Dit is een gietijzeren wapenbord zoals die vanaf circa 1850 door Nederlandse marineschepen langs de kusten van Nieuw-Guinea werden geplaatst om de Nederlandse aanspraken op het gebied te markeren. Deze stond aan de Geelvinkbaai (nu Teluk Cenderawasih). Hij is te vinden in de collectie van de Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen. De foto vond ik in: W.F.J. Mörzer Bruyns, Met de Triton en Iris naar Nieuw-Guinea. De reisverhalen van Justin Modera en Arnoldus van Delden uit 1828, Walburg Pers 2018.
Hieronder een fragment uit J. van Oldenborgh, Verslag eener reis met Z.M. stoomer Batavia van Ternate naar de Noord- en Noord-westkust van Nieuw-Guinea, gepubliceerd in 1882:
De mariniers droegen een Nederlandsche vlag en een wapenbord en zoo waren wij weldra geland.
Men ontving ons klaarblijkelijk zeer vriendschappelijk. In minder dan geen tijd waren wij door 2 à 300 inlanders omringd. Eenige hunner namen water in den mond en spoten ons daarmede in het aangezigt, nadat het in den mond met een zich aldaar bevindende sirihpruim in aanraking was geweest, een zeer vieze welkomsgroet, waaraan wij ons echter onderwierpen.
Anderen bragten klappers en sagokoeken aan, die wij aannamen en waarvoor wij eenige kleine geschenken in de plaats gaven. Alles ging gepaard met een woest geschreeuw en getier, terwijl er vooral groote neiging bestond onze geweren tegen hunne vrouwen te ruilen; althans moesten wij dat uit hun gebaren opmaken. Niemand echter raakte ons aan. Eerst na eenigen tijd onstond er eenige stilte, en konden wij hun aan het verstand brengen, wat wij met het wapenbord wilden doen.
Onmiddelijk werd er een groote paal gehaald, die op het eenigzins hoog gelegen strand of duin, dat wij van uit het schip reeds als de meest geschikte plaats hadden uitgekozen, in den grond werd gegraven; Hierna wisten wij den inlanders te beduiden, dat zij neder moesten knielen, waartoe wij zelf het voorbeeld gaven, en toen er door dit knielen een weinig minder gedrang was, werd het wapenbord aan den paal bevestigd, een Nederlandsche vlag er naast geplaatst, terwijl er rondom een kring werd getrokken, buiten welken een menigte geschenken als messen, kralen, spiegeltjes, kains enz. werden uitgespreid. Nu werd hun zoo goed en zoo kwaad als ’t ging aan ’t verstand gebragt, dat de geschenken voor hen waren, doch dat vlag en wapenbord niet mogten worden weggenomen. Hierop riepen wij driemaal hoerah, waarmede de inlanders vrolijk instemden, en onmiddelijk hun sirih en water besproeijing weder begonnen, terwijl anderen op de geschenken aanvielen en zooveel zij maar grijpen konden wegbragten. Aan eenige der oudsten werden nog eenige Nederlandsche vlaggen uitgedeeld en voor hen op de praauwen geplaatst, terwijl wij hun trachtten te beduiden, dat als er een schip kwam, zij dan met die vlaggen aan boord moesten komen. Of zij dit begrepen hebben betwijfel ik eenigzins.
(Aanvulling 2022:) Hieronder een foto van de genoemde ‘stoomer’ Batavia (tenminste dat vermoed ik).
Hr.Ms. Batavia voor de rede van Lhokseumawe Bron