Bert Ernste – Utrecht | São Paulo • weblog

Brazilië, West-Papua, media en meer

Archive for the ‘indianen’ tag

Totem

2 comments

Foto van totempaal

Brussel (België) 2019

Een totempaal zoals sommige Noord-Amerikaanse stammen die maakten. Deze komt uit Brits Columbia in Canada.

Written by Bert Ernste

oktober 2nd, 2020 at 5:23 am

Portretten van Claudia Andujar

4 comments

Foto van wand met portretfoto’s van inheemse bevolking Amazonegebied

Foto van Claudia AndujarSão Paulo (SP) Brazilië 2019

De foto’s op deze wand in het Instituto Moreira Salles zijn portretten van de inheemse bevolking van het Amazonegebied in Zuid-Amerika, gemaakt door Claudia Andujar (tweede foto van Wikipedia door Guilherme Aquino). Andujar maakte vooral foto’s onder de Yanomami.

> Zie ook: Claudia Andujar: Witness to the Yanomami’s Last Struggle (New York Review of Books).

Written by Bert Ernste

september 19th, 2020 at 5:26 am

Indianen als deel van de Braziliaanse dierenwereld

one comment

Foto van wand met tekst en getekende portretten van inheemse bevolking

Foto van twee prenten met indianenSão Paulo (SP) Brazilië 2015

Op de tentoonstelling Brasiliana in het Centro Cultural van de Banco Itaú in São Paulo zag ik een overzicht van beelden, die Europeanen maakten van de inheemse bevolking, die ze in Brazilië aantroffen. In die tijd zag men de ‘indianen’ als onderdeel van de Braziliaanse fauna.

Links naar meer beelden van de tentoonstelling Brasiliana vindt u in deze blogpost.

Braziliaanse indianen in de Republiek

4 comments

Afbeelding van gravure

Brazilië, jaren 1640. Gravure van een ontmoeting tussen indianen en WIC-officieren nabij Fort Ceulen in de capitania Rio Grande do Norte in de jaren veertig van de zeventiende eeuw. Gemaakt door Jan van Brosterhuyzen naar een origineel van Frans Post.

Op 20 maart 1628, zes maanden voordat Piet Hein de Spaanse zilvervloot veroverde in Cuba, vond een bijeenkomst plaats in Amsterdam tussen zes Braziliaanse [Potiguara] indianen en Kiliaen van Rensselaer, een van de bewindhebbers van de Amsterdamse Kamer van de West-Indische Compagnie (WIC). Het buitmaken van de zilvervloot is een van de meest legendarische momenten uit de overzeese Nederlandse geschiedenis geworden, maar bijna niemand weet van de ontmoeting tussen de indianen en Van Rensselaer. Deze Zuid-Amerikanen hielpen Nederland een wereldmacht te worden.

Omslag boekDat lees ik in het hoofdstuk Braziliaanse indianen in de Republiek door Mark Meuwese in het boek Wereldgeschiedenis van Nederland (recensie) (interview met samensteller).

Na hun aankomst in Nederland in de herfst van 1625 werd de delegatie door de WIC opgeleid tot tolken en inlichtingenofficieren. (…) Om een nieuwe invasie deze keer wel te laten slagen was er de Heren Negentien alles aan gelegen om betrouwbare inlichtingen te verkrijgen over de bewoners en het gebied. Hiervoor waren de Potiguara onmisbaar. Na een opleiding van bijna drie jaar waren de meeste Potiguara in staat om in het Nederlands gedetailleerde informatie te geven over de geografie en de etnografische situatie van het Braziliaanse noordoosten. (…)

De WIC (West Indische Compagnie) wilde de Portugese vestigingen in Brazilië veroveren, gebruik makend van het feit dat die nu onder de Spaanse kroon vielen, waartegen de Nederlandse provincies toen vochten (Tachtigjarige Oorlog).

Het liep uiteindelijk tragisch af met de Potiguaradelegatie. Na de tweede invasie van het Braziliaanse noordoosten in 1630 werden de Potiguaratolken snel naar het bruggenhoofd in de capitania Pernambuco verscheept. Vijftien jaar lang fungeerden zij als verbindingspersonen tussen de WIC en haar indiaanse bondgenoten. Pieter Poty en Antônio Paraupaba werden door het WIC-bestuur aangesteld als leiders van de indianen uit de missiedorpen. Na de Portugese opstand in Pernambuco tegen het WIC-bestuur in 1645 verslechterde de situatie snel. In 1649 werd Poty gevangengenomen door de Portugezen. Een jaar later stierf hij onder mysterieuze omstandigheden gedurende zijn transport naar Portugal. Na de Nederlandse overgave van Brazilië in januari 1654 vluchtten grote aantallen Potiguara en andere indiaanse bondgenoten van de WIC naar Ceará. Toen de Nederlanders daar echter ook vertrokken, scheepte Antônio Paraupaba en zijn familie zich in op een WIC-schip. Antônio’s vader Caspar besloot op het laatste moment in Ceará te blijven, maar Antônio en zijn familie bereikten de Republiek in de zomer van 1654. Tweemaal probeerde Antônio de Staten-Generaal middels petities te overtuigen om militaire en humanitaire hulp te zenden aan de overgebleven indiaanse bondgenoten in Ceará. Beide keren werden de petities genegeerd door de Staten-Generaal die ernstig verdeeld waren over de kwestie Brazilië. Antônio overleed in de Republiek in 1656 als een van de eerste politieke vluchtelingen in Nederland. Na Antônio’s dood vertrokken zijn vrouw, kinderen en enkele andere Potiguaravluchtelingen naar het Caribisch gebied alwaar ze uit ons zicht zijn verdwenen.

Meer over Nederlands Brazilië: Het einde van het Nederlandse tijdperk in Brazilië (Historiek)

Indianen op de trap

2 comments

Foto van trap met namen

São Paulo (SP) Brazilië 2012

Deze trap op het complex van het Memorial da América Latina vermeldt de namen van alle bekende indianengemeenschappen in Brazilië.

Ondanks de erkenning op de trap zijn de indianen in Brazilië vergaand gemarginaliseerd. De huidige rechtse regering van het land draait de bescherming van land van de inheemse bevolking verder terug en bezuinigt op de instellingen, die de belangen van indianen moeten behartigen.

Meer over inheemse volken.

Written by Bert Ernste

september 3rd, 2017 at 5:21 am

Brasiliana: indianen

3 comments

Foto van twee prenten met indianen

São Paulo (SP) Brazilië 2015

Toen de Amerika’s werden ontdekt en vervolgens verkend, was de wereld gefascineerd. Verhalen over exotische (naakte!) indianen, vreemde dieren en planten spraken tot de verbeelding, vaak aangedikt door de stoere verhalen waar zeelieden mee thuis kamen. Fotografie bestond nog niet, dus de mensen thuis waren afhankelijk van prenten. Die prenten werden vaak gemaakt door tekenaars, die het onderwerp van hun prenten helemaal niet gezien hadden, maar hun afbeeldingen maakten aan de hand van die al dan niet aangedikte reisbeschrijvingen.

Jean-Baptiste DebretPrent van indiaanse slaven ging wel zelf naar Brazilië en maakte prachtige afbeeldingen van het koloniale leven daar. Daarbij beeldde hij ook de nare kanten van het kolonialisme af, zoals op de prent met indiaanse slaven (van Wiki). Debret maakte zijn werk in de negentiende eeuw.

Diverse prenten van Debret zijn te zien op de (permanente) tentoonstelling van Brasiliana in het Centro Cultural Itaú aan de Avenida Paulista in São Paulo. De moeite waard!

Meer blogposts over deze tentoonstelling: Brasiliana | Brasiliana: kaart | Brasiliana: indianen voor de koning | Brasiliana: Frans Post portretteert Nederlands Brazilië | Brasiliana: prins Johan Maurits.

Written by Bert Ernste

november 22nd, 2015 at 6:31 am

Brasiliana: indianen voor de koning

2 comments

Foto van prent van indianen

São Paulo (SP) Brazilië 2015

Het is fantastisch dat we tegenwoordig door boeken en films thuis kennis kunnen nemen van de meest verafgelegen plaatsen. Dat heeft ons echter ook iets ontnomen: de volslagen verrassing van de ontdekkingsreiziger die totaal onbekende gebieden betreedt.

Om de Franse koning te laten meegenieten van de ontdekkingen in de nieuwe wereld, werden de indianen op deze prent meegenomen naar Europa. De tekst bij deze prent uit 1613 van Du Vierte en Mariette luidt: “Dit zijn waarheidsgetrouwe afbeeldingen van de wilden van het eiland Maranhão genaamd Tupinambás, naar de koning van Frankrijk gebracht door de heer de Razilly. Ze zijn afgebeeld in de positie van hun dansen.”

Waarheidsgetrouw? Aan hun Europese gelaatstrekken te zien, heeft de tekenaar de indianen niet zelf gezien, of zat hij vast in het beeld van de mensen, die hij tot dan toe kende. Ook valt op dat de indianen in Europese kleding zijn gehesen, al is dat in verband met de Franse kou waarschijnlijk wel verstandig.

De prent is te zien op de (permanente) tentoonstelling van Brasiliana in het Centro Cultural Itaú aan de Avenida Paulista in São Paulo.

Meer blogposts over deze tentoonstelling: Brasiliana | Brasiliana: kaart | Brasiliana: indianen | Brasiliana: Frans Post portretteert Nederlands Brazilië | Brasiliana: prins Johan Maurits.

Written by Bert Ernste

november 21st, 2015 at 6:31 am

Brieven uit Brazilië: reizen in een primitief land

leave a comment

Omslag boekTussen 1897 en 1902 reisde de jonge Nicolaas Verschuur door Zuid-Amerika en met name Brazilië op zoek naar edelstenen. Over zijn wederwaardigheden schreef hij brieven in de krant Het Nieuws van den Dag. Brazilië was toen nog grotendeels ongerept, in de zin dat er weinig wegen waren. Het reizen was bijzonder avontuurlijk, mede door de diverse indianenstammen, die lang niet allemaal gediend waren van blanke indringers.

In 1989 verscheen bij de Arbeiderspers een boek, bezorgd door August Willemsen, met daarin veertig van de zestig brieven die Verschuur schreef. Voor wie zich een voorstelling wil maken van hoe het Braziliaanse binnenland er uit zag rond de eeuwwisseling van de negentiende naar de twintigste eeuw is dit boek beslist een aanrader.

In de eerste brieven in het boek schrijft Verschuur een aantal malen over de verwarde politieke toestand in de Braziliaanse deelstaat Bahía. Het is ten tijde van de oorlog van Canudos, waarin Antônio Conselheiro duizenden mannen en vrouwen om zich heen verzamelde, die armoede leden en in Conselheiro een (religieus) leider zagen die heil zou brengen. Toen zij zich vestigden in Canudos (op grond van een grootgrondbezitter) kregen zij het aan de stok met de gevestigde orde. Ook werden Conselheiro en zijn volgelingen er valselijk van beschuldigd de monarchie te willen herstellen. Keizer Dom Pedro II was in 1889 afgezet en Brazilië werd een republiek. Een zenuwachtige burgemeester van het stadje Juazeiros vreesde een invasie van de volgelingen van Conselheiro en riep hulp in van het leger, dat er aanvankelijk niet in slaagde om de ‘Conselhistas’ te verslaan.

Verschuur merkt de onrust in Bahía en hoort een en ander over de gebeurtenissen en schrijft: “Hoe dit eindigen moet in dit bijgelovig fanatiek land is vooralsnog een raadsel. Zolang hij niet dichter in onze buurt komt, niet een of andere volgeling in onze buurt verdwaalt en nog ontzettender wonderen van de apostel opdist, zal het hier wel rustig blijven.” (Uiteindelijk werden Conselheiro en zijn volgelingen bloedig verslagen. Vargas Llosa schreef over die episode het spannende boek De oorlog aan het einde van de wereld | The war of the end of the world.)

Dat conflict speelt zijdelings een rol in het verhaal van Verschuur, maar de meeste brieven gaan toch over zijn zoektocht naar (half)edelstenen en zijn directe omgeving. Zoals dat in die tijd gebeurde spreekt hij over zijn donkere dienstmeid als ‘zwartje’ en het woord ‘neger’ heeft nog geen negatieve bijklank. Grappig is dat Verschuur een Nederlands kookboek, Aaltje de volmaakte en zuinige keukenmeid bij zich heeft om zijn dienstmeiden aanwijzingen te kunnen geven. Voor het bereiden van poema neemt hij het recept voor haas en voor de restanten van de maaltijd dat van hazepeper.

Een bezoekende groep kunstenmakers leidt tot grote opwinding in het dorp waar Verschuur verblijft. De jeugd staat hen al op te wachten aan de rand van het dorp. “Eindelijk kwamen zij aan, vijf personen, hun bagage gepakt op twee magere paarden, zó broodmager dat het een wonder was hoe zij hun last konden dragen.” De artiesten brengen na hun optreden de notabelen van het dorp een afscheidsbezoek. Ook Verschuur valt die eer te beurt, maar hij “was zeer blij toen deze zeldzaam smerige negerfamilie mijn deur weer uit was”.

Zo beschrijft Verschuur in nuchtere termen, zonder uitgebreide analyses of oordelen, zijn leven in Brazilië. Op weg naar Bolivia ontmoet hij een poemajager, die hij in het Spaans aanspreekt. De poemajager blijft ondanks fraaie Spaanse volzinnen zeer argwanend. Totdat Verschuur zijn Luxemburgse metgezel in het Duits toeroept om de geschoten poema van de jager te komen bekijken. De jager laat zijn geweer vallen, de tranen biggelen over zijn wangen en hij zegt: “Hoe dank ik de hemel dat ik nog eenmaal mijn moedertaal hoor. Sinds 20 jaar is mij de straf opgelegd, gedoemd ver van mensen in deze wildernis te leven, en nu ik weer voor het eerst mijn moedertaal hoor, nu is mij het hart zo vol, zo week”. Verschuur en zijn metgezel vragen uit respect niet naar het drama achter deze woorden.

De passage tekent hoe anders het reizen in die tijd was, zeker als je de wildernis introk. Geen communicatie, anders dan door het sturen van een boodschapper. Geen mobiele telefoon, satelliettelefoon of andere elektronica, zelfs geen telefoon.

Verderop vertelt Verschuur van de gemeenschappen van gevluchte slaven, die in het oerwoud wonen. Na de afschaffing van de slavernij breidden deze gemeenschappen zich nog verder uit. “(…) zo ontwikkelden zich zich in de wildernissen gehele negerstammen die, afgescheiden van alle aanraking met de blanken, hoe langer hoe meer verwilderden, en in de oerwouden leefden zoals hun voorvaderen in het verre Afrika. Toch zijn die wilde of verwilderde stammen niet buitengewoon gevaarlijk, men moet met alle mensen weten om te gaan, tamme en wilde”.

Ook Verschuurs verhalen over de indianen zijn interessant om te lezen. Zo vertelt Verschuur van de Mataco’s, die hand aan hand zwemmend een woest stromende rivier zo breed als het Amsterdamse IJ weten over te steken. Soms maken ze daarvoor ook vlotten. Verder heeft hij weinig goede woorden over voor de Mataco’s: “de lamlendigheid en loomheid van dat volk beschrijven is ondoenlijk”.

Voor de Chiruanen aan de grens met Bolivia heeft Verschuur meer waardering. Die maken van een koeienhuid een soort vierkante bak om een rivier over te steken. Een indiaan op een paard trekt de bak en een aan de achterkant meezwemmende indiaan zorg voor de balans.

Hoe primitief en armoedig grote delen van Brazilië rond 1900 waren, blijkt uit Verschuurs brief uit Bom Jesus de Lapa, waar hij op zijn metgezel wacht. Een van zijn ossen gaat dood na het eten van giftige planten. Verschuur sleept de dode os buiten de bewoonde kom en vilt die. Nauwelijks heeft hij de huid van het dier af en wil hij het door het gif zwart geworden vlees aan de gieren laten, of “hongerige ongelukkigen stonden gereed om om twistend de buit te verdelen. Ondanks mijn waarschuwingen vielen de hongerlijders erop aan; de sterksten kregen het meest. Mannen en vrouwen vochten om die bloederige stukken; het was onmogelijk er mij tegen te verzetten. ’t Was een mensonterend, walgelijk schouwspel.”

Alles bij elkaar is Brieven uit Brazilië van Nicolaas Verschuur een zeer prettig lezend boek over pionieren in andere, voor de moderne reiziger die voortdurend online is, bijna onvoorstelbare tijden. De brieven zijn nuchter geschreven, registrerend zonder veel oordelen en met een prettige dosis verbazing en humor. Zeer aanbevolen!

Nicolaas Verschuur, Brieven uit Brazilië

Meer Brazilië

Written by Bert Ernste

juli 27th, 2013 at 8:11 am

Zieltjes winnen

one comment

Afbeelding van pater Anchieta met indianenPater José de Anchieta, hier afgebeeld bij het kerstenen van indianen, is in Brazilië een iconische figuur. De Spaanse missionaris en jezuiet speelde samen met de Portugese jezuiet Manuel de Nóbrega een grote rol bij het begin van de Portugese kolonisatie van Brazilië. Anchieta wordt beschouwd als een van de stichters van São Paulo (1554) en Rio de Janeiro (1565).

Je komt de naam Anchieta dan ook overal in Brazilië tegen, net als standbeelden en andere monumenten voor hem. De foto laat het voetstuk zien van het standbeeld van Anchieta voor de kathedraal van São Paulo. Een van de twee grote wegen van São Paulo stad naar de kust is de Rodovia Anchieta. In het kustplaatsje Itanhaém (SP) is een speciale, 220 meter lange loopbrug gebouwd naar een rotspartij, die bekend staat als het Bed van Anchieta (Cama de Anchieta). Daar zou de pater overnacht hebben. Het is een ruim, maar wel hard bed.

Ik probeer mij altijd voor te stellen hoe die eerste contacten met de inheemse bevolking eeuwen terug verliepen. Men had toen niet de beschikking over de overdaad van informatie, die we nu hebben. Wie in onbekende streken aan land ging, wist vrijwel niets van de lokale omstandigheden. In de roman Braziliaans rood (Rouge Brésil) van Jean-Christophe Rufin over Franse pogingen een kolonie te stichten in de baai bij wat nu Rio de Janeiro is wordt dat fraai verteld.

Meer boeken Brazilië | Meer Brazilië

Frustratie: problemen die niet verdwijnen

2 comments

Foto kop uilToen ik in de jaren ’70 van de vorige eeuw mijn middelbare school afrondde, zaten we midden in een culturele revolutie. De jongeren hadden de zitten regentenklasse de wacht aangezegd (geïnspireerd door Parijs 1968) en zouden het allemaal wel even anders gaan doen. De derdewereldbeweging, zoals dat toen heette, bloeide, want velen vonden dat de koloniën onafhankelijkheid verdienden, steunden bevrijdingsbewegingen en maakten zich sterk voor de ontwikkeling van arme landen. Ook in eigen land zou alles anders worden. Daar zat natuurlijk een flinke brok naïviteit in. De wereld bleek veel minder maakbaar dan we dachten.

Zelfs als ik dat in gedachten houd en besef dat veranderingen (veel) langer duren dan we toen in jeugdig optimisme dachten, blijft het mij frustreren dat sommige problemen blijven voortbestaan en dat de mensheid niet in staat is die op te lossen. Enkele voorbeelden.

Het Palestijnse probleem
De Palestijnen kunnen al zestig jaar hun recht op zelfbeschikking niet uitoefenen, omdat Israel de internationale rechtsorde en talloze VN-resoluties aan zijn laars lapt. De Verenigde Staten (al dan niet met bondgenoten) zijn landen om veel minder binnengevallen (Irak), maar Israel wordt buiten schot gelaten. Zie hier en hier.

Nederlands Nieuw-Guinea | West Papua
Sinds Nederland haar laatste kolonie in de Oost, Nederlands Nieuw-Guinea (nu West Papua), in 1962 verliet, lijdt de lokale bevolking (de papua’s) onder het Indonesische regime, dat zijn legitimiteit baseert op de frauduleuze volksstemming van 1969. De situatie van de lokale bevolking, die inmiddels in de minderheid is, is erbarmelijk zoals talloze rapporten steeds weer aantonen. Zie hier en hier.

Inheemse volken: indianen
Ook de situatie van inheemse volken wereldwijd is een probleem dat maar niet weg gaat. Om mij te beperken tot mijn aandachtsgebieden: de indianen van Brazilië worden nog steeds verdrukt en dreigen het onderspit te delven tegen oprukkende sojaplantages (onder andere voor ons veevoer) en suikerrietplantages (onder andere voor onze biobrandstoffen). Dat oprukken gebeurt vaak gewapenderhand: pistoleiros bedreigen of vermoorden indianen en kleine boeren, die opkomen voor hun rechten. Zie hier en hier.

Dat niet alles zo eenvoudig op te lossen is als ik mijn jonge jaren in eindeloos optimisme meende, begrijp ik inmiddels. Maar kunnen we nou echt geen enkel van dergelijke problemen eens en voor altijd de wereld uithelpen?!

Aanvulling 9 december 2012: Lees over die vraag ook deze column van Thomas von der Dunk.

Meer columns