Van enige afstand volg ik de berichtgeving rond het verdwijnen van gratis dagblad De Pers. De krant gaat op internet door, maar de laatste papieren editie is verschenen. Verschillende commentaren, die ik zag, bijvoorbeeld in De Groene en De Volkskrant vonden: er gaat een kwaliteitskrant verloren. Ook oud-hoofdredacteur Ben Rogmans van De Pers meent dat het goed was.
‘Van de doden niet dan goeds’, zo zegt men. OK, De Pers is niet dood, want gaat nog door op internet, maar ik moest toch wel aan die uitspraak denken, toen ik in al die berichten las dat er een kwaliteitskrant verdween.
Helaas heb ik de kwaliteit van De Pers nooit zo kunnen ontdekken. Wel is de krant stukken beter dan de gratis kranten Spits en Metro, maar dat is geen kwaliteitscriterium, want die bladen zijn nauwelijks kranten te noemen.
Toegegeven, ik las De Pers hooguit een keer per maand, omdat ik weinig met de trein reis en een deel van het jaar in het buitenland verkeer. De keren dat ik in de trein zat en die krant las, viel hij mij echter iedere keer weer tegen.
Concreet herinner ik mij een openingsartikel, waarin de bedoeling was om na te gaan wat het kabinet Balkenende IV met zijn dialoog met de burgers had bereikt. Ik weet niet zeker of het dit artikel was, maar weet nog wel dat ik dacht: prima invalshoek, magere uitwerking: rondje rondbellen met voorlichters en dat was het dan.
Dat gebeurde me regelmatig, als ik De Pers las: met interesse beginnen vanwege een origineel perspectief, maar aan het eind van het artikel onbevredigd achter blijven. Ook herinner ik mij enkele uiterst oppervlakkige berichten over Brazilië, die overduidelijk door iemand zonder kennis van dat land waren geschreven.
Voor alle duidelijkheid geef ik nogmaals toe: mijn indruk is gebaseerd op een nogal sporadische steekproef. De juichverhalen over De Pers van de laatste dagen kwamen echter wat onwaarachtig over.
Meer mediacommentaren