatie irrelevant. Het enige dat daarbij geldt is het aantal zetels waarover een partij beschikt. De CDA-stemmers zijn toch geen tweederangsburgers, omdat hun partij zetels verloor? De stemmen op de PVV zijn toch niet meer waard, omdat die partij won? Nee, gewoon koppen tellen.
Dat de verkiezingsuitslag ook dan geen duidelijke koers aangeeft voor de vorming van een (meerderheids)kabinet is geen excuus voor de vreemde manier, waarop de formatie nu verloopt.
In de eerste ronde is een rechts meerderheidskabinet nauwelijks onderzocht. In de tweede ronde zijn de andere varianten voor een meerderheidskabinet niet echt goed bekeken. Dat kwam deels door PvdA-leider Cohen, die een breed middenkabinet afhield, maar net als in de eerste ronde, haakten de informateurs veel te snel af. Die hadden de diverse mogelijke varianten beter moeten bekijken, juist nu de verkiezingsuitslag zo veel mogelijkheden biedt.
Een kabinet met een ruime meerderheid in de kamer is zeker in tijden van bezuinigingen verre te verkiezen boven een minderheidskabinet met gedoogsteun, dat slechts op steun van de helft van de kamer plus één zetel kan rekenen.
Dat de (in)formatie tot deze optie kon komen, zonder de diverse meerderheidscoalities nader onderzocht te hebben, is vreemd. Dat informateur Lubbers, die de opdracht had de opties voor een meerderheidskabinet te verkennen, niet terug is gegaan naar de koningin, toen hij (verdacht snel) geen mogelijkheid voor een meerderheidskabinet zag, is al even vreemd.
PS 4 augustus 2010 14.33 uur: het wijdlopige, wollige en erger: onzinnige betoog van Lubbers nu in de kamer kan ook alleen maar bijdragen tot een vergroten van de kloof burger – politiek.
Augustus 2010