Al geruime tijd loopt er in Brazilië een groot onderzoek naar het kopen van stemmen in het parlement onder de regering van president Luiz Inácio Lula da Silva van de Arbeiderspartij (PT). Tot nu toe wist oud-president Lula steeds buiten de verdachtmakingen te blijven, maar nu wordt er toch onderzoek gedaan naar zijn betrokkenheid. (Berichten in: Estado de São Paulo, New York Times, NRC Handelsblad.)
Inmiddels zijn al een aantal betrokkenen in het schandaal veroordeeld. Het diepgaande onderzoek naar het kopen van stemmen lijkt een ommekeer in de Braziliaanse politiek en bestuur. Corruptie is daar endemisch, maar leidde zelden tot forse maatregelen. President Collor, die in de jaren negentig van vorige eeuw aftrad, toen een afzettingsprocedure tegen hem dreigde wegens vergaande corruptie en zelfverrijking, is -hoe cynisch- inmiddels terug in de politiek als senator. Van vele andere parlementariërs en deelstaatgouverneurs en andere bestuurders is bekend of wordt sterk vermoed dat zij zichzelf illegaal verrijkten, maar onderzoeken eindigden meestal ‘in pizza’, zoals ze in Brazilië zeggen: ze liepen op niets uit. Meer.
Is oud-president Lula schuldig? Wist hij van het kopen van stemmen? Of Lula’s betrokkenheid ooit bewezen wordt is een open vraag, maar het is vrijwel niet voor te stellen dat hij niets wist van het uitgebreide omkoopschema.
Was hij echt niet op de hoogte? Dan moet de conclusie zijn dat hij een waardeloze leider was, die niet wist wat er in zijn regering speelde.
Het is een grote stap voorwaarts dat in Brazilië nu echt werk wordt gemaakt van corruptiebestrijding. Het is misschien niet helemaal eerlijk dat de meeste aandacht daarbij nu naar de Arbeiderspartij gaat, aangezien er ook onder vorige regeringen corruptie was. Men moet echter ergens beginnen.