Bert Ernste – Utrecht | São Paulo • weblog

Brazilië, West-Papua, media en meer

Archive for the ‘kolonien’ tag

52 jaar geleden: Nieuw-Guinea niet meer Nederlands

leave a comment

Ansichtkaart met kaart van Nieuw-Guinea

Op 1 oktober 1962, vandaag 52 jaar geleden, verloor Nederland haar laatste kolonie in de Oost: Nederlands Nieuw-Guinea.

Na de onafhankelijkheid van Indonesië, uitgeroepen in 1945 en in 1949 door Nederland erkend, bleef Nederlands Nieuw-Guinea onder Nederlands bestuur. Indonesië bleef aanspraak maken op het gebied en onder dreiging van een grootscheepse invasie en grote internationale druk droeg Nederland op 1 oktober 1962 de macht over aan de Verenigde Naties, die voormalige Nederlands Nieuw-Guinea in 1963 overdroegen aan Indonesië. Zie ook mijn blogpost ‘Nederland druipt af’.

Foto papua demonstrant met bord: Regering vergeet ons niet!Indonesië moest nog wel een volksraadpleging houden in Nieuw-Guinea, waarin de lokale bevolking voor of tegen de aansluiting bij Indonesië kon kiezen. Dat referendum was totaal bedrog. Indonesië manipuleerde de stemming door hen goedgezinde stamhoofden te laten stemmen in plaats van de gehele volwassen bevolking. Wie toch nog tegen aansluiting bij Indonesië wilde stemmen, werd zwaar onder druk gezet en geïntimideerd. Meer geschiedenis Nederlands Nieuw-Guinea.

Sindsdien smeult er grote onvrede in West Papua, die door de autoriteiten op brute wijze wordt onderdrukt. Dat gaat tot op de dag van vandaag onverminderd voort. De oorspronkelijke bevolking van Nieuw-Guinea, de papua’s, dreigt overvleugeld te worden door de grote instroom van Indonesiërs uit andere delen van de archipel. Deze kijken vaak neer op de papua’s. De rijkdom van de enorme kopermijn in West Papua komt nauwelijks ten goede aan de bevolking. Vreedzame demonstraties worden nogal eens met veel geweld onderdrukt. Verschillende papualeiders zijn vermoord.

Nederland wil weinig meer weten van het lot van onze voormalige rijksgenoten. Economische belangen hebben weer eens gewonnen.

Mijn vader was ooit deel van die koloniale geschiedenis en patrouilleerde in de jaren ’50 van vorige eeuw in het gebied: Originele patrouilleverslag | Bewerkte versie op Java Post.

Meer Nederlands Nieuw-Guinea

Written by Bert Ernste

oktober 1st, 2014 at 6:18 am

Op patrouille in Nederlands Nieuw-Guinea

one comment

Bij uitzondering vandaag op mijn weblog een post van een andere schrijver, namelijk mijn vader Th. Ernste, die in 1951 een uitgebreide patrouillereis maakte in Nederlands Nieuw-Guinea, dat tot 1962 een Nederlandse kolonie was. In deze blogpost een paar fragmenten uit zijn verslag. Het volledige verhaal vindt u hier, een bewerkte versie op Java Post.

Foto van mariniers in motorsloep“De kampong was netjes aangeveegd, en alles was gereed gemaakt voor de ontvangst. De oude man uitte enige onverstaanbare klanken, overigens kennelijk vriendelijk bedoeld als begroeting en daarna werden “stoeltjes” en “banken” aangeesleept, om de “patroelie” te laten uitrusten van de vermoeienissen. Aan de omvang van de kampong was duidelijk te zien, dat in vroegere tijden het aantal bewoners van PEGUN veel groter was geweest, dan ten tijde van ons bezoek. Gezien ook de ouderdom der vrouwen, vrees ik het ergste voor het voortbestaan van deze kleine kampong. Doordat de voorvloed nogal flink doorzette, moesten wij vrij snel weer terugkeren en na ongeveer 26 minuten in de kampong te hebben rondgekeken, was het weer tijd om te vertrekken. Het afscheid van de PEGUN-bevolking was hartroerend. De oude man prevelde weer wat, en kreeg daarbij tranen in de ogen. Wij hebben ter plaatse uit beleefdheid ernstig en ook enigszins bedroefd gekeken, maar pakten toch schielijk onze biezen. In gestrekte draf gingen we langs de westelijke kant van het eiland weer naar de landingsplaats.”

“Daartoe werden we aan land gezet hij de kampong LAM LAM, die evenwel nagenoeg geheel verlaten lag. Slechts één huis was nog maar bewoond en van de enige vrouw ter plaatse vernemen wij, dat de kampong sinds enige tijd in drieën gesplitst was. Dit vond zijn oorzaak in het feit, dat zich bij een deel van de bevolking lepra had geopenbaard, welke mensen al spoedig verstoten werden en een aparte kolonie stichtten. Aangezien evenwel ook na deze “maatregel” de lepralijders vrij frequent hun oude kampong, inmiddels LAM LAM LAMA genoemd, bleven bezoeken om hun naaste familieleden te zien, hebben de gezinnen, die geen prijs stelden op deze visites, aan de overkant van de baai hun LAM LAM BAROE gesticht. Deze wel ver doorgevoerde splitsing werd wel erg in de hand gewerkt doordat de kepala-kampong een liaisonnetje had in een verder afgelegen kampong en reeds geruime tijd afwezig was.”

Foto van Fak Fak met Hr. Ms. Banckert op de rede“De “Banckert” kon niet dicht genoeg naderen, en weer worden een aantal Mariniers in een paar motorsloepen gedropt, opnieuw vergezeld van de dokter, om zich naar DEER te begeven. Wie schetst onze verbazing, toen we op de steiger werden ontvangen met het “WILHELMUS”, geblazen op een 20-tal bamboefluiten, bespeeld door evenveel Papoea- jongetjes en meisjes. Hun repertoire omvatte naast natuurlijk het Yankie-Doodle ook nog “vaderlandse” wijsjes, zoals “Piet Hein” en de “Blauw geruite Michiel”. We horen zwijgend de muziek tot het einde toe aan, en toen de kinderen vol verwachting stopten, werden ze door de Mariniers ruimschoots beloond. Daarna verscheen de kampong-oudste, die ons al meteen duidelijk maakte, dat het grootste deel der bevolking vertrokken was naar het eiland MISOOL, om voedsel te halen tengevolge van de grote schaarste aan levensmiddelen. We zijn in twee groepen om- en over het eiland getrokken, maar inderdaad was op heel DEER niets eetbaars in behoorlijke hoeveelheden te vinden.”

“Hoewel de ontvangst lang niet zo hartelijk was als in DEER, maakte de Mohammedaanse bevolking toch geen ongunstige indruk. Typisch is, dat tal van Papoea’s hier geen Maleis spreken, wat elders nagenoeg niet voorkwam. Dit viel te meer op, omdat de invloed vanuit Indonesië onmiskenbaar was, waarvan het met behulp van bamboebuizen gemaakte systeem van stromend water o.a. blijk gaf. Ook hier waren in de huizen foto’s van Prinses Wilhelmina. Na OFI bezochten we nog TETAR, een kampong op enige honderden meters varen van OFI en in tegenstelling tot de eerste, geheel bestaand uit Christen Papoea’s. De Goeroe (Ambonees) was zeer gastvrij en liet ons overal rondneuzen in de school (-kerk) en zijn eigen huis.”

Foto van strand bij Saonek besar“De weg voerde ons boven langs een paar diepe, begroeide ravijnen, om uit te komen in een kali, die bruisend en kolkend zijn bandjirende water loosde in zee. Voetje voor voetje, elkander een de koppels vasthoudende, trachtten wij op de smalste plaats over te steken. Alles ging goed, hoewel de voorsten erg veel moeite hadden, om zich tegen de hevige kracht van de stroom in, staande te houden, tot nummer drie van de reeks de koppel van zijn voorganger losliet, en daarmee de beide voorsten een het geweld van het water overgaf. Even wankelden deze twee, toen was het bekeken, en werden ze meegesleurd. Gelukkig hadden beiden zoveel verstand om elkander vast te blijven houden. Dit was hun redding en een 25 meter stroomafwaarts kon een van hen zich schrap zetten tegen een der grote keien, die overal in de kali verspreid lagen. Langzaam zijn ze toen weer gezamenlijk naar de kant gewaad. Na hun gramschap te hebben uitgestort over de man, die had losgelaten, werd een andere plaats voor oversteken gezocht, die ons tenslotte werd aangewezen door een heel klein Papoea jochie aan de overkant.”

Originele patrouilleverslag | Bewerkte versie op Java Post

Meer Nederlands Nieuw-Guinea

Niets is enkel zwart of wit in Nederlands Angola

leave a comment

Omslag boekDe bedoeling is dat deze reeks gaat over Portugese literatuur. De vraag is natuurlijk wat Portugese literatuur dan wel is. Is dat literatuur over Portugal, uit Portugal, of alles wat in het Portugees geschreven is?

Zijn de door de Portugese Nobelprijswinnaar José Saramago op de Canarische eilanden geschreven boeken, zoals het eerder besproken De stad der blinden, over ‘de’ mensheid en niet over een specifiek land of cultuur, nog Portugese literatuur, of is dat meer wereldliteratuur? Weg met het denken in vakjes. Deze keer een boek van de Angolese schrijver Pepetela: Een roemrijke familie (A glóriosa família).

Nederland de baas in Luanda
Een roemrijke familie gaat over de zeven jaar (1641 – 1648), waarin Nederland de scepter zwaaide in Luanda, de Angolese hoofdstad. Prins Johan Maurits was gouverneur van Hollands Brazilië en hij had slaven nodig voor de suikerteelt. (Het Mauritshuis in Den Haag is grotendeels met ‘suikerfortuin’ gebouwd.) Weliswaar was de vrede met Portugal, net weer los gekomen van Spanje, getekend, maar in de tijd die nodig was om dat te berichten aan de koloniën, sloegen de Nederlanders nog even een slag in Luanda om de aanvoer van slaven veilig te stellen.

Hoofdpersoon in het verhaal is Baltazar Van Dum, Vlaming, maar ‘Portugees van gemoed’. Zijn vrouw is zwart en in veel opzichten meer racistisch dan haar echtgenoot. “Weer eentje, die het ras achteruit laat gaan”, is haar commentaar als een zoon van haar een kind verwekt bij een Afrikaanse vrouw. De Hollanders beschouwen Van Dum als een geestverwant, maar tegelijkertijd vertrouwen ze hem als katholiek niet erg. Van Dum laveert tussen Hollanders, Portugezen, de koning van Kongo, de Angolese koningin en inlandse stamhoofden.

Een roemrijke familie is een aaneenschakeling van gebeurtenissen, waarbij niet alleen Van Dum, maar iedereen moet schipperen tussen de verschillende culturen: tussen katholiek (de Portugezen) en protestant (de Hollanders), tussen zwart en blank, tussen het ‘ware’ geloof en de Afrikaanse magie, tussen loyaliteit aan de Portugezen, die naar verwachting terug zullen komen, en de Hollanders, die nu de scepter zwaaien. Het verhaal wordt verteld door de lijfslaaf van Baltazar Van Dum, een halfbloed die Van Dums zoon zou kunnen zijn.

Iedereen boter op het hoofd
Pepetela laat in dit kloeke boek (430 bladzijden) zien hoe niets zwart-wit is. Niemand is volledig schuldig of volledig onschuldig. De Afrikaanse slavenhandel is uitgevonden door Afrikanen, al waren het wel de blanken die er een transatlantische handel van maakten. Andere volken zijn minstens zo wreed en onderdrukkend als de Europeanen, al waren de Europeanen misschien wel het meest efficiënt in hun oorlogsvoering en dus hun geweld. De blanken hebben niet het monopolie op racisme. Iedereen heeft boter op zijn hoofd.

Een roemrijke familie is een fascinerend boek, dat veel begrip geeft voor het laveren dat noodzakelijk is om in een gemengde samenleving te leven. Bestaan er trouwens niet-gemengde samenlevingen? Veel meer dan in veel andere boeken over de koloniale tijd, waarin vaak blanke helden optreden en de scheidslijnen helder zijn, laat dit boek zien hoe ingewikkeld samenlevingen zijn en hoe veel ‘waarheden’ er bestaan.

Omslag boekEen roemrijke familie (uitgeverij Meulenhoff) is zeer de moeite waard, ook al omdat het zich laat lezen als een avonturenroman. Vertaald door en met een nawoord van Harrie Lemmens.

Pepetela heet in werkelijkheid Artur Carlos Maurício Pestana dos Santos (1941). Pepetela was zijn schuilnaam in het verzet tegen het Portugese koloniale regime in Angola. Hij is zelf Portugees èn Afrikaan, ofwel een blanke Afrikaan. Hij won in 1997 de prestigieuze Prémio Camões voor zijn werk en in 1999 de Prince Claus Award.

Jaime Bunda
Pepetela schreef ook Jaime Bunda, wat in het Portugees niet toevallig een beetje klinkt als James Bond. Jaime Bunda (bunda = kont) is een dikke, zwetende geheim agent in het marxistische Angola. Het is een geestig en ironisch boek dat het marxistische bewind speels op de hak neemt. Bij mijn weten helaas niet vertaald in het Nederlands. (Wel in het Frans, Duits en Engels.)

Bij uitgeverij De Geus verscheen in 2008 Roofdieren (Os predadores) van Pepetela. Dat gaat over dertig jaar onafhankelijkheid van Angola, onder meer over de corruptie.

Maart 2010

Meer boeken Portugal

Written by Bert Ernste

januari 19th, 2011 at 2:37 pm

Het meeslepende kwaad van de koloniën

leave a comment

Omslag boekPortugal verloor als een van de laatste koloniale mogendheden haar Afrikaanse koloniën in de jaren ’70, na een bloedige oorlog die bovendien aanleiding was voor de Anjerrevolutie van 1974.

De koloniale tijd, waarin Europese mogendheden een groot deel van de wereld bestuurden, ligt inmiddels geruime tijd achter ons. Toch blijft het fascineren hoe blanke mogendheden destijds verre landen bestuurden en uitbuitten. Miguel Sousa Tavares schreef er een meeslepend boek over: Evenaar (Equador). Equador verscheen in 2003 en speelt rond 1900.

Het boek begint als een roman van de negentiende-eeuwse schrijver Eça de Queiroz. De hoofdpersoon Luis Bernardo Valença is een bemiddeld man, eigenaar van een succesvolle handelsfirma en vrijgezel. Hij dineert in hoge kringen, speelt kaart, heeft een affaire met de getrouwde Matilde en schrijft zo nu en dan een opiniestuk in de kranten, waarin hij het koloniale beleid van Portugal bekritiseert.

Slavernij
Ondertussen hebben de Portugezen in hun kolonie São Tomé e Príncipe (nu een onafhankelijk eilandenstaatje voor de kust van Angola) een probleem. Volgens internationale verdragen is slavernij niet meer toegestaan. São Tomé e Príncipe is op dat moment de grootste exporteur van cacao ter wereld en men heeft werkkracht nodig. De Angolese arbeiders worden uitgebuit als waren het slaven. De Britten sturen daarom een consul om poolshoogte te nemen. De Britten willen vanuit ideële principes, maar zeker ook uit eigenbelang aantonen dat er in de Portugese kolonie sprake is van slavernij, dat zou hun concurrenten een slag toebrengen.

Valença lijkt de ideale kandidaat om gouverneur van São Tomé e Príncipe te worden en de Britse consul te laten zien dat er van slavernij geen sprake is. Na enige aarzeling besluit Luis Bernardo Valença de benoeming te aanvaarden. In de kolonie aangekomen, blijkt al snel dat hij voor een onmogelijke taak staat. De lokale ondernemers zien Valença als een betweter uit Lissabon, die niet weet hoe het er in de tropen aan toegaat. De kolonialen vinden hun nieuwe gouverneur een bedreiging voor hun zaken en zien niet dat hun systeem in de moderne wereld ten dode is opgeschreven. De verhoudingen raken al snel gespannen.

Daar komt nog bij dat Valença gegrepen wordt door de ellende van de zwarte arbeiders die hij ter plekke ziet. Voor de rechtbank verdedigt hij een zwarte arbeider, die in opstand kwam tegen zijn wrede baas. De koloniale gemeenschap ziet het geschokt aan. Ondanks het feit dat Valença van huis uit zakenman is, krijgt zijn idealistische kant de overhand en wil hij een ethisch koloniaal beleid voeren.

Broeierig
Sousa Tavares schrijft indringend over de blanke fascinatie voor de tropen en zijn inwoners. De broeierigheid en de machtswellust van sommige blanken tegenover hun gekleurde arbeiders beklemmen en doen denken aan bijvoorbeeld Heart of darkness van Joseph Conrad, al is dat een heel ander soort boek. Ook in Jungle, de trilogie van Anthony van Kampen, komt die fascinatie voor de tropen tot uitdrukking, zij het in wat (al te) mystieke zin.

Alsof Valença zo nog niet genoeg aan zijn hoofd heeft, wordt hij ook nog eens hopeloos verliefd op de mooie vrouw van de Britse consul, die hij moest wijs maken dat er in São Tomé e Príncipe alleen contractarbeiders waren, die het goed maakten.

Onafwendbaar gaat de gouverneur met zijn goed bedoelingen – hoe serieus waren ze? – zijn noodlot tegemoet. Niemand moet hem meer. De Britten kondigen een boycot af van de cacao uit zijn kolonie. Valença schrijft aan de koning van Portugal: “Er is hier veel meer in het geding dan de welvaart van enkelen. Het gaat erom de schandvlek weg te wassen die Portugals naam besmeurt […] die de staat onwaardig is die het U toevalt te vertegenwoordigen.” Dat lijkt sterk op het slot van Max Havelaar, zoals Elsbeth Etty constateerde in NRC Handelsblad: “Aan U durf ik met vertrouwen vragen of het uw Keizerlyke wil is […] dat daarginds Uw meer dan dertig millioenen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in Uwen naam?”

Het grote verschil is natuurlijk dat Eduard Douwes Dekker (Multatuli) zijn Max Havelaar schreef toen de uitbuiting nog in volle gang was en velen het koloniale systeem prima vonden. Evenaar is een historische roman uit 2003 en kijkt terug vanuit een tijd dat we het kolonialisme met zijn uitwassen veroordelen. Dat maakt Evenaar van Miguel Sousa Tavares zeker niet minder interessant, het is een boeiend, uitstekend verteld verhaal. Aardig detail is dat de Portugese en Nederlandse uitgave dezelfde illustratie op de omslag hebben. Dat benadrukt nog eens extra dat we over de taalgrenzen heen dezelfde boeken kunnen lezen. Wat een rijkdom.

Maart 2010

Meer boeken Portugal

Written by Bert Ernste

januari 16th, 2011 at 8:10 pm