De verwarde man, die de dodenherdenking op 4 mei 2010 verstoorde door schreeuwen, blijft nog negentig dagen gevangen zitten.
“Het OM (Openbaar Ministerie) verdenkt de man van ordeverstoring, zwaar lichamelijk letsel door schuld en ‘feitelijke aanranding’ van de koningin en de kroonprins en diens echtgenote. Op dit laatste delict staat een maximumstraf van zeven jaar en zes maanden.” NRC Handelsblad 18 mei 2010.
Wat een wapperende waanzin! Een verwarde man, die op een vervelend moment gilde, wordt verantwoordelijk gesteld voor de paniek die daarna uitbrak en de gewonden, die dat opleverde. Alsof je kunt beweren dat hij dat gewild heeft.
Je geeft de veroorzaker van een auto-ongeluk ook niet de schuld van het dodelijk ongeluk dat de ambulance, die ter plaatse komt, vervolgens veroorzaakt. Immers, als er geen eerste ongeluk was geweest, was de ambulance niet op die tijd op die plaats geweest en was het tweede ongeluk niet gebeurd. Dat leidt natuurlijk niet tot ‘vervolgschuld’. Zo is het ook met die schreeuw.
Over de bijdrage aan de paniek bij de dodenherdenking doordat iemand een koffertje liet vallen en doordat iemand iets van “bom bom” geroepen heeft, praat het OM niet.
Dat OM is overduidelijk hard bezig geweest om juridische slimmigheden te bedenken om de verwarde man van iets ergs te kunnen beschuldigen. Op basis daarvan wordt hij nu, na al weken in voorarrest te hebben gezeten, nog eens negentig dagen (drie maanden) vast gezet op basis van opgeblazen beschuldigingen. Een ordeverstoorder wordt normaliter na een nachtje in de cel met een boete heengezonden.
Het doet sterk denken aan de praktijken in de Sovjet-Unie, waar politieke dissidenten gek werden verklaard om ze vervolgens in ‘psychiatrische’ instellingen op te kunnen sluiten. De overheid verzint gewoon iets om een onwelgevallig persoon opgesloten te kunnen houden. Het verschil is hooguit gradueel.
Mei 2010