Het schip de Algenib (Foto Uli Wessmann, bron)
Met dit schip ging op 18 december 1948, vandaag 72 jaar geleden, een groep Nederlandse emigranten naar Brazilië. Deze post leunt zwaar op de website Holambra.nl.
Uit de Maasbode van toen:
Al deze Nederlanders keerden voorgoed op deze zaterdag hun smalle akkers in het moederland de rug toe. Het was dezelfde smalle grond, welke hen generaties lang had gevoed, welke steeds weer op een nieuwe generatie van vlijtige, sober levende boeren was overgegaan. Thans was deze grond…te klein geworden. Niet zozeer voor hen zelf, alswel voor hun kinderen. In deze groep was er slechts één, die emigreerde uit angst voor de Russen. Alle anderen zagen er voor hun kinderen geen gat meer in, waren zelf momenteel in vrij goede doen. (…)
Toen iedereen dan in de bus zat en buiten in de eerste schemer de achterblijvende boeren onder hun stijve Brabantse petten bedachtzaam en niet begrijpend het hoofd hadden geschud over zoveel “Braziliaans onverstand”, kwam burgemeester Van Wijnhoven nog persoonlijk alle mensen de hand schudden. (…)
In de namiddag begon aan de Statiekade in Antwerpen – haast niemand nog had al een boot van zo dichtbij gezien – de inscheping. Ze werden er allemaal een beetje zenuwachtig van toen ze de steile loopplank naar de Rotterdamse “Algenib” opklommen, en het nieuwe leven zond reeds een overrompelende voorproef toen er even later sloepenrol gehouden werd. Maar men bleef welgemoed en een van hen zei: ‘’t Is de wereld nie uit, mar ge moet nie achterom kijke…’
Interessant is de uitgebreide beschrijving van de zeereis, geschreven door een van de emigranten, Gerrit Teunissen, samen met zijn ouders en drie zussen aan boord van de Algenib. Lees vooral zijn hele verslag, maar hier een paar fragmenten.
Toen jullie weg waren zijn wij [op het schip] naar binnen gegaan, eerst heel onwennig die trappen af en op, maar nu stormen we er al op en af het zo moet, net als in Boxtel naar boven gevlogen wordt. (…)
Toen er niets meer te beleven was zijn we naar bed gegaan en ’s morgens om 7 uur opgestaan, goed geslapen, ’t was wel iets schommelig, en men had ’n raar gevoel in de maag, 2 van onze emigranten moesten al overgeven.
Het is nu al zondagavond 19 december en we hebben met ons 6 allen nog goed gegeten, en voelen ons lekker. ’n Keuken en kok hebben ze hier up to date. (…)
Wij zijn vandaag de meeste tijd op het dek geweest, er is nog wel wat te zien. We hebben verschillende grotere en kleinere boten gezien, het is heel mooi om te zien hoe ze die groeten, dat doen ze overdag met vlaggensein en ’s nachts met lichtseinen en als ze geen gehoor geven dan per radio. Ze vragen door middel van die seinen waar ze naar toe gaan, vanwaar ze komen, hoe het schip heet, wie de gezagvoerder is, wat ze geladen hebben enz. (…) u ziet wel ook op zee zijn ze nieuwsgierig. Het is anders geweldig mooi op het water met niets dan de blauwe Noordzee en lucht. (…)
Zijn vanmiddag om 4 uur in de Golf gekomen, de boot heeft al aardig wat deining, je hebt zo’n gevoel of je ‘n paar borrels te veel op hebt, minstens 3/4 van de passagiers heeft ’t te pakken en doen en kijken alles behalve vriendelijk onze ma en de 3 meisjes horen er ook bij, en onze Pa en ik weten practisch van niets, kan nog komen, hoop van niet, affijn welterusten. I go to my cabine, Goodnight.
De verzorging aan boord was blijkbaar goed, al was het een vrachtschip met in de ruimen provisorische hutten. Al moet je je bij berichten van emigranten altijd afvragen of ze een en ander misschien mooier voorstellen dan het is om de achterblijvers niet te verontrusten:
Goed geslapen, lekker gewassen, we hebben ieder ‘n wastafel met warm en koud water, spiegel enz. verder is er een douche en badkamer alles is fijn ingericht, het is vooral niet minder dan in ‘n middelmatige klasse hotel, er staan 5 of 6 tafels en bij elke tafel behoren bedienden, in ‘t geheel zijn er 18 bedienden voor passagiers en bemanning op ‘t schip.
Elke morgen is er om 7 uur Mis met Communieuitreiking, dan ontbijten, hm hm, dan gaan we verder onze gang, tafeltennis, sjoelbak, kaarten, dammen, schaken, leren, studeren, luieren of maffen of ‘n uiltje knappen, op z’n Hollands gezegd. Muziek is ook goed in orde, accordeon (W. Stapelbroek) blokfluit, gitaar, radio, pick-up, om half 11 koffie, thee of melk met scheepsbiscuit, ‘s middags het menu, half namiddag weer ‘n half elfje, ‘s avonds diner, om 8 uur weer ‘n half elfje. (…)
Gisteren wat gezien, is met geen pen te beschrijven, je moet het kunnen weergeven, maar dat gaat niet. De Canarische eilanden met als laatste ervan Las Palmas. Hier kwam de boot op 500 m afstand langs, het is wonderbaarlijk mooi, ook hier weer kan men Gods schepping bewonderen, men kijkt er hoog tegenaan, het is 3000 m hoog, de bovenste bergspitsen zitten in ‘n neveldamp, net of ‘t mist is, op de meeste plaatsen is ‘t blote rots met plateaus er op, de huizen, grote gebouwen, zijn er van onder tot boven zo maar tegen aan geplakt, alles is wit, de huizen en gebouwen zijn wit, men kon er de rivieren en beken goed tegenop zien kronkelen net zilveren linten, ook waren er gedeelten die overvloedig begroeid waren, ook heel veel palmen, hele lange rechte bomen met boven ‘n kruintje er op van 10 of 12 bladeren, lange wel meterslange bladeren zonder zijtakken. Het geheel blonk en schitterde in de al warm wordende zon. (…)
Vanmorgen lag er ‘n vliegende vis op het dek, ‘t is net ‘n grote soort haring, met grote zijwaartse vinnen die samen net zo lang zijn als de vis zelf is, ook zitten hier zeezwaluws, eens zo groot als de zwaluws die in Holland zitten (des zomers dan) en dan heeft hij zwemvliezen, ze scheren ‘n tijdje over de zee en gaan af en toe op het water zitten, zonder meer, als ze ’n eindje afgedreven zijn vliegen ze weer op.
Over de ‘doop’ bij het passeren van de evenaar:
Toen de sloep bij ‘t schip lag, werd de sloep met Neptunus plus z’n naaste medewerkers 4 in totaal aan boord gehesen, hij of beter zijn Hoogheid nam plaats op ‘n kruiwagen en liet zich naar de plaats rijden, waar de doping moest plaatsvinden. Hij was geheel zwart evenals z‘n trawanten en gekleed in lange gewaden van touw gemaakt, men kon wel zien dat hij ver van huis kwam waar de moderne beschaving nog niet tot doorgedrongen is, ook hadden ze lange touwharen met ‘n hoofddeksel van haringen gemaakt. De dopelingen moesten stuk voor stuk voor zijne hoogheid neerknielen en nu begonnen ze je te kwasten met een witte pap die gemaakt was van stijfsel, plakkerig en net gom zo taai, en kwasten heel je gezicht en bovenlichaam er mee in en goten dan wel een halve emmer van dat spul zomaar op je hoofd, zodat men van je haren tot en met je voetzolen een glibberige witte massa was, dan kwam een van z‘n helpers met ‘n groot scheermes van hout gemaakt, ongeveer 80 cm lang vatte je bij je neus en begon te scheren, daarna werd je ingewreven met granietpoeder zodat men zo zwart werd, afijn, als graniet. Daarna kreeg men ‘n waterstraal op z’n ontsierd lichaam en gezicht (zout water) met ’n capaciteit van minstens 1000 l per minuut, daarna moest men de staf van Neptunus kussen of zoenen (ik weet nooit hoe jullie zoiets noemen). (…)
De Algenib zal zondagnacht de eerste haven in Brazil binnenlopen, en maandagmorgen voor de aanlegsteiger gesleept worden, om er dinsdagmorgen weer van te vertrekken, als we aan wal mogen, zal ik deze brief posten.
> Zie ook: Met God op avontuur! De eerste emigranten naar Brazilië [d.w.z. naar het latere Holambra. Er waren eerder al emigranten naar Brazilië getrokken, bijvoorbeeld Zeeuwen rond 1860].
> Meer passagiersvaart op dit weblog.