In de stadsschouwburg van São Paulo zag ik vorig jaar een show van de Vanguarda Paulistana samen met het Symfonieorkest van São Paulo. Lang niet alles van de show vond ik mooi, maar het was wel een ervaring.
In de stadsschouwburg van São Paulo, die gisteren op dit weblog stond, is bovenstaand portret te vinden van Antônio Carlos Gomes, Braziliaans pianist en componist. Hij is vooral bekend van de opera Il Guarany.
Naast het theater staat een groot standbeeld voor hem. (Groter door erop te klikken.)
Hieronder kunt u de ouverture van Il Guarany besluisteren.
In een rommelkamer in het Braziliaanse stadje Paraty stuitte ik op deze foto van de Beatles. In een andere kamer een sleutelrekje met de beroemde band.
De Beatles waren natuurlijk wereldwijd een fenomeen, ook in Brazilië, zoals bleek toen mijn Braziliaanse neefje João op bezoek was.
Hierboven het hoofdorgel van de Nieuwe Kerk aan de Dam in Amsterdam. De kerk heeft ook nog een zogenoemd transeptorgel (hieronder). Meer over de orgels van de Nieuwe Kerk. De foto’s zijn uit de hand geschoten bij vrij weinig licht.
Op begraafplaatsen moet ik vaak denken aan het lied Het kerkhof van Jaap Fischer uit 1961 (tekst onder de video):
Ik zoek de rust van een kist, van een lange houten kist.
In een hoekje van een kerkhof, waar geen tuinman komt,
Waar m’n botten stil verrotten en de tijd verstomt.
Zonder drank en sigaretten,
Met wat maden en een mol
Zonder werk om op te letten:
‘k Maak m’n eigen kist wel vol.
En jij komt nooit langs m’n zerk,
Want mijn vlees was zwak, maar mijn botten zijn vast sterk
En de kans bestaat dat dan het deksel opengaat.
En dan zal ik weer vergeten dat ik rust zocht in een kist.
Ik zoek de rust van een kist, van een dorre houten kist
Waar ik stil kan overdenken wat ik hier niet kan,
Met een paar ogen die verdrogen in m’n hersenpan.
Zonder ooit te hoeven eten
Zonder lach en zonder traan
En gerust te kunnen weten:
‘k Houd dit nachthemd altijd aan.
En jij komt nooit langs m’n graf,
Want zonder dat je het weet werd je m’n grootste straf
Want dan kan het heel goed dat ik gewoon naar boven moet.
En dan zal ik weer vergeten dat ik rust zocht in een kist.
Ik zoek de rust van een kist, van een sobere houten kist,
Onder een spotvogel die in een treurwilg ‘Feuille morte’ zingt,
Z’n neus gesloten met z’n poten omdat het lijkt nog stinkt,
Zonder oorlog, zonder vrede,
Zonder moraal, zonder moreel,
Met m’n afgevallen leden
En m’n tanden in m’n keel.
En jij, kom jij ooit in nood,
Dan heb je mij nog altijd ook al ben ik dood,
Want omdat jij het bent staat in m’n testament
Dat je de rotzooi mag verkopen aan een medische student.
Enkele jaren terug bezocht ik het Drents Museum, waar toen ook een expositie was gewijd aan Cuby + Blizzards, een in de jaren zestig vermaarde bluesband uit Drenthe.
In Grolloo, waar de band vandaan kwam, is een museum aan de groep gewijd. Daar ben ik nooit geweest.
Window of my eyes, waar de gevel van het Drents Museum op de foto naar verwijst is een prachtig nummer:
Waarschijnlijk kende ik Charles Aznavour van de radio, anders zou ik niet weten waarom het tweede grammofoonplaatje dat ik in mijn jonge jaren kocht, een EP-tje van hem was. Ik vond het prachtig en beplakte het met foto’s van de zanger: