Minister Koenders van Buitenlandse Zaken dreigt met diplomatieke gevolgen, als een in Indonesië ter dood veroordeelde Nederlander wordt geëxecuteerd.
Ik ben tegen de doodstraf, maar waarom deze nogal exclusieve aandacht voor een Nederlandse ter dood veroordeelde en niet voor alle gevangenen in Indonesië die wachten op executie? Volgens de berichten was de rechtsgang rond de Nederlander niet goed, dus OK, Nederland komt daar met recht tegen in het geweer.
Maar dreigt onze minister van Buitenlandse Zaken ook met diplomatieke gevolgen bij andere, nog veel ergere inbreuken op de rechtsgang in Indonesië en grove mensenrechtenschendingen aldaar?
Denk bijvoorbeeld aan de Indonesische provincies van West-Papua, waar het hijsen van een voor de autoriteiten onwelgevallige vlag al kan leiden tot jaren gevangenisstraf en waar de politie en militairen met vaak keihard optreden tegen (ook vreedzame) demonstraties, al te vaak met doden tot gevolg. Nee, dan horen we geen ferme diplomatieke taal maar boterzacht gewauwel, want oh, de handelscontacten mogen er niet onder lijden.
Daarbij moeten we bedenken dat West Papua tot 1962 bij Nederland hoorde onder de naam Nederlands Nieuw-Guinea. Het gaat dus om onze voormalige rijksgenoten, die onder internationale druk door middel van een nep-referendum bij Indonesië zijn gevoegd tegen de wil van de meerderheid van de lokale bevolking.
De lokale bevolking van West Papua, de papua’s, hebben een reeks zeer terechte verlangens. Zo moet het gebied eindelijk worden open gesteld voor onafhankelijke journalisten en hulporganisaties. Militairen en politie moeten ingetoomd worden en niet meer straffeloos disproportioneel geweld kunnen gebruiken.
Het zou minister Koenders sieren, als hij óók daarover ferme taal zou spreken en daadwerkelijk druk zou uitoefenen en niet alleen als het Nederlanders betreft.