Bert Ernste – Utrecht | São Paulo • weblog

Brazilië, West-Papua, media en meer

Archive for the ‘kolonialisme’ tag

Koloniaal verleden (1)

leave a comment

Foto hoedenwinkel

‘Koloniale hoeden’

Lissabon 1983

Meer foto’s

Written by Bert Ernste

oktober 2nd, 2011 at 8:49 am

Weet u nog? Nederlands Nieuw-Guinea | West Papua (4)

leave a comment

Ansichtkaart met kaart van Nieuw-GuineaHet is al vaker gezegd, ook op dit blog, dat Nederland (wij dus) onze voormalige Nederlandse kolonie Nieuw-Guinea links laten liggen.

De lokale bevolking mocht, zo leek het, bij het vertrek van Nederland (1962) zelf over haar toekomst beslissen. Indonesië manipuleerde en fraudeerde de volksraadpleging en zo kwam de westelijke helft van Nieuw-Guinea bij Indonesië.

De bevolking bleef protesteren, waar de Indonesische autoriteiten hard tegen optraden. Er leek wat te verbeteren toen West Papua, zoals het gebied nu heet, tien jaar geleden ‘speciale autonomie’ kreeg.

Alleen bleek dat een wassen neus, zoals steeds meer mensen inzien. Mensenrechtenschendingen zijn nog steeds een groot probleem. Zie hier.

September 2010

Meer West Papua | Nederlands Nieuw-Guinea

Written by Bert Ernste

februari 7th, 2011 at 9:37 am

Herinneringen aan Nieuw-Guinea

leave a comment

Foto van de KaloekoeWat gaat de tijd snel! Zo ben je een tienjarige knaap, die met zijn ouders naar het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea vertrekt, en dan is het al weer bijna vijftig jaar later – een leven verder, de herinneringen aan Manokwari en Hollandia vervagend.

Maar toch, hoe kort mijn tijd in Nieuw-Guinea ook was – we gingen voor drie jaar, het werd iets van tien, elf maanden, vanwege het verloren koloniale oorlogje – hij heeft veel indruk gemaakt.

Papoea’s uit het Arfakgebergte kwamen om het gras te maaien rond het huis in Manokwari. Als blank jongetje keek je je ogen uit. De veiligheidsspeld in het oor van Adam, de leider, fascineerde.

Zwemmen en snorkelen bij het strand van Pasir Poetih was geweldig. Op weg daarheen kwamen we langs enkele kampongs, die uitliepen en om rotih (brood) vroegen. Ervaringen, die je als tienjarig Hollands jongetje nog niet kunt plaatsen, maar die je wel bij blijven. Zo herinner ik mij ook de Chinese winkel in Manokwari met al die aparte spulletjes en geuren. Ik kocht er een soort multomap met Nieuw-Guinea op de omslag. De papoea-assistent van de lagere school (Klim en Daal) maakte een pijl en boog voor me.

Onvergetelijk was ook de bootreis met de Kaloekoe van de KPM (Koninklijke Pakketboot Maatschappij) van Manokwari via Biak en Japen naar Hollandia. Onderweg deden we ook nog een eilandje aan om een planter te bevoorraden. We mochten met de sloepen aan land en even zwemmen, terwijl de goederen voor de plantage werden uitgeladen.

In Hollandia begon ik iets te begrijpen van de politieke spanningen rond Nieuw-Guinea, dat door Indonesië werd opgeëist. Mijn schoolmaatjes en ik hadden een duidelijke mening: Nederland had het beste voor met de papoea’s. Ach, we praatten natuurlijk onze ouders en de heersende ideologie na.

Wat lijkt het nu lang geleden, wat is de tijd snel gegaan. Het feit dat de westelijke helft van Nieuw-Guinea tot 1962 Nederlands was, is bij de meeste Nederlanders niet meer bekend, vrees ik. Nederland is dat gebied, waar we het zo goed mee voor hadden (zeiden we), wel erg snel vergeten. Dat geldt natuurlijk niet voor de mensen die er woonden, werkten en leefden, maar wel voor vrijwel de hele rest van de Nederland. En voor de Nederlandse politiek. Economische belangen in Indonesië wegen zwaarder dan de mensenrechten in onze voormalige kolonie.

Augustus 2010

Meer herinneringen aan Nieuw-Guinea

Written by Bert Ernste

februari 4th, 2011 at 10:39 am

‘Achter het riet’, een verhaal uit Nederlands Brazilië

leave a comment

Omslag boekAchter het riet van Vinco David is een roman van Nederlandse bodem, die speelt in Nederlands Brazilië. Toen Portugal en Spanje een dubbelmonarchie vormden van 1580 tot 1640, waren de lage landen verwikkeld in de tachtigjarige oorlog met Spanje. Het feit dat Portugal nu bij Spanje hoorde, gaf de Nederlandse bewindvoerders en meer concreet de West-Indische Compagnie een excuus om ook de Portugese koloniën aan te vallen en te veroveren. Gedurende enkele tientallen jaren was de kans dat Brazilië een Nederlandse kolonie zou worden niet geheel denkbeeldig. Nederland zwaaide de scepter in belangrijke delen van Brazilië van 1630 tot 1654. Na de vrede van Münster in 1640 rekten de Nederlanden de uitvoering van het vredesverdrag nog wel, maar moesten de veroverde Portugese koloniën uiteindelijk worden teruggegeven.

Achter het riet is bij mijn weten het eerste boek dat grotendeels in Nederlands Brazilië speelt. Het jeugdboek Slavenhaler van Rob Ruggenberg speelt er voor een deel.

De geschiedenis van Nederlands Brazilië is intrigerend, mede omdat prins Johan Maurits van Nassau er een aantal jaren gouverneur was en een voor die tijd verlicht bewind voerde. Hij nam een groot aantal wetenschappers en kunstenaars, onder andere de schilders Frans Post en Albert Eckhoudt, mee om Brazilië te documenteren. Hij stond een grote mate van godsdienstvrijheid toe en gaf verschillende bevolkingsgroepen politieke invloed. Hij krijgt krediet voor een soort protoparlement. Ondertussen had hij geen problemen met de slavernij.

In een Braziliaanse winkel, waar ik vaak kom, zei de eigenaar op een dag tegen mij dat de huidige problemen van Brazilië de schuld waren van de Hollanders. Als die niet weg waren gegaan, dan zou Brazilië er veel beter aan toe zijn dan nu, zo meende hij. Er zit overigens wel enige mythevorming rond het bewind van Johan Maurits, maar in sommige zaken was hij zijn tijd zeker vooruit.

Terug naar Achter het riet. Dat vertelt het verhaal van een Nederlandse planter, Gabriël Crul, die na een militaire carrière bij de verovering van Brazilië als suikerplanter begint. Crul is een wrede slaveneigenaar, die zich weinig bekommert om de economische waarde van zijn slaven. Ietwat vreemd, waar de meeste slaveneigenaren hun wreedheid enigszins intoomden, omdat een slaaf, die niet kan werken, niets waard is. Crul is ook pervers, in de zin dat hij zijn (mannelijke) huisslaven seksueel misbruikt. Seksuele relaties met slaven kwamen natuurlijk volop voor.

Het verhaal speelt zich grotendeels af op de plantage van Crul en gaat vrijwel alleen over de onderlinge relaties op het bedrijf. Er zijn twee kampen in huize Crul. Zijn vrouw, zijn dochter en zijn tante benevens enkele huisslavinnen aan de ene kant en Crul en zijn huisslaven aan de andere kant. Crul heeft nauwelijks meer een relatie met zijn vrouw en lest zijn seksuele dorst dus met zijn huisslaven.

Een dominee, die wordt ingehuurd om zijn dochter les te geven, probeert seksuele relaties aan te knopen met zowel Cruls dochter als een van de huisslavinnen en probeert Cruls vrouw te manipuleren.

Daarmee wordt de achtergrond van Nederlands Brazilië en de strijd met de Portugezen gereduceerd tot een tamelijk statische decor voor de relationele problemen in huize Crul. Zo nu en dan komen de gebeurtenissen in de kolonie wel ter sprake, maar het boek gaat vrijwel uitsluitend over de spanningen binnen de familie Crul plus hun huisslaven.

Helaas komen de hoofdpersonen in Achter het riet daarbij niet echt uit de verf. Ze blijven wat eendimensionaal. De dromen, die het boek larderen, vond ik al helemaal niet geloofwaardig. Ook het einde van het boek is nogal onbevredigend. De situatie in huize Crul wordt onbeheersbaar en zijn dochter vlucht naar Mauritsstad. De Portugezen staan op het punt om de kolonie te heroveren en het verhaal eindigt ineens.

Jammer dat het boek nauwelijks een beeld geeft van de koloniale samenleving in Nederlands Brazilië. Er wordt wel verteld dat er joden zijn, die (uniek voor die tijd) een synagoge mogen bouwen, dat er vrije zwarten zijn en slaven, dat de indianen voor een deel aan de Hollandse kant vochten, maar dat heeft allemaal nauwelijks met het echte verhaal te maken, dat zich bijna helemaal binnenshuis in huize Crul afspeelt. Het decor van Nederlands Brazilië is tamelijk willekeurig.

Uiteraard is die keuze aan de schrijver, maar bij gebrek aan echt geloofwaardige personages is Achter het riet mede daardoor een wat mager verhaal geworden.

Vinco David, Achter het riet, of de waarachtige geschiedenis van Gabriël Crul, planter in Nederlands Brazilië, Van Gennep, Amsterdam
Rob Ruggenberg, Slavenhaler, Querido, Amsterdam (jeugdboek) (website Slavenhaler)

Non-fictie over Nederlands Brazilië:
Charles R. Boxer, De Nederlanders in Brazilië 1624 – 1654, Atlas, Amsterdam
José Antônio Gonsalves de Mello, Nederlanders in Brazilië (1624-1654). De invloed van de Hollandse bezetting op het leven en de cultuur in Noord-Brazilië
Evaldo Cabral de Mello, De Braziliaanse affaire. Portugal, de Republiek der Verenigde Nederlanden en Noord-Oost Brazilie, 1641-1669, Walburg Pers, Zutphen. Met name over het diplomatieke steekspel van de vrede van Münster rond de Braziliaanse rijkdommen.

Meer boeken Brazilië

Juni 2010

Written by Bert Ernste

februari 1st, 2011 at 9:07 pm

Weet u nog? Nederlands Nieuw-Guinea | West Papua (2)

leave a comment

Ik sprak er al eerder schande van dat we ‘onze’ kolonie Nederlands Nieuw-Guinea (nu West Papua) negeren, waarschijnlijk uit schaamte.

Hier een goede samenvatting van de actuele situatie in het gebied (in het Engels).

Juni 2010

Meer West Papua | Nieuw-Guinea

Written by Bert Ernste

februari 1st, 2011 at 10:07 am

Laat de Chagossians terugkeren naar Diego Garcia

leave a comment

Foto kop uil

Update 11 september 2022: In de laatste Britse kolonie kon je in 1973 nog als een beest worden gedeporteerd

Update 30 december 2020: ‘What about justice?’: Chagos Islanders pin their hopes on Biden. Decades after the US took over the territory for a military base, families separated and forced to leave their homes are still waiting for compensation

Update 25 februari 2019: UN court rejects UK’s claim of sovereignty over Chagos Islands

Update 3 september 2018: Mauritius takes UK to court over Chagos Islands sovereignty

Update 16 november 2016: Chagos Islanders denied right to return home

De Chagossians (Chagossianen?), de vroegere bewoners van de Chagos Archipel, moesten wijken voor de Amerikaans militaire basis op Diego Garcia in de Indische Oceaan. Ze werden gedwongen te verhuizen en kregen geen enkele compensatie. Ze willen nog steeds terug.

Het eiland Diego Garcia met zijn grote Amerikaanse militaire basis en de andere eilanden van de groep, de Chagos Archipel, zijn formeel Brits. Op Diego Garcia waait de Britse vlag en er schijnt nog een rode telefooncel te staan. Effectief is het eiland Amerikaans.

Groot Brittannië was na de tweede wereldoorlog verzwakt en ging wat graag in op de vraag van de Amerikanen om Diego Garcia te mogen gebruiken voor een militaire basis. De Britten zetten Mauritius voor het blok: onafhankelijkheid alleen zonder de Chagos Archipel. Mauritius werd onafhankelijk in 1968.

Een keiharde voorwaarde van de Amerikanen was dat Diego Garcia leeg, dat wil zeggen zonder inwoners (afstammelingen van Afrikaanse slaven en contractarbeiders uit India) moest worden opgeleverd. De Britten kweten zich vlijtig van die opdracht. Ze deden eenvoudig alsof er geen permanente bewoners waren, maar alleen tijdelijke contractarbeiders uit de Seychellen en Mauritius, een aperte leugen. De tweeduizend bewoners werden aan boord van vrachtschepen gedeporteerd -een ander woord is er niet voor- zonder enige vorm van compensatie. De Verenigde Staten gaven in ruil veertien miljoen dollar korting op de nucleaire Polaris raketten van Groot-Brittannië.

De meeste Chagiossians wonen sinds 1971 in de krottenwijken van Mauritius, een kleiner aantal woont in Engeland. Ze strijden nog steeds voor hun terugkeer. Die is heel wel mogelijk, want de Chagossians eisen niet dat de Amerikaanse basis verdwijnt. Sterker, ze willen er graag werken. Desnoods stellen ze zich tevreden met de andere eilanden van de archipel.

Er is een discussie gaande of de Verenigde Staten een imperium zijn in de zin van het Romeinse keizerrijk en het Britse koloniale rijk van voor de tweede wereldoorlog. Het argument is steeds dat de Verenigde staten geen imperium zijn, omdat ze geen koloniën hebben. Hun militaire bases in de wereld vormen evenwel een wereldwijd netwerk waarmee de Verenigde Staten imperiale macht kunnen uitoefenen.

Ook is de bovenbeschreven methode van bezetting van een gebied en het verjagen van de oorspronkelijke bevolking er een uit het handboek van een koloniale mogendheid, al lieten de VS de uitvoering in dit geval aan de Britten over.

De methodiek is ook toegepast in de Bikini atol, waar de Verenigde Staten nucleaire proeven deden; Koho‘olawe (Hawaii); Guam; de Filipijnen, waar Clark Air Base en andere bases zijn gebouwd op gebied van het Aetas volk; Alaska, waar Aleutianen huis en haard moesten verlaten; Puerto Rico, waar het eiland Vieques ontvolkt is; Groenland, waar Inuit zijn verdreven en Okinawa, waar de helft van de bevolking moest verhuizen voor de militaire bases van de VS.

David Vine Island of shame; The secret history of the US military base on Diego Garcia, besproken in The New York Review of Books, 28 mei 2009.

Maart 2010

Meer Commentaren

Niets is enkel zwart of wit in Nederlands Angola

leave a comment

Omslag boekDe bedoeling is dat deze reeks gaat over Portugese literatuur. De vraag is natuurlijk wat Portugese literatuur dan wel is. Is dat literatuur over Portugal, uit Portugal, of alles wat in het Portugees geschreven is?

Zijn de door de Portugese Nobelprijswinnaar José Saramago op de Canarische eilanden geschreven boeken, zoals het eerder besproken De stad der blinden, over ‘de’ mensheid en niet over een specifiek land of cultuur, nog Portugese literatuur, of is dat meer wereldliteratuur? Weg met het denken in vakjes. Deze keer een boek van de Angolese schrijver Pepetela: Een roemrijke familie (A glóriosa família).

Nederland de baas in Luanda
Een roemrijke familie gaat over de zeven jaar (1641 – 1648), waarin Nederland de scepter zwaaide in Luanda, de Angolese hoofdstad. Prins Johan Maurits was gouverneur van Hollands Brazilië en hij had slaven nodig voor de suikerteelt. (Het Mauritshuis in Den Haag is grotendeels met ‘suikerfortuin’ gebouwd.) Weliswaar was de vrede met Portugal, net weer los gekomen van Spanje, getekend, maar in de tijd die nodig was om dat te berichten aan de koloniën, sloegen de Nederlanders nog even een slag in Luanda om de aanvoer van slaven veilig te stellen.

Hoofdpersoon in het verhaal is Baltazar Van Dum, Vlaming, maar ‘Portugees van gemoed’. Zijn vrouw is zwart en in veel opzichten meer racistisch dan haar echtgenoot. “Weer eentje, die het ras achteruit laat gaan”, is haar commentaar als een zoon van haar een kind verwekt bij een Afrikaanse vrouw. De Hollanders beschouwen Van Dum als een geestverwant, maar tegelijkertijd vertrouwen ze hem als katholiek niet erg. Van Dum laveert tussen Hollanders, Portugezen, de koning van Kongo, de Angolese koningin en inlandse stamhoofden.

Een roemrijke familie is een aaneenschakeling van gebeurtenissen, waarbij niet alleen Van Dum, maar iedereen moet schipperen tussen de verschillende culturen: tussen katholiek (de Portugezen) en protestant (de Hollanders), tussen zwart en blank, tussen het ‘ware’ geloof en de Afrikaanse magie, tussen loyaliteit aan de Portugezen, die naar verwachting terug zullen komen, en de Hollanders, die nu de scepter zwaaien. Het verhaal wordt verteld door de lijfslaaf van Baltazar Van Dum, een halfbloed die Van Dums zoon zou kunnen zijn.

Iedereen boter op het hoofd
Pepetela laat in dit kloeke boek (430 bladzijden) zien hoe niets zwart-wit is. Niemand is volledig schuldig of volledig onschuldig. De Afrikaanse slavenhandel is uitgevonden door Afrikanen, al waren het wel de blanken die er een transatlantische handel van maakten. Andere volken zijn minstens zo wreed en onderdrukkend als de Europeanen, al waren de Europeanen misschien wel het meest efficiënt in hun oorlogsvoering en dus hun geweld. De blanken hebben niet het monopolie op racisme. Iedereen heeft boter op zijn hoofd.

Een roemrijke familie is een fascinerend boek, dat veel begrip geeft voor het laveren dat noodzakelijk is om in een gemengde samenleving te leven. Bestaan er trouwens niet-gemengde samenlevingen? Veel meer dan in veel andere boeken over de koloniale tijd, waarin vaak blanke helden optreden en de scheidslijnen helder zijn, laat dit boek zien hoe ingewikkeld samenlevingen zijn en hoe veel ‘waarheden’ er bestaan.

Omslag boekEen roemrijke familie (uitgeverij Meulenhoff) is zeer de moeite waard, ook al omdat het zich laat lezen als een avonturenroman. Vertaald door en met een nawoord van Harrie Lemmens.

Pepetela heet in werkelijkheid Artur Carlos Maurício Pestana dos Santos (1941). Pepetela was zijn schuilnaam in het verzet tegen het Portugese koloniale regime in Angola. Hij is zelf Portugees èn Afrikaan, ofwel een blanke Afrikaan. Hij won in 1997 de prestigieuze Prémio Camões voor zijn werk en in 1999 de Prince Claus Award.

Jaime Bunda
Pepetela schreef ook Jaime Bunda, wat in het Portugees niet toevallig een beetje klinkt als James Bond. Jaime Bunda (bunda = kont) is een dikke, zwetende geheim agent in het marxistische Angola. Het is een geestig en ironisch boek dat het marxistische bewind speels op de hak neemt. Bij mijn weten helaas niet vertaald in het Nederlands. (Wel in het Frans, Duits en Engels.)

Bij uitgeverij De Geus verscheen in 2008 Roofdieren (Os predadores) van Pepetela. Dat gaat over dertig jaar onafhankelijkheid van Angola, onder meer over de corruptie.

Maart 2010

Meer boeken Portugal

Written by Bert Ernste

januari 19th, 2011 at 2:37 pm

Het meeslepende kwaad van de koloniën

leave a comment

Omslag boekPortugal verloor als een van de laatste koloniale mogendheden haar Afrikaanse koloniën in de jaren ’70, na een bloedige oorlog die bovendien aanleiding was voor de Anjerrevolutie van 1974.

De koloniale tijd, waarin Europese mogendheden een groot deel van de wereld bestuurden, ligt inmiddels geruime tijd achter ons. Toch blijft het fascineren hoe blanke mogendheden destijds verre landen bestuurden en uitbuitten. Miguel Sousa Tavares schreef er een meeslepend boek over: Evenaar (Equador). Equador verscheen in 2003 en speelt rond 1900.

Het boek begint als een roman van de negentiende-eeuwse schrijver Eça de Queiroz. De hoofdpersoon Luis Bernardo Valença is een bemiddeld man, eigenaar van een succesvolle handelsfirma en vrijgezel. Hij dineert in hoge kringen, speelt kaart, heeft een affaire met de getrouwde Matilde en schrijft zo nu en dan een opiniestuk in de kranten, waarin hij het koloniale beleid van Portugal bekritiseert.

Slavernij
Ondertussen hebben de Portugezen in hun kolonie São Tomé e Príncipe (nu een onafhankelijk eilandenstaatje voor de kust van Angola) een probleem. Volgens internationale verdragen is slavernij niet meer toegestaan. São Tomé e Príncipe is op dat moment de grootste exporteur van cacao ter wereld en men heeft werkkracht nodig. De Angolese arbeiders worden uitgebuit als waren het slaven. De Britten sturen daarom een consul om poolshoogte te nemen. De Britten willen vanuit ideële principes, maar zeker ook uit eigenbelang aantonen dat er in de Portugese kolonie sprake is van slavernij, dat zou hun concurrenten een slag toebrengen.

Valença lijkt de ideale kandidaat om gouverneur van São Tomé e Príncipe te worden en de Britse consul te laten zien dat er van slavernij geen sprake is. Na enige aarzeling besluit Luis Bernardo Valença de benoeming te aanvaarden. In de kolonie aangekomen, blijkt al snel dat hij voor een onmogelijke taak staat. De lokale ondernemers zien Valença als een betweter uit Lissabon, die niet weet hoe het er in de tropen aan toegaat. De kolonialen vinden hun nieuwe gouverneur een bedreiging voor hun zaken en zien niet dat hun systeem in de moderne wereld ten dode is opgeschreven. De verhoudingen raken al snel gespannen.

Daar komt nog bij dat Valença gegrepen wordt door de ellende van de zwarte arbeiders die hij ter plekke ziet. Voor de rechtbank verdedigt hij een zwarte arbeider, die in opstand kwam tegen zijn wrede baas. De koloniale gemeenschap ziet het geschokt aan. Ondanks het feit dat Valença van huis uit zakenman is, krijgt zijn idealistische kant de overhand en wil hij een ethisch koloniaal beleid voeren.

Broeierig
Sousa Tavares schrijft indringend over de blanke fascinatie voor de tropen en zijn inwoners. De broeierigheid en de machtswellust van sommige blanken tegenover hun gekleurde arbeiders beklemmen en doen denken aan bijvoorbeeld Heart of darkness van Joseph Conrad, al is dat een heel ander soort boek. Ook in Jungle, de trilogie van Anthony van Kampen, komt die fascinatie voor de tropen tot uitdrukking, zij het in wat (al te) mystieke zin.

Alsof Valença zo nog niet genoeg aan zijn hoofd heeft, wordt hij ook nog eens hopeloos verliefd op de mooie vrouw van de Britse consul, die hij moest wijs maken dat er in São Tomé e Príncipe alleen contractarbeiders waren, die het goed maakten.

Onafwendbaar gaat de gouverneur met zijn goed bedoelingen – hoe serieus waren ze? – zijn noodlot tegemoet. Niemand moet hem meer. De Britten kondigen een boycot af van de cacao uit zijn kolonie. Valença schrijft aan de koning van Portugal: “Er is hier veel meer in het geding dan de welvaart van enkelen. Het gaat erom de schandvlek weg te wassen die Portugals naam besmeurt […] die de staat onwaardig is die het U toevalt te vertegenwoordigen.” Dat lijkt sterk op het slot van Max Havelaar, zoals Elsbeth Etty constateerde in NRC Handelsblad: “Aan U durf ik met vertrouwen vragen of het uw Keizerlyke wil is […] dat daarginds Uw meer dan dertig millioenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in Uwen naam?”

Het grote verschil is natuurlijk dat Eduard Douwes Dekker (Multatuli) zijn Max Havelaar schreef toen de uitbuiting nog in volle gang was en velen het koloniale systeem prima vonden. Evenaar is een historische roman uit 2003 en kijkt terug vanuit een tijd dat we het kolonialisme met zijn uitwassen veroordelen. Dat maakt Evenaar van Miguel Sousa Tavares zeker niet minder interessant, het is een boeiend, uitstekend verteld verhaal. Aardig detail is dat de Portugese en Nederlandse uitgave dezelfde illustratie op de omslag hebben. Dat benadrukt nog eens extra dat we over de taalgrenzen heen dezelfde boeken kunnen lezen. Wat een rijkdom.

Maart 2010

Meer boeken Portugal

Written by Bert Ernste

januari 16th, 2011 at 8:10 pm

Portugals koloniale verleden: ‘Toen mochten we de Indiërs nog slaan’

leave a comment

Langzaam glijdt de boot uit Bombay over een kalme, strakblauwe zee naar het zuiden. De dekken zijn vol met families en groepjes mensen, die zich op zo voordelig mogelijke plekken hebben genesteld. De tocht naar Goa duurt 24 uur.

Bij aankomst in de haven van Panjim staan op de kade veel Indiërs te wachten in de hoop een kamer te verhuren aan toeristen. Ik laat me meenemen door een aardige heer, die mij een mooie kamer belooft voor een schappelijke prijs.

Marihuana
Het is 1976 en Goa is onderdeel van de zogenoemde hippie trail. Veel Westerse jongeren, die nog niet weten wat ze met hun leven aan moeten of die willen vluchten uit de maatschappij, trekken ’s zomers naar Nepal om in de bergen de wereldvrede af te smeken. Als Nepal in de winter te koud wordt verkassen ze naar de prachtige, met palmbomen omzoomde stranden van Goa. Veel mannen dragen lang haar en baard. De meesten zijn gekleed alsof ze uit een ashram (Indiase religieuze gemeenschap) zijn weg gelopen. Soms is dat ook zo. Er wordt veel marihuana gerookt. Een mafketel informeert of de Verenigde Staten nog een president heeft. Ze zijn verbaasd dat ik niet meedoe met marihuana roken. Een hippie was ik niet, ik studeerde ‘sociale economie van ontwikkelingslanden’. Wel had ik lang haar en baard en meende ik de wereld te gaan veranderen.

De kamer is prima en heeft een mooi antiek hemelbed. Voor het huis ligt een mooie tuin met weelderige planten. Het toilet is in de achtertuin. Je moet op een hoogte klimmen en hurkend boven een spleet je zaakje laten vallen. De eerste keer schrik ik me rot, want ik hoor onder me ineens een geknor. Met je broek op de knieën voel je je erg kwetsbaar. Tussen mijn benen door zie ik de kop van een varken, die de resten naar binnen schrokt. De varkens wachten niet tot je je broek weer dicht hebt geknoopt.

Jezus en Maria met lichtjesJezus en Maria
Tegenover de kamer die ik huurde, was een tweede, grotere voorkamer. Aan de muren afbeeldingen van Jezus en moeder Maria en verschillende heiligen. De lichtjes, die elke avond trouw werden aangedaan, maakten het ietwat kitch, maar laten we eerlijk zijn, dat geldt wel vaker voor de uitbundigheid van katholieke kerken. De katholieke invloed komt van het Portugese bewind in Goa, dat duurde van 1510 tot 1961, toen het Indiase leger met grote overmacht Goa bij India inlijfde.

Portugal had in India verschillende vestigingen, naast Goa onder meer Daman (met haven Damão), Diu, Dadra en Nagar Haveli. De naam Goa werd ook wel gebruikt voor deze Portugese enclaves samen.

Vasco da Gama, die als eerste de zeeweg naar India aflegde, nadat de haalbaarheid daarvan was aangetoond door Bartolomeu Dias, die als eerste Kaap de Goede Hoop rondde, zou aan het einde van zijn carrière gouverneur van Portugees India worden. In Goa liep hij malaria op, waardoor hij zijn nieuwe functie niet kon aanvaarden. Hij stierf in India (in Calicut). Zijn lichaam is later overgebracht naar Portugal.

Het Portugese koloniale verleden is in Goa nog goed herkenbaar, bijvoorbeeld aan de typisch Portugese kerkjes en gebouwen, die tot het werelderfgoed behoren. De Indiase en Portugese keuken hebben hier nieuwe combinaties opgeleverd. De Portugese worstjes zijn in Goa erg pittig. In Portugal kom je de Portugese band met Azië tegen in de chamuças (in India samosas) en in het feit dat de Portugezen net als in China en India thee chá noemen en geen , zoals de Spanjaarden.

Vroeger was alles beter
Op een dag nodigde de huisbaas mij uit om iets te eten. Hij had er duidelijk geen zin in. Ik trouwens ook niet, want ik had al gegeten. Maar daarmee kwam ik niet weg, want het was een of andere feestdag en hij was verplicht mij te onthalen, vertelde hij, terwijl hij bij de arm greep en naar de eetkeuken troonde.

“Toen de Portugezen het hier voor het zeggen hadden, hadden we hier de hammen aan de balken hangen”, zei mijn gastheer, “we hadden sardientjes en portwijn. We leefden toen veel beter. En we mochten de Indiërs slaan.” Dat laatste was even slikken voor de onervaren student, die ik toen nog was. Kon die aardige mijnheer een rotzak zijn, die zijn bedienden sloeg? Ik had natuurlijk wel gelezen over de wreedheden tegenover gekoloniseerde volken, en het racisme dat daar doorheen speelde, maar het was toch moeilijk voor te stellen dat ik hier tegenover zo’n kwalijk persoon zat. Zo leert men.

Over Portugees India heb ik geen romans in het Nederlands of Engels gevonden, tips zijn welkom.

Wie meer wil lezen over Brits India:
De parel in de kroon (The jewel in the crown) trilogie door Paul Scott. Verfilmd in een fraaie televisieserie met gelijke naam.
Plain tales from the raj door Charles Allen, ooggetuigenverslagen uit Brits Indië gebaseerd op een serie radio-interviews van de BBC. Erg goed.

Over de uitwassen van het Europese kolonialisme:
Exterminate all the brutes door Sven Lindqvist, die de ware gebeurtenissen, die hij beschrijft, verbindt aan Joseph Conrads Heart of darkness.
Le livre noir du colonialisme door Marc Ferro (red.).

Maart 2010

Meer koloniale geschiedenis

Written by Bert Ernste

januari 14th, 2011 at 1:45 pm