Utrecht 2023
Archive for the ‘reizen’ tag
De gestroomlijnde wereld (1936)
Boekje uit 1936:
DE GESTROOMLIJNDE WERELD
Vliegtuigen, treinen, auto’s en schepen razen over het aangezicht der aarde, sneller en sneller. Van Amsterdam naar Parijs is maar een stap, naar Stamboel een weekend en naar Melbourne een vacantiereisje.
En daarom, als ge reizen wilt, wacht dan niet langer maar reis nu! Morgen zullen er geen afstanden meer zijn. Dan zal alles, wat vandaag nog onbereikbaar en begeerlijk is, nabij en waardeloos zijn!”
Reis nu, want wat vandaag het doel van een ontdekkingsreis is, zal morgen een halte zijn aan de buslijn, die langs Uw huis loopt!
Wat vandaag Uw bivak is in het land waar geen land meer achter is, zal morgen het golfterrein van het Grand Hôtel wezen!
Wat vandaag een trotsche nomadenstam is, zal morgen een stakende vakvereniging op een petroleumveld zijn!
Reis nu, Voor het te laat is! Morgen zullen de tropen luchtgekoeld, de poolstreken centraal verwarmd en de woestijnen van stroomend water voorzien zijn!
Wacht niet tot de Gobi als bouwterrein wordt verkaveld!
Wacht niet tot de Alpen in werkverschaffing worden geslecht!
Wacht niet tot de golfstroom koud en warm water kan geven naar wensch!
Neen, wacht niet, want ik zeg U, de dag zal komen dat de mensch niets meer te veroveren zal hebben. Hij zal eb en vloed, onweer en aardbeving, dag en nacht hebben onderworpen. En dan zal hij doelloos over de getemde aarde razen en ondergaan, omdat hij niets meer te wenschen heeft!
En daarom, reis nu! Het is al bijna te laat. Grammofoon, bioscoop en radio zult ge nauwelijks meer kunnen ontvluchten. Ge zult Hindemith hooren in het Braziliaansche oerwoud, ge zult Greta Garbo zien in een blokhut aan de Hudsonbaai en ge zult de triomfen van Ajax vernemen in een karavaanserai in Afghanistan!
Haast U daarom! Misschien vindt ge nog een land, waar in plaats van Hindemith, Garbo en Ajax de Goddelijke stilte heerscht, die het begin en het eind der dingen is.
Maar haast U, want morgen zal men de aarde stroomlijnen om haar sneller door het heelal te laten schieten! ….
Bron: eerste hoofdstuk van De gestroomlijnde wereld (1936) van Leonhard Huizinga.
Reizen was vroeger heel anders
São Paulo (SP) Brazilië 2020
Wie vroeger veel bagage moest meenemen voor emigratie of op chique reizen die vereisten dat je deftig gekleed aan het diner of op het bal verscheen, koos voor een hutkoffer, eigenlijk een kist met slot en handvatten.
De koffers op de foto zag ik in een kringloopwinkel in São Paulo. Ze deden me denken aan de vaak arme emigranten die hun geluk zochten in de ‘nieuwe wereld’. Hutkoffers zijn er in vele soorten en maten. De komende dagen een serie. Die van mijn vader stond al eens op dit weblog.
De vraag is waarom er niet veel eerder wielen onder die koffers zijn gezet. Volgens The Guardian speelde daarbij mee dat stoere mannen dat niet nodig zouden hebben en reizen niet bedoeld was voor vrouwen alleen. Ook waren er op stations en in de havens kruiers beschikbaar. Dat neemt niet weg dat op een van de foto’s bij het artikel vrouwen hun eigen bagage moeten trekken op station St Pancras in Londen:
Naar Nederlands Nieuw-Guinea – met de boot
Het zal met deze hutkoffer geweest zijn dat mijn vader in 1950 naar Nederlands Nieuw-Guinea ging met een compagnie mariniers. De leren handgreep is afgescheurd en vervangen door een ijzerdraadje. Dat soort reizen ging toen nog per schip, in dit geval de Tabinta. (Foto van schip afkomstig van Maritiem Digitaal.)
Het werk en verblijf op Nieuw-Guinea beschreef hij in dit artikel. Over een patrouilletocht langs de kust van Nieuw-Guinea maakte hij dit verslag. (Ingekorte, geredigeerde versie van Javapost.)
In 1961 – ’62 werd mijn vader nogmaals naar Nieuw-Guinea gestuurd, dit keer met gezin. Daarover schreef ik dit stuk. Toen ging de reis met het vliegtuig.
Op dit weblog besteede ik eerder aandacht aan zeereizen:
Passagiersschepen – Herinneringen aan Nederlands Nieuw-Guinea 16
Nog even over passagiersschepen: de reis naar Indië
Poster met de Dempo van de Rotterdamsche Lloyd
Eerder op dit weblog besteedde ik aandacht aan de passagiersvaart: vanwege mijn eigen reis met de Kaloekoe in de wateren van Nederlands Nieuw-Guinea, en de reis naar Indië, die mijn vader maakte als kleine jongen. Op die reis is ook de kerstfoto van eergisteren gemaakt. Mijn vader keerde terug op de Dempo van de poster hierboven (ook op de foto, bron).
De passagiersvaart heeft vandaag de dag een romantisch imago, maar in Naar de Oost!, een boek onder redactie van Peter van Zonneveld, blijkt dat er op de Indiëreizen veel geklaagd werd. Naar de Oost! begint met de zeilvaart uit de tijd van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) en eindigt met de luchtreizen naar Indië / Indonesië van de na de oorlog. Zie ook Kerstpost in recordtijd naar Indië, gisteren op dit blog.
Over de tijd dat mijn vader de reis maakte schrijft Coen van ’t Veer in Naar de Oost! op basis van fragmenten uit de literatuur dat zo’n zeereis niet altijd een pretje was. Verveling was een groot probleem op zo’n wekenlange reis. Vandaar dat er veel dekspelletjes werden gedaan. In Zoutwaterliefde van Melis Stoke is de inlandse hutbediende Siamin daar nogal verbaasd over:
Op een schip kan men rusten en slapen. Maar Europeanen willen bewegen. Ze gooien met ringen en ballen, en duwen houten schijven over het dek, van den eenen krijtring naar den anderen, die men later weer moet afvegen.
Een probleem is ook het gezelschap, waar men drie weken lang dicht opzit en welhaast mee om móet gaan. E. du Perron schrijft daarover in Scheepsjournaal van Arthur Ducroo:
Wat kunnen ons die mensen schelen? Maar je merkt tot je vernedering, dat je op stukken na niet zo los van ze bent als je dacht te zijn. Van alle kanten gespannen draden. (…) De collectiviteit van al deze onbekenden: zij tegenover wij. Maar dit is volkomen denkbeeldig, want ‘zij’ bestaat alleen voor ons; onder elkaar zijn zij ook verdeeld, wantrouwig, schichtig, vijandig. Geen vlucht mogelijk zodra je uit je hut bent, en driemaal per dag gedwongen samenzijn, promiscuïteit; je hebt elkaar niet gekozen, je hébt elkaar. Eén blik op de eetzaal was genoeg om te weten dat opgeprikte kleinburgerij overal zichzelf blijft; maar wat men in een hotel verfoeien zou, tracht men hier uit eigenbelang te zien met minzaamheid.
De spanningen komen op de heenweg naar Indië vaak in de Indische Oceaan tot een uitbarsting. Men is dan te lang samen en de hitte draagt dan ook bij tot de spanning aan boord, zo valt op te maken uit de door Van ’t Veer aangehaalde literatuur.
Tot besluit Melis Stoke:
Wat is een schip anders dan een weggedreven stuk trottoir …? Het is de ontmoetingsplaats voor menschen zonder relaties met menschen die hen straks weer voorbij zullen loopen.
In Javapost is meer te lezen over de reis naar Indië door de eeuwen heen: