Gent (België) 2018
Na Marx in Utrecht van gisteren een herinnering aan de tijd dat socialisme en de arbeiderbeweging zich nog deden gelden. Gezien in het Belgische Gent.
Brazilië, West-Papua, media en meer
Gent (België) 2018
Na Marx in Utrecht van gisteren een herinnering aan de tijd dat socialisme en de arbeiderbeweging zich nog deden gelden. Gezien in het Belgische Gent.
Utrecht 2021
Een affiche met Karl Marx zie je niet vaak meer. Door de uitwassen van het communisme van Stalin en Mao en de ideologie van het kapitalisme (neoliberalisme) staan Karl Marx, marxisme en communisme in veler ogen in een kwade reuk. Zelfs socialisme is inmiddels in voor velen een verdacht idee.
Gezien de nare uitwassen van het kapitalisme (moderne slavernij, uitbuiting door flexwerk en uitzendbureaus, ongebreidelde vernietiging van natuur en milieu en zo meer) moeten we een en ander maar eens opnieuw doordenken. Kunnen we echt niet een beter maatschappijmodel ontwerpen?
De stofwolken van de verkiezingen zijn opgetrokken. En stof was er. Door de campagnes van de politieke partijen, maar zeker ook door het gehijg van de media, die al het nieuws en alle debatten voortdurend als buitengewoon spannend en beslissend brachten. Het is niet voor niets dat Fokke en Sukke nu moeten afkicken.
Helaas was er ondanks al het gekrakeel en opgeworpen stof maar weinig (fundamentele) keuze. Het ging, alle felheid ten spijt, toch vooral over accenten. Er was geen enkele partij die voorstellen deed om de economie nu eindelijk eens echt onder democratische controle te brengen, zodat we niet meer gepiepeld kunnen worden door vuige financiële instellingen, die ons woekerpolissen en woekerhypotheken verkopen en ons een financiële en economische crisis bezorgden, die zijn weerga niet kent. De belastingbetaler mocht de grote banken redden. Desondanks bepalen ‘de financiële markten’ nog steeds in vergaande mate het regeringsbeleid van de landen in de Europese Unie. Na elke maatregel, die overheden nemen, kijken we met zijn allen (de media doen ook weer mee) zenuwachtig naar de beurs of die een en ander wel goedkeurt.
Het huidige Europa, dat vooral die financiële markten bedient en in veel mindere mate haar burgers (werkgelegenheid!), heeft duidelijk geen antwoord op de crisis. Het botte bezuinigingsbeleid, aangestuurd door diezelfde financiële markten inclusief het Internationale Monetaire Fonds, gaat de economische crisis alleen maar verscherpen. De bezuinigingen die Europa (wij) oplegt aan onszelf en vooral aan zwakke landen als Griekenland, Spanje en Portugal maken de situatie alleen maar erger. Natuurlijk moeten de overheidsfinanciën op orde worden gebracht, maar hard bezuinigen in tijden van crisis werkt totaal averechts.
Ondertussen zijn simplistische oplossingen als Griekenland uit de Eurozone schoppen of Nederland laten uittreden evenmin een antwoord op de crisis. Daarvoor hangen de landen van de Europese Unie te veel samen.
Helaas was er bij deze verkiezingen geen enkele partij die een een democratisch communistisch Europa durfde voor te stellen, zoals Ilja Leonard Pfeijffer in Vrij Nederland deed in een zeer lezenswaardig essay. De economie blijft stevig in handen van grote ondernemingen, financiële instellingen en dito markten, die nu wel hebben laten zien dat we van hen geen heil te verwachten hebben.
Het wordt vaak gezegd: “lering trekken uit het verleden”. We doen het weinig. Persoonlijk vaak niet, maar ook als samenleving lijken we vaak het verleden af te willen zweren. Zo is het idee van de sociaal-democratie en met name van een overheid, die voor een aantal basisvoorzieningen en vangnetten zorgt, in een kwaad daglicht komen te staan. Gevolg is onder meer een ongebreidelde en vaak ook nog eens slecht uitgevoerde privatisering van diensten, die vroeger door de overheid werden verzorgd. Voorbeelden zijn de spoorwegen en de gezondheidszorg, waar de privatisering niet tot verbetering heeft geleid. Niet op het gebied van de dienstverlening en niet qua prijs, zoals de voorstanders van privatisering beloofden.
De Britse historicus Tony Judt schreef kort voor zijn dood een warm pleidooi voor het in ere herstellen van het idee van een gemeenschappelijk belang onder de titel Ill fares the land, vertaald als Het land is moe. Diezelfde gedachte komt naar voren in een aantal essays van Judt, waarin hij persoonlijke herinneringen koppelt aan de maatschappelijke context van die tijd. Het zijn prachtige nostalgische verhalen, die je tegelijk ook aan het denken zetten over de voordelen van een sociaal-democratische samenleving. Mooi is bijvoorbeeld zijn verhaal over de spoorwegen van vroeger. Judt noemde zijn boek met herinneringen The memory chalet, vertaald als De geheugenhut. Warm aanbevolen.