Ergerlijk, die televisiejournaals, die naadloos van het ene naar het andere onderwerp gaan. De aardbeving in Chili gaat naadloos over naar de aankomst van Oranje in het hotel gaat naadloos over naar het bezoek van Obama aan Israel. Of zo.
Vroeger hadden televisiejournaals nog een structuur: eerst het belangrijkste nieuws, gevolgd door blokjes binnen-, buitenland, cultuur, sport, ongeveer zoals de katernen van een krant. Toen ging het nog. Maar nu ze heen en weer springen tussen die katernen, om het maar zo te noemen, is zo’n naadloze overgang nogal bruut. Van de verdwijning van een kind naar de blessure van schaatser Sven Kramer.
Nog weer vroeger, toen het televisienieuws net begon, was er een duidelijke scheiding tussen items. Een virtueel gordijntje dat over het beeld schoof, een draaiend ding, geïnspireerd op de zogenoemde vlinder uit filmcamera’s, of wat dan ook. Dat gaf de tijd om even iets te denken, al was het maar “wat erg voor die Chilenen”. Nu gaat dat niet meer. Als er een item is over een corruptieschandaal, of de moordpartijen in Darfur krijg je zo nauwelijks de kans om je boos te maken, want het volgende item is al weer begonnen.
Ook speelfilms zijn sterk veranderd. Pas zag ik Once upon a time in the West van Sergio Leone opnieuw. Deze film uit 1968 heeft lange, verstilde scènes, zoomt nadrukkelijk in op landschappen en verweerde koppen. Aanvankelijk vond ik de film erg traag, want ook ik heb een klap meegekregen van het snelle beeld- en informatiebombardement van tegenwoordig. Daarna merkte ik dat ik bij die langzame scènes dingen zat te denken, waar je bij veel films en zeker bij het nieuws meestal geen tijd meer voor krijgt.
De snelheid en hoeveelheid van beelden en informatie van tegenwoordig dreigt ons allemaal een zappende geest te geven, die alleen nog zapgedachten kent.