Bert Ernste – Utrecht | São Paulo • weblog

Brazilië, West-Papua, media en meer

Archive for the ‘mensenrechten’ tag

Vergeten kolonie

one comment

De vlag van West Papua, waaronder het gebied onafhankelijk had moeten worden

De in 1961 met het oog op onafhankelijkheid ingestelde vlag van Nederlands Nieuw-Guinea (Morgenster)

Vandaag hijsen actievoerders overal in de wereld weer de Morgenster, de vlag van onafhankelijk West Papua.

In 1961 stelde Nederland als de koloniale macht in West Papua (het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea) die vlag, een volkslied en een volksvertegenwoordiging in met de bedoeling het gebied voor te bereiden op onafhankelijkheid. Ik woonde toen als kind in Nederlands Nieuw-Guinea en kreeg een klein beetje mee van de spanningen rond het gebied.

Ansichtkaart met kaart van Nieuw-GuineaNederlands Nieuw-Guinea was Hollands laatste kolonie in ‘de Oost’. In 1828 werd bij proclamatie namens koning Willem I een deel van de westelijke helft van het eiland in bezit genomen. Later werd het namens Nederland opgeëiste gebied nog uitgebreid. Tot 1962 bleef de westelijke helft van Nieuw-Guinea onder Nederlands koloniaal gezag. Toen Nederlands Indië na de tweede wereldoorlog onder de naam Indonesië onafhankelijk werd, bleef Nederlands Nieuw-Guinea buiten de overdracht.

Indonesië bleef het gebied echter opeisen en zette die eis ook militaire kracht bij. Nederland zag na de tweede wereldoorlog, waarin Nieuw-Guinea bezet was door Japan, dat de wereld dekoloniseerde en begon een ambitieus programma om Nederlands Nieuw-Guinea voor te bereiden op onafhankelijkheid. Overigens ook uit opportunisme: om de Nederlandse aanspraken op het gebied nog een tijd te kunnen doen gelden.

Kaart van Nederlands Nieuw-GuineaUit vrees dat Indonesië communistisch zou worden (het is de tijd van de ‘koude oorlog’), wilde de Verenigde Staten Nederland niet steunen in haar aanspraken. In 1962 droeg Nederland onder internationale druk het gezag over aan de Verenigde Naties. In 1963 kreeg Indonesië het bewind over het gebied onder de voorwaarde dat het een volksstemming zou houden waarbij de bevolking zich uit kon spreken voor of tegen die aansluiting.

Die zogenoemde Daad van Vrije Keuze in 1969 was doorgestoken kaart, waarbij een aantal zorgvuldig gekozen kiesmannen onder zware druk van Indonesië vóór aansluiting bij Indonesië stemden. Sindsdien is West Papua in wezen opnieuw gekoloniseerd, nu door Indonesië, dat de oorspronkelijke bevolking zwaar onderdrukt. Het hijsen van de Morgenster is verboden.

Sedertdien horen we maar weinig over het gebied. Door Indonesische censuur, maar ook omdat we deze koloniale geschiedenis liever lijken te vergeten.

> Nieuws over West Papua

> Meer West Papua | Nederlands Nieuw-Guinea (mijn website)

Nederlands Nieuw-Guinea op weg naar onafhankelijkheid – toen
Herinneringen aan Nederlands Nieuw-Guinea 11

3 comments

Op 1 december 1961 kreeg Nederlands Nieuw-Guinea een eigen vlag en volkslied. In dat jaar was er ook een parlement ingesteld. Nederland was bezig om het gebiedsdeel voor te bereiden op onafhankelijkheid.

In 1962 kwam er al een einde aan die aspiraties. Nederland gaf toe aan internationale druk en na een tussenbewind van de Verenigde Naties kwam de westelijke helft van Nieuw-Guinea onder Indonesisch bestuur. Een volksstemming in 1969 werd door Indonesië volstrekt gemanipuleerd, de Verenigde Naties accepteerden dat, en het gebied werd definitief Indonesisch (West Papua).

Het onafhankelijkheidsstreven van de papua’s bleef, aangewakkerd door een onderdrukkend regime en de marginalisering van de oorspronkelijke bevolking.

Ik zat in 1961-’62 op Nieuw-Guinea op de lagere school. In mijn aardrijkskundeboek was meer aandacht voor Nederland dan voor Nieuw-Guinea. > Meer over Nederlands Nieuw-Guinea | West Papua.

Bladzijde uit aardrijkskundeboek met kaar Nederlands Nieuw-Guinea

Nogal selectief, die diplomatieke druk en ferme taal van onze minister van Buitenlandse Zaken

3 comments

Ansichtkaart met kaart van Nieuw-GuineaMinister Koenders van Buitenlandse Zaken dreigt met diplomatieke gevolgen, als een in Indonesië ter dood veroordeelde Nederlander wordt geëxecuteerd.

Ik ben tegen de doodstraf, maar waarom deze nogal exclusieve aandacht voor een Nederlandse ter dood veroordeelde en niet voor alle gevangenen in Indonesië die wachten op executie? Volgens de berichten was de rechtsgang rond de Nederlander niet goed, dus OK, Nederland komt daar met recht tegen in het geweer.

Maar dreigt onze minister van Buitenlandse Zaken ook met diplomatieke gevolgen bij andere, nog veel ergere inbreuken op de rechtsgang in Indonesië en grove mensenrechtenschendingen aldaar?

Denk bijvoorbeeld aan de Indonesische provincies van West-Papua, waar het hijsen van een voor de autoriteiten onwelgevallige vlag al kan leiden tot jaren gevangenisstraf en waar de politie en militairen met vaak keihard optreden tegen (ook vreedzame) demonstraties, al te vaak met doden tot gevolg. Nee, dan horen we geen ferme diplomatieke taal maar boterzacht gewauwel, want oh, de handelscontacten mogen er niet onder lijden.

Daarbij moeten we bedenken dat West Papua tot 1962 bij Nederland hoorde onder de naam Nederlands Nieuw-Guinea. Het gaat dus om onze voormalige rijksgenoten, die onder internationale druk door middel van een nep-referendum bij Indonesië zijn gevoegd tegen de wil van de meerderheid van de lokale bevolking.

De lokale bevolking van West Papua, de papua’s, hebben een reeks zeer terechte verlangens. Zo moet het gebied eindelijk worden open gesteld voor onafhankelijke journalisten en hulporganisaties. Militairen en politie moeten ingetoomd worden en niet meer straffeloos disproportioneel geweld kunnen gebruiken.

Het zou minister Koenders sieren, als hij óók daarover ferme taal zou spreken en daadwerkelijk druk zou uitoefenen en niet alleen als het Nederlanders betreft.

Meer West Papua | Nederlands Nieuw-Guinea

Hoe Indonesië West Papua koloniseert (boek)

leave a comment

Omslag van boek in het EngelsDe boekenkast opruimen kan verrassend zijn. Je vindt ineens dat boek waar je jaren naar zocht, of komt boeken tegen die je ondanks goede voornemens nog steeds niet gelezen hebt.

Dat laatste was het geval met het boek Poisoned arrows (Gifpijlen) van George Monbiot uit 1989. Het betreft een reisverhaal in West Papua, waarbij de auteur en zijn fotograaf proberen te achterhalen wat er waar is van het verhaal dat Indonesië de lokale bevolking verdrukt door het programma van transmigratie, waarbij grote aantallen immigranten van andere eilanden van Indonesië worden overgebracht naar West Papua.

Ondanks het feit dat het boek nu 25 jaar oud is, is het nog steeds zeer de moeite waard. De reisbeschrijving geeft een mooi, maar onthutsend beeld van West Papua 25 jaar nadat Indonesië daar de macht overnam van de Verenigde Naties, die het gebied enkele maanden bestuurden nadat Nederland als koloniale macht was afgedropen. West Papua viel onder de naam Nederlands Nieuw-Guinea eeuwenlang onder Nederlands gezag.

De auteur gaat samen met zijn fotograaf buiten de gebaande paden. Ze trekken door de rimboe met papuagidsen en negeren daarbij het pasjessysteem van de Indonesische autoriteiten. Als ze weer in de bewoonde wereld aankomen, houden ze dan ook hun hart vast, wanneer ze zich weer melden bij de lokale politiefunctionaris. Ze hebben geluk: die vindt het een mooie bak dat ze zijn collega’s in het vorige dorp het nakijken hebben gegeven en zet opgewekt de nodige stempels op hun papieren.

De beschrijving van de plaatsen waar de schrijver en zijn fotograaf komen, zijn levendig en zeer leesbaar. Ze scheppen een beeld van langs elkaar levende groepen: de autoriteiten die lang niet altijd met vreugde op hun post in West Papua zitten, transmigranten van verschillende eilanden van de archipel en ‘spontane’ immigranten en een steeds verder gemarginaliseerde lokale bevolking.

Daarbij laat het boek zien dat het Indonesische transmigratieprogramma ook voor de transmigranten vaak een bittere teleurstelling was. In een aantal gevallen werden die gehuisvest op onvruchtbare stukken land, zonder de beloofde infrastructuur, zoals wegen en gezondheidszorg. Ziekenhuizen en andere infrastructuur, die Nederland achterliet was, voor zover het roerende zaken betrof, grotendeels naar Java afgevoerd. Dat de transmigranten niet kregen wat hen beloofd was, lag vaak aan slechte planning, vaak ook aan corruptie. Er waren bijvoorbeeld projectleiders die materiaal achter hielden om te verkopen of om zelf een tweede huis te laten bouwen. De Wereldbank speelde een kwalijke rol bij het transmigratiepogramma.

Omslag boek in het NederlandsDe lokale bevolking, de papua’s hadden helemaal het nakijken, want zij raakten steeds meer gemarginaliseerd door de instroom van Indonesiërs van andere eilanden, die een geheel andere cultuur en religie hadden en bovendien meestal neerkeken op de volgens hen primitieve en vieze papua’s. De grond waarop de transmigranten gehuisvest werden, of waar delfstoffen worden gewonnen (er is een enorme kopermijn in West Papua) werd ontnomen van de papua’s, zonder dat deze daar een fatsoenlijk alternatief of vergoeding voor kregen.

Ook probeerden de Indonesische autoriteiten een aantal keren om papuagemeenschappen te dwingen om ‘Indonesisch’ te gaan leven. Bijvoorbeeld door het afbranden van de huizen van de papua’s om hen te te noodzaken huizen naar Indonesisch model te aanvaarden. In een dorp hakten Indonesische militairen de bananenbomen van de papua’s tussen het dorp en de rivier om, omdat ze anders geen zicht hadden op het stuk tussen hun kazerne en de rivier, wat bij een eventuele aanval problemen geeft. Dat die bomen een belangrijke voedselbron waren van de lokale bewoners, werd genegeerd.

Niet verrassend dus dat er veel verzet was onder de papua’s. De schrijver van het boek probeert ook contact te leggen met de guerillastrijders, wat met de nodige voorzichtigheid moet gebeuren. Uiteindelijk constateert hij dat de papua’s bij gebrek aan buitenlandse steun een gewapende strijd tegen het Indonesische regime nooit en te nimmer kunnen winnen.

Ook na 25 jaar is Poisoned arrows nog steeds een onthutsend boek, vooral als je weet dat de situatie voortduurt. Sommigen spreken van een langzame genocide. Het transmigratieprogramma staat weliswaar op een laag pitje, maar de lokale bevolking wordt nog steeds als oud vuil behandeld en steeds meer gemarginaliseerd. Of je dat genocide moet noemen is twijfelachtig, maar dat de papua’s zwaar onderdrukt worden staat als een paal boven water.

Dit boek brengt die akelige realiteit in onze oud-kolonie op uitstekende wijze tot leven, meer dan de talloze, logischerwijs wat afstandelijke rapporten over mensenrechtenschendingen en de sociaal-economische positie van de papua’s, onze voormalige rijksgenoten. Tevens is het een boeiend reisboek. Over een heel bijzondere reis. Warm aanbevolen.

De Nederlandse vertaling van het boek staat online (gratis). Het pdf-bestand is het best leesbaar.

Meer West Papua

Written by Bert Ernste

november 3rd, 2014 at 7:52 am

Selectieve opwinding rond onthoofdingen

one comment

Uitstalling van hoofden van de bende van Lampião. Bron Wikipedia: https://en.wikipedia.org/wiki/Lampi%C3%A3o

Brazilië 1938

In eerste instantie was ik – net als iedereen – geschokt door de onthoofdingsfilmpjes van Islamitische Staat (IS). Toch kreeg ik al snel een ongemakkelijk gevoel bij de nogal pavloviaanse reactie daarop: ‘barbaars’, ‘primitief’, ‘schokkend’. En daarna: ‘bombarderen!’ In het verleden hebben onze bombardementen alleen maar ellende gebracht.

De verontwaardiging over de onthoofdingen door IS kwam pas op, toen er Westerlingen werden onthoofd. Eerdere onthoofdingen in Syrië van een aantal niet-Westerse gevangenen door de Free Syrian Army (vermeend gematigde rebellen waarmee het Westen zaken doet in de strijd tegen het bewind van president Assad) kregen in het Westen geen (media)aandacht. Dat is cynisch.

Ook is de nadruk op de barbaarsheid van dood door onthoofding nogal selectief. Is de dood van onschuldige burgers door aanvallen met drones, of door ongerichte bombardementen minder erg?

Onthoofdingen spreken onze angsten meer aan dan technologische oorlogvoering, waarbij de schutter op afstand blijft: hoog in de lucht bij bombardementen (naderhand een biertje in de kantine van de basis), ver weg aan de andere kant van de wereld in het geval van drones (als de dienst erop zit, gewoon naar huis), of vele kilometers ver op een schip in het geval van kruisraketten. Door van ver komende stukken metaal uiteen gereten te worden, is net zo erg als van dichtbij vermoord te worden.

Ongemakkelijk is ook de suggestie van veel politici en media dat deze onthoofdingen specifiek zijn voor deze terroristische groepering. De boodschap (vaak impliciet, maar ook expliciet) is dat de daders primitief en barbaars zijn. Kortom: onmensen. In hun motieven hoef je je dan niet meer te verdiepen. IS is evenwel alles behalve primitief en gaat weloverwogen te werk.

Onthoofdingen komen ook in onze geschiedenis volop voor. In 1945 onthoofdden Amerikanen een Japanner en poseerden met het afgehakte hoofd uitgestald op een tank. In 1991 deden Amerikanen hetzelfde met een Irakees. Tot in de jaren zestig gebruikten de Europeanen in hun koloniën onthoofdingen om vrijheidsbewegingen af te schrikken. Meer over onthoofdingen in de geschiedenis hier en hier.

Velen zullen het bovenstaande lezen als het goedpraten van de onthoofdingen. Dat is natuurlijk klinkklare onzin. Het doden van onschuldige burgers is nooit en te nimmer goed te praten. Laten we onze (media)aandacht en onze verontwaardiging echter niet beperken tot onthoofde onschuldige Westerse burgers.  Meer.

De foto hierboven uit 1938 is gemaakt in Brazilië waar de autoriteiten lang jacht maakten op de bende van Lampião en Maria Bonita (Mooie Maria). De bendeleden werden onthoofd en de hoofden tentoongesteld.

Meer commentaren

Bus 174 en de onzichtbaarheid van de armoede

leave a comment

Poster filmÔnibus 174 (Bus 174) (2002) van José Padilha (die later bekend werd door zijn films Tropa de elite en Tropa de elite 2) is een lange, indringende documentaire over de kaping van een stadsbus in Rio de Janeiro in 2000. Sandro Rosa do Nascimento gijzelde na een mislukte overval (?) een aantal passagiers en gedurende vier-en-een-half uur dreigde hij hen te doden, omringd door politie en media. Er bestaat ook een speelfilmversie van de gebeurtenissen onder de titel Última parada 174 (Laatste halte 174) (2008) van regisseur Bruno Barreto. Deze heb ik nog niet gezien.

De (lange) film van Padilha wisselt beelden van de gijzeling af met interviews en beelden van de wereld van daklozen en misdadigers (gevangenissen), die een triest beeld schetsen van de dader en zijn situatie. De documentaire preekt niet, maar laat op een onnadrukkelijke manier zien hoe de armen in Brazilië (niet alleen daar trouwens) worden genegeerd. Om diep over na te denken.

Let op: deze recensie vertelt de inhoud van de film. Wie hem eerst wil zien zonder de afloop te weten, kan hier terecht (vervolg recensie daaronder):


Op jonge leeftijd zag Sandro zijn moeder voor zijn ogen bloedig vermoord worden. Zijn vader heeft hij nooit gekend. Hij gaat al jong op straat leven, waar de straatkinderen regelmatig worden mishandeld of zelfs afgeschoten door milities, vaak bestaande uit politieagenten. Sandro overleefde zo’n bloedbad bij de Candelária kerk in Rio de Janeiro in 1993. Hij voorziet in zijn levensonderhoud via diefstal en overvallen.

Tijdens de gijzeling schreeuwt Sandro dat de Braziliaanse maatschappij de armen negeert en geen kans geeft. Dat beeld komt ook voort uit de interviews. De armen van Brazilië worden genegeerd door wie het beter heeft en zijn als het ware onzichtbaar. Zo voelen ze zich ook, zo blijkt uit de interviews. Ze voelen dat ze niets zijn, dat de wereld hen niet ziet en niet wil zien. Als ze in de gevangenis zitten, worden ze als beesten behandeld en raken ze het spoor verder bijster.

Sandro is, zo blijkt gedurende de uren durende gijzeling, niet echt van plan om de gijzelaars te doden. In de bus hebben enkele van de jonge vrouwen die zijn gegijzeld dat ook door, zo blijkt uit de interviews. Sandro zegt op een gegeven moment tegen een van hen dat hij haar niet gaat doden, maar dat hij wel gaat schieten. Hij schiet in de vloer en zegt tegen haar dat ze op de grond moet bijven liggen.

Ondertussen schiet de politie de gijzelnemer niet dood, terwijl ze daar volop gelegenheid voor hebben, bijvoorbeeld als Sandro zijn hoofd en arm met revolver uit het raam steekt. Naar verluidt hebben hogere machten echter besloten dat rondspattende hersenmassa in een nette buurt en live op televisie niet goed over zal komen.

Als Sandro tot verrassing van de politie na uren besluit om met een gijzelaar uit te stappen, springt een politieagent naar voren en schiet alsnog, naar beweerd wordt tegen de orders in. Hij raakt de gijzelaar in het gezicht en mist de gijzelnemer. Volgens de officiële versie schiet Sandro in een reactie drie keer in de rug van de gijzelaar. Deze overleeft het niet.

In de arrestantenwagen wordt Sandro gewurgd dor de politie. De politie beweert dat Sandro zeer geagiteerd was en gekalmeerd moest worden door hem bewusteloos te maken. Enkele agenten worden aangeklaagd, maar door een jury vrij gesproken.

De documentaire laat op indringende wijze zien, dat straatkinderen in Brazilië en vele Braziliaanse misdadigers (opgegroeide straatkinderen) komen uit armoede en gebroken gezinnen. Het erbarmelijke gevangeniswezen in Brazilië, dat ook in de film langs komt, helpt de situatie slechts verergeren.

Sandro blijkt een mens van vlees en bloed, die heel graag anders wilde, zoals blijkt als hij een tijdje bij een oudere dame inwoont en dolgelukkig is met het feit dat hij een eigen plekje heeft. Deze wereld geeft de marginalen, zoals ze in Brazilië genoemd worden, echter bitter weinig kansen en negeert ze, zoals de documentaire pijnlijk duidelijk maakt.

Een film die je bij blijft en tot diep nadenken stemt.

Meer Braziliaanse cinema | Meer Brazilië

Written by Bert Ernste

december 6th, 2013 at 8:19 am

Heftige protesten in São Paulo. Opstand nieuwe middenklasse?

3 comments

Foto kop uilIn São Paulo zijn al dagen heftige protesten gaande tegen de verhoging van de prijzen van het openbaar vervoer en de slechte kwaliteit daarvan in Brazilië grootste stad. Ook in enkele andere steden zijn dergelijke protesten.

De politie treedt keihard op, vaak zonder aanzien des persoons, waarbij toevallige voorbijgangers soms harde klappen en veel traangas te verduren krijgen. Het excuus van de politie dat er een groep vandalen is onder de demonstranten blijkt lang niet altijd te kloppen. Zo is er een video waarop een politieagent een ruit van de eigen politieauto inslaat, waarschijnlijk om daar later de manifestanten de schuld van te geven. (Meer) Overigens is er inderdaad een groep, die forse vernielingen aanricht.

Het fotograferen of filmen door burgers van de acties van de politie leidt nogal eens tot een keiharde reactie, waarbij de mobiele telefoon wordt afgenomen of waarbij gericht wordt gevuurd met rubberen kogels op degene die staat te filmen. Ook een aantal journalisten is zwaar aangepakt door de politie. Een journalist die een flesje azijn bij zich had, werd net als aan aantal demonstranten met azijn aangehouden. Azijn helpt tegen traangas en de journalist had tijdens zijn werk al een keer de nodige traangas te verduren gehad. Het excuus van de politie: het is een onbekende vloeistof, die moet eerst geanalyseerd worden. (Video [in het Portugees])

Ik krijg niet goed hoogte van die protesten in São Paulo, ook niet via mijn vele contacten daar. De informatie is fragmentarisch en vaak tegenstrijdig. Het is wel duidelijk dat het niet alleen om de prijsverhoging in het openbaar vervoer gaat en ook niet alleen om de combinatie prijs-kwaliteit van dat openbare vervoer in São Paulo. Er lijkt een algehele onvrede achter te zitten, vooral onder jongeren. Om welke onvrede het precies gaat is minder duidelijk. Onvrede over de wijd verbreide corruptie in de politiek? Het gebrek aan perspectief? Onvrede over consumentisme? Het is niet erg helder en het onderstaande is dan ook vragenderwijs en zeker niet het laatste woord in deze.

Wie protesteren er? Als je naar de aanleiding van de prijsverhoging van het openbaar vervoer kijkt, denk je aan armere Brazilianen voor wie de gang naar het werk duurder wordt op een laag salaris (en de slechte kwaliteit van het openbaar vervoer). Dat is ook het argument dat je hoort: “het volk kan het niet betalen”. Als je de vele filmpjes en foto’s van de demonstraties op internet ziet, gemaakt met vaak dure smartphones, lijkt het echter meer de gegoede middenklasse die protesteert. Die indruk kreeg ik ook uit een blog dat beschreef hoe iemand de demonstraties op de Avenida Paulista verliet, afdaalde naar de metro en daar de trein vol met apathische en vermoeide werkers zag die op weg waren naar huis, blijkbaar zonder te weten wat er boven op straat aan de gang was. Er was een busstaking, dus de metro zat extra vol.

Het zou zo maar kunnen, maar nu begeef ik mij echt op glad ijs, dat de armere Brazilianen die nu werk hebben dank zij de economische boom in Brazilië (die afzwakt en inflatie ligt weer op de loer) nog wel tevreden zijn met hun nieuwe positie, maar dat juist de jongeren uit de sociale lagen daarboven hun ambities gefnuikt zien in een neo-liberaal uitbuitingssysteem. Zo hoorde ik van een jonge Braziliaan met een goede baan in de informatietechnologie (wel héél veel uren zonder overwerkcompensatie), die door zijn firma naar een bedrijf in de Verenigde Staten werd gestuurd voor een stage. Hij kwam terug en zei verbijsterd tegen zijn moeder: “Ma, daar behandelen ze de werknemers als mensen!”.

Volgens CNN gaat het om protesten van een intellectuele groep onder de jongeren (veel studenten), die de politiek (corruptie) nu eindelijk helemaal zat is en actie eist. Eerlijk gezegd moet ik nog zien of dat doorzet en een permanente beweging wordt. Occupy stierf ook een langzame dood (of viel in slaap), ondanks optimistische analyses.

Op internet zijn veel klachten over het harde en naar het zich laat aanzien soms zeer ongerichte politieoptreden. Waar dat precies uit voort komt is ook moeilijk te zeggen. Bekend is dat de Braziliaanse politie slecht wordt betaald en vaak slecht is opgeleid – de goeden niet te na gesproken. Wellicht is de politie nerveus vanwege de grote evenementen (op dit moment de Confederatie Cup, volgend jaar het wereldkampioenschap voetbal en in 2016 de Olympische Spelen). Duidelijk is wel dat de politie slecht onderscheid maakt tussen vreedzame en minder vreedzame protesten (vandalisme) door een kleine groep.

Ondertussen zijn er ook die in reacties op de klachten over het politieoptreden pleiten voor een terugkeer naar de dictatuur. “Toen was er tenminste orde en economische groei.” Hoe veel mensen zo denken is onduidelijk. Wel is duidelijk dat die mensen geen idee hebben van de repressie (martelingen, verdwijningen) onder het generaalsregime (1964 – 1984).

De media hadden overwegend meer belangstelling voor het gewelddadige deel van de protesten en veel minder voor de onvrede die daar achter zit en waren aanvankelijk op de hand van de politie. Naar mate het brute politieoptreden via de sociale media niet meer te ontkennen viel, was er een omslag.

Nogmaals: of het protest inderdaad voortkomt uit onvrede van (vooral) jongeren van de gegoede middenklasse is giswerk. Wie en wat de protesten in São Paulo precies aanvuurt is mij en veel van mijn contacten ter plaatse nog niet erg duidelijk.

Ondertussen verbood het gerechtshof van de deelstaat Minas Gerais elke vorm van demonstratie in de deelstaat op dagen dat daar gespeeld wordt voor de Confederatie Cup. Democratie onder druk.

Meer Brazilië

Democratie is niet gemakkelijk

4 comments

Foto van wand met graffitti en affiches

Utrecht 2013

Over democratie en verkiezingen valt veel te zeggen. Politici worden geacht naar hun achterban te luisteren, maar tevens het algemeen belang en de rechtsstaat te bewaken. Voorwaar een ingewikkelde taak, waar vele politici niet tegen opgewassen zijn.

Democratie is veel meer dan ‘meeste stemmen gelden’. Een meerderheid die minderheden onderdrukt of discrimineert bijvoorbeeld, is geen democratische meerderheid, want democratie houdt ook in dat iedereen gelijk bestaansrecht heeft.

Op de foto (van een gekraakt voormalig benzinestation) de kreet:

Als verkiezingen echt wat zouden uitmaken, dan waren ze allang verboden!

Cynisch?

Meer commentarenMeer foto’s

Oorlog is nog erger dan je denkt

leave a comment

Detail van Picasso's schilderij GuernicaAl tijdens mijn militaire training (voor mijn dienstplicht) was ik diep onder de indruk van de verschrikkingen van oorlog. Dat zat in ‘details’. We leerden dat het soms moeilijk is om de bajonet terug te trekken uit de buik van de vijand, die je net hebt doorboord. Dan moest je hem van de bajonet aftrappen. Ook de les anti-personeelmijnen was er zo een. We leerden dat er mijnen waren, die als je erop trapte, een meter (buikhoogte) omhoog schoten en dan pas explodeerden. De rondvliegende brokstukken hadden dan dodelijk effect in een cirkel van honderd meter. Gruwelijk, vond ik toen al.

Later las ik boeken over de eerste wereldoorlog, die vreselijke loopgravenoorlog waarin soldaten zich uit de loopgraven omhoog werkten om vervolgens vaak neergemaaid te worden door mitrailleurvuur. Of ten koste van vele doden honderd meter grond wonnen om die de volgende dag tegen eveneens grote verliezen weer te moeten prijsgeven. De Regeneration-trilogie van Pat Barker maakte enorme indruk op mij.

De boeken over de tweede wereldoorlog, die ik las, lieten een minder bloedige oorlog zien, maar dat is natuurlijk een vertekend beeld, mede gevoed door propaganda. Oorlogsmisdaden door de overwinnaars, de geallieerden, zijn zwaar onderbelicht, maar wel te vinden: hier en hier. De wreedheden aan Duitse en Japanse kant werden natuurlijk breed uitgemeten.

Tijdens de zogenoemde politionele acties in Nederlands Indië, toen Nederland het onafhankelijkheidsstreven van de Indonesiërs trachtte te onderdrukken, liet ons land zich trouwens ook niet onbetuigd, al wordt dat nog steeds -grotendeels- onder tafel geveegd.

Indrukwekkend was ook The sorrow of war, a novel of North Vietnam van Bao Ninh, een van de eerste romans uit Vietnam over die akelige oorlog die de Verenigde Staten meenden te moeten voeren in de strijd tegen het communisme. Als je zo’n boek leest, besef je hoe zeer ons beeld van het wereldgebeuren bepaald wordt door een westerse manier van kijken, gesteund door Hollywood. Bao Ninh liet zien en vooral invoelen hoe vreselijk de Vietnamoorlog was geweest voor de Vietnamezen.

Op 15 januari 2013 verschijnt een nieuw boek over de verschrikkingen die de VS mede namens ons aanrichtten in Vietnam: Kill Anything that Moves: The Real American War in Vietnam van Nick Turse. Turse interviewde talloze Vietnamezen om een beeld te krijgen hoe de oorlog was voor de andere kant. Daaruit rijst het beeld dat de Vietnamoorlog nog veel erger was dan we weten. Oorlogsmisdaden zoals het beruchte My Lai, een dorp dat werd uitgemoord, zijn geen incidenten.

Een van de geïnterviewden stelt Turse een pertinente vraag:

“As I was wrapping up my interview, Pham Thang asked me about the purpose of the last hour and a half of questions I’d asked him. Through my interpreter, I explained that most Americans knew next to nothing about Vietnamese suffering during the war and that most books written in my country on the war years ignored it. I wanted, I told him, to offer Americans the chance to hear about the experiences of ordinary Vietnamese for the first time. ‘If the American people know about these incidents, if they learn about the wartime suffering of people in Vietnam, do you think they will sympathize?’ he asked me.”

Ik ben er niet gerust op …

In dit zeer lezenswaardige artikel trekt Nick Turse parallellen met de oorlog in Irak. Er is weinig veranderd. Lees ook deze indringende bespreking van het boek van Turse.

Oorlog is nog véél erger dan je denkt en ontspoort -klaarblijkelijk- altijd.

Meer opinie

Hiv|Aids treft voormalige Nederlandse kolonie West Papua

one comment

Ansichtkaart met kaart van Nieuw-GuineaIn West Papua, het voormalige Nederlands Nieuw-Guinea, heerst een ware Hiv|Aidsepidemie onder de oorspronkelijke bevolking, de papua’s. In het gebied, nu een provincie van Indonesië, woont ongeveer 1 procent van de bevolking van Indonesië, waaronder 40 procent van de Hiv|Aidsgevallen in het land.

De New York Times wijdde er een indringende fotoreportage aan met foto’s van Andri Tambunan van het project Against all odds.

Meer West Papua

Written by Bert Ernste

december 3rd, 2012 at 8:07 pm